Homilie op tweede pinksterdag
in het jaar A (reeks 2001-2002)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek tijdens het hoogfeest van
Pasen, klik: Eerste Paasdag
Thema tweede
paasdag 2002: Zien en Getuigen
Preek tijdens het hoogfeest van Pinksteren, klik: Eerste
Pinksterdag
Preek op tweede pinksterdag in het jaar A, serie
2001-2002, A2002TSP08Pink2.html,
oecumenische viering in de Ned. Hervormde kerk
te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, 20 mei 2002, 10.00
uur, A.M.D.G.
Thema: Levend water
E.L: Hand. 2, 1-11
T.L: 1. Kor. 12,
3b-7. 12-13
EV: Joh.
20, 19-23
Homilie
Het eerste lied dat we in deze viering zongen
begon met deze woorden: ‘De stilte zingt U toe, o Here.’ velen van u hebben
dit lied al dikwijls gezongen. En dus ook over deze woorden verder gedacht,
maar misschien is het ook niet opgevallen. Hoe kan de stilte je nu toezingen?
Stilte die zingt. Of is daarmee de stilte bedoeld die we na dit lied even
hielden. Zoiets als een weldadige stilte, of toch een andere die stilte,
zoals op de vierde mei, een stilte kan hartverscheurend zijn. Maar bestaat
er eigenlijk wel stilte, als het echt stil wordt, dan kom ik pas toe aan
de zachte geluiden om mij heen en de zachte geluiden in mijn ziel. Dat
is dan nog geen stilte. Of wanneer we denken dat God het te druk heeft,
zodat we hopen dat Hij even stil houdt voor ons. Een soort stilte in de
hemel. En heel bijzonder is natuurlijk het als die twee stiltes samenvallen.
De stilte zingt U toe, o Here. Dichterlijke vrijheid,
poëzie om meer uit de drukken dan die paar woorden zo direct kunnen
zeggen.
Eigenlijk staat de Bijbel vol met dit soort teksten.
Kijken we naar de eerste lezing. Waar gaat dat over? Gaat het echt over
een tempel, en is dat dan een tempel die boven op een bron staat? En komt
er uit dat ene kleine bronnetje een hele rivier, dat is net zoiets als
de stilte die je toezingt. Of die bomen die twaalf keer per jaar vrucht
dragen, dan denken we in onze tijd aan genetische manipulatie. Maar de
woorden van Jezus overtreffen alles: Wie in Mij gelooft, ... Stromen van
levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Hoe moet je je dat voorstellen?
Stilte die je toezingt, een stroom van levend water uit je binnenste.
Wanneer wij over de dingen van God willen spreken,
gaan we stamelen, dan zegt Mozes, Heer, ik kan niet spreken. Dat geldt
ook bij het spreken van de Geest, want die spreekt in ons met onuitsprekelijke
verzuchtingen.
Stromen van levend water. Dan denk je aan de vrouw
aan de put die tegen Jezus zegt: ‘geef mij van dat water waar je geen dorst
meer van krijgt, dan hoef ik niet hierheen te komen om te putten (Joh.
4,15).’ Maar je denkt ook aan dood water, waar alle leven uit is, waar
je niet van moet drinken, want dan word je ziek. Dood water als de tegenhanger
van levend water, gezond water. In onze tijd weten we er alles van, want
er worden reeds water conferenties gehouden. Er zij al doemscenario’s van
oorlogen om water, In Israël daalt het water van de dode zee, omdat
er meer verdampt dan dat er aan water instroomt. En er stroomt minder water
in, omdat de rivier meer gebruikt wordt voor bevloeiing en ander water
verslinders.
Zo kan het wel iets begrijpelijker worden, maar
toch, wat bedoelt Jezus nu met stromen van levend water die uit ons binnenste
zullen vloeien. Jezus zei dit over de Geest, die zij die tot geloof in
Hem kwamen, zouden ontvangen. Wordt het nu duidelijker of juist moeilijker,
de Geest als een stroom van levend water.
We kennen de symbolen, de Bijbelse beeldspraak
over de Geest, de Ruach, de Adem, de wind, het vuur, de duif. Nu bronnen
van levend water, als Jezus spreekt over de Geest.
Maar misschien komen we verder als we de lezingen
weer bij elkaar leggen. Dat water welt op van onder de drempel van de tempel.
Gij weet dat uw lichaam een tempel is van de heilige geest, zegt Paulus
(1. Kor. 16,9). En in de Openbaring lezen we: De rivier van het water des
levens, helder als kristal, ontspringend uit de troon van God en van het
lam. De hemel is Gods troon en de aarde is zijn voetbank. Maar over wie
Hem liefheeft, zegt Jezus: Mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen
tot hem komen en bij hem wonen.
Het lijkt erop dat hemel en aarde door Jezus steeds
dichter naar elkaar toekomen. In zijn woorden lijkt ons hart, ons lichaam
steeds meer de woning en de troon van God te worden. God zal bij ons wonen,
ons lichaam als een tempel van de heilige Geest, bronnen van levend water
zullen uit ons binnenste vloeien.
Maar Is Jezus Zelf niet het grootste voorbeeld?
Als zijn zijde wordt geopend door de lans van de soldaat, dan staat er
dat er water en bloed uit zijn zijde stroomde. Water en bloed, doop en
Eucharistie, de twee sacramenten voornaamste van de Kerk. Zijn Lichaam
is werkelijk tempel van de heilige Geest, en uit zijn zijde stroomt werkelijk
water en bloed en die waterstroom en die stroom van zijn bloed is nooit
meer gestopt. In de sacramenten gaat die stroom werkelijk verder.
En dan lezen we bij Paulus, dat wij zijn lichaam
zijn, dat de Kerk zijn lichaam is, waarvan Hij het hoofd is. In dat lichaam
van Christus zijn wij opgenomen, wij maken daar deel van uit, wat over
zij Lichaam geschreven is, slaat ook op ons.
Bent u die levensstroom al tegengekomen, die altijd
opborrelende bron? Die genezende bron, die dorstlessende bron, die definitief
je dorst lest, die bron waarin leven is, vissen van allerlei soort. Een
stroompje dat uitgroeit tot een brede levengevende rivier. Je zou hier
de Moldau van Smetana bij kunnen beluisteren. Dezelfde beeldspraak als
het mosterdzaadje dat uitgroeit tot een boom, of de graankorrel die in
goede aarde valt en dertig, zestig en honderdvoudig vrucht draagt. Zo gaat
het met alles dat uit de Geest wordt geboren. Zo is het met de Kerk zelf,
daar begonnen bij de doop van Jezus door Johannes. Jij bent mijn Zoon,
mijn veelgeliefde, in jou heb Ik mijn behagen gesteld. Daar begint zijn
openbaar leven en het gaat door in zijn Kerk, wereldwijd. Een bron is tot
een rivier geworden.
Die lezing van Ezechiël heb ik daarom altijd
een schitterende beeldspraak gevonden als verwijzend naar het doopsel dat
Christus heeft gebracht: ... doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon
en de heilige Geest. Het doopsel dat Jezus bracht begon als een stroompje
over de hoofden van de leerlingen, en hoeveel water stroomt er nu niet
dagelijks over de hoofden van kinderen en volwassenen wereldwijd. Maar
ook die stroom van het Bloed van Christus, ook die stroom gaat door bij
allen die deelnemen aan Eucharistie, zijn nieuwe avondmaal na Pasen.
Bent u die bron al tegengekomen? Misschien is
het u niet opgevallen, maar u maakt zelf deel uit van die bron, van die
rivier, van die stroom. Het woord van God is dichtbij, het is in uw mond
en in uw hart. De Geest vervult uw hart, elk goed woord, elke goede daad,
gedaan vanuit de geest is als een zaadje, als een nieuwe bron die leven
brengt. Elk oprecht gebed, elke glas water aan een arme gegeven, is aan
hem gegeven. Moge uit onze harten ook die bekers water uitgroeien tot een
stroom van milddadigheid, die leven geeft aan allen die dorst hebben naar
het levende water. Dan stroomt er uit ons eigen hart een bron van levend
water. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|