Homilie op de vijfde zondag van Pasen
in het jaar A (reeks 2001-2002)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Preek tijdens het hoogfeest van Pasen, klik: Eerste Paasdag
Thema tweede paasdag 2002: Zien en Getuigen




Preek op de vijfde zondag van Pasen in het jaar A, serie 2001-2002, 
A2002TSP05.html, in de parochie van O.L.V. Tenhemelopneming te ‘s-Gravenzande, 
door pastoor Michel Hagen, 28 april 2002, 9.30 uur, A.M.D.G. 

Thema:  Vrede Brengen
E.L:       Hand. 6, 1-7
EV:       Joh. 14, 1-12

Homilie 

Laat ik beginnen met de laatste zin van het Evangelie: Jezus zegt: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga. 

Dat is nogal wat; grotere werken doen dan Jezus. Is dat mogelijk? Eerste even de vraag: wat zijn die werken van de Christus? Een van de andere evangelisten, Mattheüs zegt ons daar iets over. Als Johannes de Doper in de gevangenis zit, hoort hij over de werken van de Christus en stelt een vraag aan Jezus. Jezus noemt dan zijn werken: “Blinden zien, lammen lopen, doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd (Mt. 11,5)”. En bij de evangelist Marcus lezen we: "Hij heeft alles welgedaan, Hij laat doven horen en stommen spreken (Mc. 7, 37)." En de evangelist Lucas begint zijn Handelingen van de Apostelen op deze manier: “Mijn eerste boek ging over alles wat Jezus geleerd en gedaan heeft.” Jezus heeft heel wat gedaan, heel wat bewerkt. 

Daarom, grotere werken doen dan Jezus, is dat mogelijk? Op een of andere manier houdt Jezus dat inderdaad voor mogelijk? Moeten we dan nog meer blinden genezen, nog meer stommen leren spreken, lammen laten lopen? Je kan natuurlijk zeggen dat in de moderne ziekenhuizen dit soort wonderen aan de lopende band gebeuren. Staar was vroeger vaak niet te opereren. Laatst was ik bij een vrouw van in de tachtig. Zij was aan een oog blind en de laatste 30 jaar werd haar andere oog steeds slechter. Ze durfde daar niets aan te laten doen, omdat het haar enige goede oog was. Nu zag ze na zoveel jaar ook daar niets meer mee. Ze is geopereerd en kan weer zien. Ze wist niet wat haar overkwam. En ik denk dat als je naar een oogkliniek gaat en naar zulke verhalen vraagt, je er heel wat zult horen. 

Het Lilliane Fonds ijvert voor eenvoudige proteses voor de ontwikkelingslanden, kunstarmen, kunstbenen, kunsthanden, alles ter plaatse gemaakt met zoveel mogelijk inlands materiaal. Duizenden kinderen en volwassen kunnen weer lopen en werken en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Er gebeuren talloze wonderen, die we geen wonderen noemen, omdat we ze gewoon zijn gaan vinden. 

Maar het echte wonder zit niet in het feit of iets wel of niet genezen kan worden. Wat dat aangaat zijn veel wonderen van vroeger nu geen wonderen meer. Ook is het maar de vraag of het altijd met onze lichamelijke gezondheid te maken moet hebben, of met welvaart of geluk. 

Het grootste werk van Jezus is uiteindelijk niet dat Hij een jongen die gestorven is, levend aan zijn moeder teruggeeft, hoe groots en aangrijpend ook, of de wonderbare broodvermenigvuldiging, of het teken van Kana of welke bijzondere gebeurtenis ook. Het grootste werk is dat Hij is gekomen om te dienen en niet gediend te worden. Hij dient ons in alles wat Hij doet en zegt. Dienstbaarheid in woord en daad. Dienst aan God en mensen, dienstbaarheid tot in de dood. Dat is zijn grote werk. Het lijden aanvaarden, de mens bevrijden van de uitzichtloosheid van een bestaan ten dode, uitzicht geven op eeuwig leven, vrij maken van de kortzichtigheid van een leven dat opgesloten is tussen geboorte en dood. Zijn grote werk.

Maar dan. Als Jezus zijn leerlingen de opdracht geeft bij het laatste avondmaal: Blijft dit doen om Mij te gedenken. Dan omvat dat heel veel. Blijft dit doen, dat is: het avondmaal vieren, de heilige Mis, dat is je leven geven zoals Hij, elkaar dienen, vertrouwen op God die groter is dan dit bestaan en al die werken doen die Jezus deed. Blijft dit doen om mij te gedenken. 

De leerlingen zijn daarmee begonnen. Maar ontdekten al vroeg dat er zoveel werk van Jezus is dat een mens nooit aan alles toe kan komen. In de eerste lezing hoorde u het dilemma. Het woord Gods verkondigen, de Blijde Boodschap, het gebed, lijdt onder de diaconie, de dienst aan de armen en zwakken, weduwen en wezen. Geen tijd meer om het Evangelie te verkondigen omdat er zoveel armen zijn die willen eten en kleding nodig hebben. 

Zo ontstaan de diensten, de ambten in de Kerk. De apostelen, de bisschoppen, de priesters, houden als hun hoofdtaak de verkondiging en het gebed. En voor die taken van het dienstwerk worden de diakens aangesteld. Zo wordt het werk van Jezus door de Kerk voortgezet. In de combinatie van ambten, van roepingen en zendingen, van gewijden en leken, mannen en vrouwen, wordt het werk van Jezus voortgezet. 

Toch ervaren we in onze tijd opnieuw datzelfde dilemma. De priesters komen niet meer toe aan studie van de heilige Schrift, aan gebed aan preekvoorbereiding. Ze worden opgeslokt door de dienst aan de weduwen en weduwnaars rondom uitvaarten. Ze worden opgeslokt door de werkgroepen en vergaderingen, door het gemor in een gemeente omdat de een wordt voorgetrokken voor de ander, precies zoals toen. 

Vandaag zou ik u willen uitnodigen hetzelfde te doen als die eerste gemeente. Zoek mannen van goede faam, vol van geest en wijsheid en laten zij de taken als diaken op zich nemen. Zoudt u als gemeenschap zelf kunnen zoeken naar enkele mannen die diaken zouden willen worden, die in een avond of weekend-studie de kennis verwerven en door de bisschop gewijd te worden tot diaken. Mannen met een stabiel huwelijk, gelovig, met een hart voor de Kerk. 

Dan kunnen de priesters zich meer wijden aan de taken waar ze nu maar amper aan toe komen. Gebed en studie, verkondiging, catechese, onderricht en liturgie. Terwijl anderen zich inzetten voor de zwakken, de armen, zij die ondersteuning zoeken, maar ook organisatie en management. 

Zoudt u het aandurven om iemand daarop aan te spreken, te zeggen, joh, is dat niets voor jou? Jij bent daar precies de persoon voor. Volwassen mannen en jonge mannen, voor hun roeping. Maar ook vrouwen en meisjes voor een taak als pastoraal werker of als religieus, om werkelijk toegewijd te kunnen leven in het voetspoor van Jezus en Maria. 

In deze viering willen we ervoor bidden. Dat u op het juiste moment de juiste woorden vindt, zodat we de mensen vinden, zodat God roept en wij antwoorden en het werk van Christus doorgaat, tot opbouw van Gods Koninkrijk. Amen. 
 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage