Homilie op de derde zondag
van Pasen
in het jaar A (reeks 2001-2002)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek tijdens het hoogfeest van
Pasen, klik: Eerste Paasdag
Thema tweede
paasdag 2002: Zien en Getuigen
Preek 3e zondag van Pasen A2002TSP03.html
14 april 2002
Dr André van den Hout,
priester-docent aan het Groot-seminarie van het
Bisdom Haarlem te Vogelenzang
Tot op de dag van vandaag wordt erover gediscussieerd:
wat is er na de dood van Jezus met de leerlingen nu eigenlijk gebeurd?
Hoe kwamen zij ertoe te beweren dat Jezus verrezen was. Zijn zij bezweken
onder sterke suggesties en inbeeldingen? Hebben zij zichzelf voorgehouden
dat het werk van Jezus met zijn dood niet ten einde kon zijn, maar dat
zijn zaak verder moest gaan? Kwamen zij er door een dergelijke overweging
dit getuigenis af te leggen: “We hebben Hem gezien, Hij is ons verschenen,
Hij leeft? Brengen zij uit zichzelf het geloof in de verrijzenis voort,
omdat zij aan Jezus blijven vasthouden en zijn boodschap verder willen
uitdragen?
Wanneer wij ons iets willen laten gezeggen door
het evangelie zelf, dan zijn het helemaal niet de leerlingen geweest, van
wie het getuigenis van de verrijzenis is uitgegaan. Zij waren door de kruisdood
van Jezus juist ten diepste teleurgesteld en hadden hun verwachtingen opgegeven:
kijken we naar de Emmaüsgangers, de twee leerlingen die aan de anderen
vertelden wat er op weg naar het dorp Emmaüs gebeurd was en hoe zij
Jezus herkend hadden aan het breken van het brood. Zij waren juist op weg
naar die plaats, omdat zij in Jeruzalem niets meer te zoeken hadden. Hun
verwachtingen waren met de dood van Jezus letterlijk ten grave gedragen.
Zelfs het feit dat de vrouwen hen meldden dat het graf leeg is, doet daaraan
voorlopig niets af. Een leeg graf laat immers nog velerlei uitleg toe.
Dit kan hen niet brengen tot het geloof in de verrijzenis.
Het initiatief daartoe gaat evenwel uit van Jezus
zelf. Hij treedt op zijn leerlingen toe en laat zich aan hen zien. Hij
moet er moeite voor doen om hun schrik, hun twijfel en bedenkingen te overwinnen
en hen ervan te overtuigen dat Hij het zelf is en dat Hij geen geest is.
Wanneer Hij hun zijn handen en voeten toont, die de littekens van zijn
kruisdood zijn — zoals vorige week bij de ongelovige Thomas —, dan
wil Hij hen ervan overtuigen dat Hij Dezelfde is: hun Heer en Meester die
aan het kruis gestorven was. Wanneer gezegd wordt dat Hij de leerlingen
uitnodigt om Hem aan te raken, dan moet daarmee duidelijk worden, dat Hij
geen schaduwachtig wezen uit de onderwereld is, maar dat Hij echt in levende
werkelijkheid voor hen staat. Jezus’ verrijzenis wil echter niet zeggen
dat zijn verrijzenis hieruit bestaat dat Hij alleen maar opnieuw bij zijn
leerlingen is en uiteindelijk opnieuw zal sterven. Zijn verrijzenis uit
de doden wil zeggen dat aan Hem door God een nieuw, definitief leven geschonken
werd. Jezus is binnengetreden in een nieuwe, definitieve werkelijkheid.
Hij zelf heeft de apostelen daarvan overtuigd.
De opgestane Heer groet zijn leerlingen: Vrede
zij u! Zijn vrede is zijn paasgeschenk. Van welke aard is deze vrede? Jezus
geeft hun geen garantie, dat zij een rustig leventje kunnen gaan leiden,
vrij van zorgen en lijden. Hij zelf is de gekruisigde Christus, die niet
gespaard bleef voor lijden en nood, voor pijn en dood. Maar de Gekruisigde
is ook de Verrezene. Hij die smadelijk en gewelddadig ter dood werd gebracht,
staat nu in levende lijve voor hen als de Overwinnaar op de dood. Daarmee
laat Hij aan zijn leerlingen zien dat hen ook in de uiterste benauwenis
geen totale ondergang te wachten staat. Zelfs de dood heeft voor ons, volgelingen
van Christus, niet iets definitiefs, en veel minder nog alle andere noden,
die ons leven nadelig kunnen beïnvloeden. Het paasgeschenk van Jezus
is niet de vrede van een ongestoord leven, maar de vrede van rust, zekerheid
en geborgenheid, die er rekening mee houdt dat God het laatste woord heeft.
Fundament en onderpand van deze vrede is de Verrezene zelf in zijn nieuw,
verheerlijkt leven.
Beste mensen, wat een geweldig getuigenis geeft
het evangelie ons. Het openbaart ons het grootse mysterie van de verrijzenis,
namelijk dat Christus, de Heer van het leven het gewonnen heeft op de dood.
Tegelijk biedt het evangelie ons de gelegenheid om samen met de leerlingen
in te groeien en dieper door te dringen in dat geheim. Het hoeft allemaal
niet ineens af te zijn. Samen met de leerlingen, de vrouwen, de apostelen,
en vandaag de leerlingen van Emmaüs, mogen we gaandeweg steeds meer
ontdekken dat God iets heel moois met ons voorheeft. Het verhaal van Jezus
gaat verder, ons eigen levensverhaal loopt verder en houdt niet op bij
de dood. Wij hoeven onszelf daarbij geestelijk niet te forceren en in allerlei
bochten te wringen: onze vragen, die wij daarbij hebben, mogen precies
als bij de leerlingen wel degelijk vragen zijn; wij hoeven niet op alles
meteen een antwoord te weten: het antwoord komt immers uiteindelijk van
God. Maar laten we ons wel openstellen voor dit geheim, opdat het initiatief
inderdaad kan uitgaan van Hem, de Verrezene, die ook nu bij machte is ons
op te beuren. Geloven in de verrijzenis is geloven in Gods handelen: gaan
wij met Hem op weg, laat Hij zelf ons tot voedsel zijn en laten wij op
onze beurt Hem herkennen, wanneer Hij tot ons komt, zoals eertijds bij
de leerlingen, die Hem herkenden aan het breken van het brood.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|