Preek op de tweede zondag van
Pasen,
in het jaar C, serie 2003-2004
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek op de tweede zondag van Pasen jaar C, serie
2003-2004, C2004QDR11-Pa2.html.
Eucharistieviering op za 17/18 april 2004, te
Monster, Poeldijk en Hoek van Holland, 19.00, 09.30 en 11.00 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
E.L.: Hand. 5, 12-16
Ev.L.: Joh. 20, 19-31
Homilie
Het gaat om geloof. Zo eindigt de slotzin van
het Evangelie vandaag: ‘... Opdat gij door te geloven leven moogt in zijn
Naam’. We eindigen vandaag het paasoktaaf, de eerste paasweek, een week
vol verrijzenisvreugde, een week waarin Jezus laat zien dat Hij de levende
is. De lezing vandaag omvat in een keer de hele week. Het begint bij afgelopen
zondag, Jezus verschijnt levend aan zijn leerlingen. En acht dagen later
is Hij er weer.
Onze blik wordt gericht op Tomas, de gelovige
ongelovige of de ongelovige gelovige. Is het niet fijn dat er ook een leerling
als Tomas bij is? Stel je voor dat alle apostelen en de vrouwen eromheen,
dat ze allemaal een rotsvast en solide geloof hadden. Dan zouden wij het
gevoel kunnen krijgen: ‘Daar kan ik niet aan tippen. Ik ben maar een gewoon
mens’. Stel je voor dat Petrus Jezus niet verloochend had. Stel je voor
dat Jacobus en Johannes ook gevangen genomen waren en gekruisigd in plaats
van de twee moordenaars. Als alle leerlingen waren gedood en als martelaren
gestorven waren met Jezus? Stel je voor. Dan zou je kunnen denken, leven
met Jezus, leven als een Christen, dat is voor mij niet weggelegd. Dan
moet je zo’n mannetjesputter zijn, sterk, super, zonder fouten.
Maar Petrus heeft zich met vallen en opstaan als
apostel mogen ontwikkelen. Jacobus en Johannes hebben door zwakke momenten
heen hun hoogte bereikt. Gelukkig hebben we een apostel Tomas, die geholpen
werd zijn twijfel te overwinnen. Want zo weten we dat ook onze zwakheid
en onze twijfel niet het laatste woord hebben. Jezus is de verbindende
schakel tussen de vorige zondag en vandaag. Ook de andere leerlingen zijn
verbindende schakels, zij zijn bij elkaar gebleven en ook Tomas is een
verbindende schakel. Juist omdat hij er eerst niet bij was en nu wel. Zijn
ongeloof is een uitnodiging aan Jezus om dat te doorbreken.
De angstige sfeer heerst er nog steeds. De deuren
zijn nog gesloten. Het was een week waarbij de verrijzenisvreugde zich
vermengde met de angst voor wat er komen gaat. Ze moeten wennen aan het
nieuwe leven, de nieuwe situatie. Het moet nog doordringen wat het betekent
dat Jezus verrezen is. Het is als een omgekeerde verliesverwerking. Normaal
moet je er aan wennen dat je dierbare definitief weg is, dat is waar een
mens zich op instelt. Je moet je verlies gaan verwerken en dat kost tijd.
Nu moeten zij er andersom aan wennen dat Jezus niet dood is. Maar toch
ook dat Hij nu wel weg is en heel anders aanwezig is dan daarvoor. Verdriet
en vreugde vermengen zich. De dood verliest zijn scherpe kant, maar in
Jerusalem is het nog onrustig. De deuren blijven op slot en in feite wachten
ze af wat er vanuit de hemel naar hen toekomt. Dat is ook goed. Want het
grote initiatief komt hierin van God en niet van ons.
En dan Tomas. Hij heeft moeite met de verrijzenis.
Dat komt mogelijk omdat Tomas moeite heeft met het lijden. En wie heeft
dat niet? In onze tijd wordt het lijden zelfs gebruikt als argument tegen
God. Als ik God was, zeggen mensen dan, als ik God was, dan zou ik het
heel anders doen. Maar zij zijn God niet, en ik denk dat we daar heel blij
om mogen zijn. Hoe anders had God het moeten doen? God had het lijden moeten
oplossen, de slechte mensen uitschakelen of op non actief moeten zetten
of zo straffen dat ze het beter gaan doen. God had van alles moeten doen,
als het leven maar goed en mooi en gelukkig wordt. Dus is er geen ruimte
voor het lijden. Was dat ook de verwachting van Tomas? Dat weten we niet,
maar hij wil in ieder geval weten of de Jezus die de anderen gezien hebben,
dezelfde is als de Jezus die geleden heeft en aan het kruis gestorven is.
Want als het dezelfde Jezus is, dan moeten we
dus anders tegen het lijden aankijken. Dan is het lijden een weg geworden
tot heerlijkheid van Godswege, een weg tot overwinning, een weg tot een
nieuw begin, een weg naar het Rijk Gods. Als het dezelfde Jezus is, met
de wonden in handen en voeten, de lanssteek in zijn zijde, als het de gekruisigde
Christus is, die hier voor hem staat, dan moet Tomas heel anders over God
gaan denken, over leven en dood, over aarde en hemel. Dan moet hij al zijn
ideeën bijstellen en tot geloof komen op een geheel nieuwe manier.
Dan kun je niet meer zeggen: ‘Als ik God was dan ...’ Dan is er maar één
antwoord, God laat ons weten hoe je aan God gelijk kunt worden; op de wijze
van Jezus.
‘Omdat je Mij gezien hebt, geloof je? Zalig die
niet gezien en toch geloofd hebben!’ Tomas is overtuigd. Hoeveel van ons
zouden Jezus niet in levende lijve willen zien. Kon ik hem maar een keer
zien, kon ik de hemel maar aanschouwen, kon ik de overledenen nog maar
een keer spreken. Waarom is alleen Jezus teruggekeerd? Waarom komt er niet
regelmatig iemand terug? Dan zouden we toch gemakkelijker geloven? Dan
zouden mensen zich toch eerder bekeren? Kwam er geregeld iemand terug,
die laat zien dat lijden en verdriet, dat een moeizaam sterven door God
ruimschoots wordt goedgemaakt. Dan zou niemand toch meer om euthanasie
vragen, dan zouden ze allemaal het lijden dragen zoals Jezus. Kwam er maar
geregeld iemand terug.
Tomas heeft hem mogen zien, maar wij moeten het
doen met geloof. Op ons is dat woord van Jezus van toepassing: ‘Zalig die
niet gezien en toch geloofd hebben!’ Daarom is alles opgetekend, om ons
te helpen. Tomas had zich mogen toevertrouwen aan het geloof van de andere
leerlingen. De verschijning van Jezus heeft in feite niets toegevoegd.
De andere leerlingen hadden het al gezegd. Een verschijning voegt niets
toe, behalve dat de leerlingen sterker hun zending bewust worden.
De paasweek sluit, maar er gaat tegelijk iets
open. We lazen dat Jezus over zijn leerlingen blies en zei: ‘Ontvangt de
heilige Geest’. In de eerste lezing hoorden we waar dat toe heeft geleid.
‘Door de handen van de apostelen geschiedden wondertekenen onder het volk.’
De leerlingen gaan doen wat Jezus deed. Zij worden nieuwe mensen. Zoals
God eens de mens Adam zijn adem in de neus blies en zo een levende mens
deed zijn, zo geeft Jezus zijn leerlingen een nieuwe adem, een nieuwe geest,
zijn Geest, de heilige Geest.
En wat doet die nieuwe Geest in hen? Die Geest
schenkt vergeving, die zet aan tot vergeving. Die stelt ons in staat anderen
te vergeven en hen zelfs namens God van zonden te ontstlaan. De leerlingen
gaan in alles delen wat Jezus eerder had gedaan. Wondertekenen, zonden
vergeven, dienst aan de naaste, God verheerlijken.
Een wonderlijke zondag. Gewone mensen ontvangen
Gods Geest. De twijfelaar gaat zien en wordt gelovig. De gelovige wordt
zaliggeprezen. Mensen mogen namens God vergeving schenken en allen worden
uitgenodigd tot leven te komen in Jezus’ Naam. Beloken Pasen is boven alles
een nieuw begin, het begin van een nieuwe tijd, een tijd waarin God alles
nieuw maakt. Om te beginnen ons, gewone mensen. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|