Preek op tweede paasdag,
in het jaar C, serie 2003-2004
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek op Tweede Paasdag door het jaar C, serie
2003-2004, C2004QDR11.html.
Eucharistieviering op maandag 12 april 2004,
te Poeldijk.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
E.L.: Hand. 2, 14. 22-32
Ev.L.: Mat. 28, 8-15
Homilie
Deze Jezus heeft God doen verrijzen en daarvan
zijn wij getuigen. De apostelen als getuigen van de verrijzenis. Niemand
was erbij, maar het lege graf, de lege windsels, de verschijning van de
engelen, de herinnering aan de woorden van Jezus en tenslotte de verschijning
van Jezus Zelf maken de leerlingen tot getuigen van Jezus’ verrijzenis.
Na Pasen breekt de tijd aan van de verschijningen.
Vandaag een van de eerste verschijningen van Jezus,
zo concreet. Van de engelen lezen we niet dat de vrouwen hen aanraakten,
ze zagen hen, ze hoorden hun woorden, het ging om hun boodschap. Maar van
Jezus staat dat ze zijn voeten omklemmen, Hem vasthouden. Zo concreet,
tastbaar, lijfelijk, voelbaar. Hij is er, in levende lijve.
Jezus verschijnt, ze houden Hem vast, maar ze
moeten Hem meteen ook weer loslaten, want ze krijgen een opdracht mee:
Ontmoetingen met Jezus zijn er niet om terug te keren naar vroeger, om
een moment van troost vast te houden. Ontmoetingen met hem zijn altijd
ook opdracht: ‘Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen dat zij naar
Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien’.
Vandaag staan we midden in twee werelden. De wereld
waarin Christus verschijnt en bij zijn leerlingen aanwezig is, tegenover
de wereld die Hem in het graf wil houden, die Hem dood heeft verklaard
en niets van verrijzenis wil weten. De Christenen geloven in Hem en dat
geloof opent hun de ogen. Ze hebben Jezus lief en door die liefde zoeken
ze Hem en laat Hij zich vinden. Geloof en liefde maken dat zij zien wat
anderen niet zien, maken dat Hij hen kan verschijnen, wat bij anderen niet
lukt, omdat die wereld Hem heeft afgewezen.
Hij was niet de messias die zich liet inpassen
in hun plannen, Hij liet zich niet invoegen in het systeem van de Farizeeën,
Schriftgeleerden, hogepriesters, oudsten, Sadduceeuen, Zeloten, of welke
andere groepering in die tijd ook. Hij bracht een nieuwe norm die Hijzelf
was, in vlees en bloed. De omgeving moest zich gaan voegen naar Hem. Dat
is het wat de wereld niet wil. De wereld, de maatschappij accepteert alleen
messiassen die zich laten inpassen, die meedoen, die idol willen worden,
die zich eer en roem laten aanleunen, die het spel van de machtigen meespelen,
het spel van intriges, bedrog, valse rechtspraak en omkoperij.
Die wereld kan niet accepteren dat Hij verrezen
is. Hij mag niet verrijzen, Hij mag niet leven, Hij mag niet de norm zijn,
Hij mag niet God zijn, Hij mag niet, want als Hij dat wel is, dan moeten
wij veranderen, dan moet de wereld niet leven uit alles wat winst maakt,
wat de macht vergroot, wat de invloed versterkt, maar dan moet de wereld
gaan dienen, leven voor God, aandacht hebben voor de kleinen, voor de zwakken,
de armen.
In die wereld staan de Christenen, staan wij.
Geloof en liefde maken dat wij Hem gaan zien, en nog steeds mogen we Hem
omarmen, vasthouden, dienen in geloof en liefde, want Hij laat zich zien
in de arme, de kwetsbare, de kleine, Hij laat zich vasthouden in de zieke,
de eenzame, de vluchteling en de gevangene.
Geloof en liefde openen de ogen, misschien dat
daarom de vrouwen Hem het eerste zagen. Niet uit een ontroostbaar verlangen,
waardoor zij een herinnering tot leven riepen, want dan blijft Jezus Zelf
in het graf en dat is precies wat de wereld wil. Nee, niet wij roepen Hem
tot leven. Zijn verrijzenis is niet afhankelijk van ons geloof, van onze
herinnering, onze nood of ons verlangen. Zijn verrijzenis komt niet uit
ons, maar uit God, zoals heel zijn persoon uit God komt.
Nog steeds leven wij in die twee werelden. Een
wereld die Jezus dood verklaart, die alle gebeurtenissen wil herleiden
tot psychische processen, inbeelding, projectie, verliesverwerking, suggestie,
creatief verlangen of wat dan ook. Een wereld die Jezus alleen toelaat
als ze Hem kan inpassen in haar systeem, als Hij ook meedoet met alles
wat de wereld doet, als ze winst aan Hem kunnen maken, die wereld is niet
veranderd. Daarbinnen staan wij als getuigen, zoals de leerlingen. Wij
zijn geroepen om te getuigen dat Hij leeft.
Eens te meer ontdekken we daardoor misschien dat
we ook zelf meer hebben geluisterd naar de wereld dan naar de Kerk, vertrouwen
we de wetenschap van deze wereld meer dan het geloof van de Kerk, bouwen
we meer op het leven nu dan op het leven straks, geloven we de krant meer
dan God.
In deze wereld staan wij als getuigen. Soldaten
worden omgekocht om de leugen te verkondigen. Christenen worden later verdreven
omdat de waarheid zich niet laat gevangen zetten. De eerste lezing laat
zien wat er gebeurt als Gods Geest, als de heilige Geest, de Geest van
Jezus in jou, in ons de ruimte krijgt. Dan treed je naar buiten, dan vind
je woorden, dan krijg je de taal die nodig is om Hem te verkondigen. Dan
gaat je hart open, dan gaan je ogen open, dan mag je Hem herkennen bij
het breken van het Brood. Dan dien je Hem, dan raak je Hem aan in de naaste
die je liefhebt als jezelf. Dan wordt Christus de levende in ons midden,
dan worden we wat we al zijn, dan geven we wat we ontvangen, dan zijn we
wat we geven, Lichaam van Christus, de Verrezene. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|