Preek op eendertigste zondag door het jaar
C, serie 2003-2004, C2004DHJ31.html.
Eucharistieviering op zondag 31 oktober 2004, om 8.00 uur te Partij-Wittem.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
Homilie
Waar zou je een tollenaar in onze tijd mee kunnen vergelijken, hoe zien mensen
iemand? Ik sprak laatst met een politieagent, we hadden het op een gegeven
moment over zijn functie. Hij was een opgewekte kerel en had het best naar
zijn zin, maar een paar dingen merkte hij toch wel regelmatig. Je doet het
niet gauw goed als agent. Als je de veiligheid op de weg niet controleert,
dan ben je geen goede agent. Maar als je iemand bekeurt omdat hij 10 KM te
hard rijdt, dan hebben ze geen goed woord voor je over. Hij leed er niet
onder, maar zou het zoiets ook geweest zijn met Zacheüs? Of lijkt hij
meer op een belastinginspecteur? Mensen vinden het niet goed als grote bedrijven
sjoemelen met de cijfers, daar moet de belasting iets aan doen. Maar als
de inspectie een middenstander op de vingers tikt, dan is de boot aan.
Bij Zacheüs is het nog iets ingewikkelder, want hij moest geld innen
voor de bezetter en kreeg daar bovendien provisie op, hij werd rijk door
zijn samenwerking met de bezetter, ten koste van al degenen die belasting
moesten betalen. Een lastige positie dus, met een paar flinke valkuilen.
Op Zacheüs kun je een heel goe een andere parabel van Jezus toepassen;
ik denk dan aan de parabel van het zaad dat wordt gezaaid. Lucas vertelt
dat in hoofdstuk 8. Zacheüs zie ik dan als een voorbeeld van het zaad
onder de distels. Dat zijn zij die wel geluisterd hebben, maar gaandeweg
door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven verstrikt raken
en niet tot rijpheid komen. Wat zijn bij Zacheüs die zorgen, die rijkdom
en die genoegens van het leven. De rijkdom is duidelijk, maar ook hij heeft
gaandeweg gemerkt: je kunt niet God dienen en de mammon, je kunt niet je
hart verpanden aan God en aan het geld, een van de twee zal het voornaamste
zijn.
Bezittingen, rijkdom ..., Zacheüs is
een rijk man. Hij heeft niet eerst Gods bedoelingen gezocht, maar zijn eigen
positie. Daarover zegt Jezus: zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid
en al het overige zal je erbij gegeven worden. Zacheüs deed het omgekeerd;
hij heeft eerst zijn eigen koningschap en zijn eigen koninkrijkje willen
vestigen, veilig willen stellen. Maar daarover zegt Jezus: wie zijn leven
veilig wil stellen zal het verliezen.
Dat heeft Zacheüs allemaal meegemaakt. Hij heeft geld verdiend, hij
kan daarmee veel genoegens verschaffen: bedienden in huis, een kring van
welgesteld relaties, feestelijke en overvloedige maaltijden, bezittingen
en maatschappelijke invloed. Hij hoort bij hen die wel naar Gods Woord luisteren,
maar gaandeweg door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven verstrikt
raken en niet tot rijpheid komen. Rijkdom en genoegens heeft hij dus volop,
maar wat zijn zijn zorgen?
Er staat dat hij Jezus probeerde te zien.
Waarom wil hij Jezus zien? Het lukt moeilijk omdat hij klein van stuk is.
Als hij in deze tijd hier in Nederland had geleefd, dan was het helemaal
een ramp geworden, de mensen worden in onze tijd steeds langer. Zacheüs
is klein van stuk, is hij daarmee gepest, is zijn positie als tollenaar een
soort revanche op al diegenen die groter en sterker en sneller waren, die
er met de mooiste meisjes vandoor gingen en heeft hij dat nu allemaal bereikt
door zijn geld?
Hij is klein van stuk, maar het diepste probleem is dat hij geestelijk klein
van stuk is gebleven. Zijn zorgen liggen daarom nog dieper. Hij heeft een
vriendenkring, maar dat is geen vriendenkring met de vrome Joden, niet met
de gelovigen. Hij voelt zich innerlijk vervreemd van zijn volk en daarmee
ook vervreemd van God.
Hij heeft van alles kunnen kopen, maar liefde kun je niet kopen. Liefde bij
mensen kun je niet kopen, hooguit iets dat er oppervlakkig op lijkt, maar
de liefde van God kun je al helemaal niet kopen. Onder alle invloed en macht
van Zacheüs gaat een levensgrote onmacht schuil. Hij probeert Jezus
te zien, waarom?
Het zal te maken hebben met alles wat hij over Jezus heeft gehoord. Misschien
had hij flarden gehoord van de parabel over het zaad in de akker of van de
verloren zoon, of de vogels die niet zaaien en maaien en dat je je geen zorgen
moet maken, maar eerst Gods koninkrijk en de gerechtigheid zoeken. Wat heeft
hij gehoord? In iedere geval iets dat hem innerlijk geraakt heeft, want hij
gaat zoeken, hij zoekt Jezus, hij wil Hem zien. Ten diepste zoekt hij God
en nog onwetend wie Jezus is, hoopt hij in Jezus een nieuw contact met God
te vinden. Misschien heeft hij de parabel gehoord van de verloren zoon, hebben
anderen het aan hem verteld, misschien vroeg hij zich af of Jezus zelf dan
ook iemand moest zijn die verloren kinderen weer aanneemt.
Hoe diep moet zijn honger zijn, dat hij als vooraanstaande Jood in een boom
klimt en het gelach van de omstanders op de koop toe neemt. Jezus plukt een
vrucht uit een wilde vijgenboom, een vrucht die niemand heeft gezien als
vrucht, Zacheüs was een wanklank in de ogen van de vrome Jood, maar
een wrange vrucht wordt zoet en mild, want ook hij is een kind van Abraham.
Zacheüs ervaart wat het boek van de wijsheid al leert. God houdt van
alles wat bestaat, God spaart alles en alles is van Hem en God heerst vol
liefde over alles wat leeft. God straft de zondaars met mate, Hij waarschuwt
hen opdat ze trouw blijven aan Hem. Door Jezus ervaart hij God als de Gever
van nieuw leven, als de Schenker van een nieuwe kans, een nieuwe wijn zal
de glazen voortaan vullen.
Ook Paulus spreekt in die lijn. Hij bidt dat God ons helpt om onze roeping
waardig te zijn en dat Hij al onze goede voornemens en daden van geloof tot
volle ontplooiing brengt. Want dan, zegt Paulus, zal de Naam van onze Heer
Jezus Christus in ons verheerlijkt worden. Zacheüs maakt goede voornemens,
meer nog, hij zegt ‘bij deze’... Het is meer dan een belofte in de verte,
het is hier en nu werkelijkheid, hij deelt in overvloed uit.
Was Jezus nu gewoon slim? Hij inversteert wat aandacht en tijd aan de rijke
Zacheüs en die deelt prompt de helft van zijn rijkdom uit aan de armen.
Met één huisbezoek bij een rijke, worden de armen er flink
beter van. Was dat een slimme zet van Jezus? Nee, Jezus is nóg slimmer,
Hij is echt wijs, Hij doet wat Hij anderen leert: Zoek eerst het koninkrijk
en zijn gerechtigheid, zoek eerst God en de mens, noem de ander bij zijn
naam, zie de mens in zijn of haar relatie met God, kom op voor Gods koninkrijk
en al het andere wordt erbij gegeven.
Of je nu zuster bent of leek of seminarist of priester, iedereen kan zich
in sommige kanten van Zacheüs herkennen. Jezus noemt ieder van ons bij
naam en zegt, vandaag wil Ik in jouw huis te gast zijn. Als wij Hem toelaten,
zal ook onze mildheid en liefde voor elkaar een nieuwe fase ingaan, dan laten
wij anderen toe in ons hart, omdat allen geroepen zijn om kind van God te
zijn. Amen.