Preek op vijfentwintigste zondag door het
jaar C, serie 2003-2004, C2004DHJ25.html.
Eucharistieviering op zaterdag 18 september 2004, om 19.00 uur te Poeldijk
(jongerenviering)
en zondag 19 September 9.30 en 11.00 uur te Heenweg en Hoek van Holland.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
E.L.: Am. 8, 4-7
Ev.L.: Lc. 16, 1-13
Homilie
Een onrechtvaardige rentmeester! Wat is dat? Is dat een boekhouder die
maandelijks wat extra Euro’s doorsluist naar zijn eigen rekening? Is dat
een belastingconsulent die de mazen in de wet gebruikt om zijn klanten te
matsen? Is dat een tuinder die naast zijn gewone boekhouding ook een handeltje
buiten de boeken houdt? Wat is een onrechtvaardige rentmeester?
Is dat een jongeman die talentvol is, maar liever lui is dan moe, liever
van het leven geniet dan iets te doen wat lastig is en inspannend? Is dat
een vrouw die als talent heeft om anderen op te beuren, maar die alleen
aandacht heeft voor haar carrière? Wat is een onrechtvaardige rentmeester?
Bent u dat, ben ik dat? En is het niet vreemd dat Jezus ons een onrechtvaardig
iemand als voorbeeld geeft? Dit ene zinnetje mag ons aan het denken zetten:
‘... Want de kinderen van deze wereld, handelen onderling met meer overleg
dan de kinderen van het licht’.
Zoals wij hier zitten, zijn we allemaal kinderen van deze wereld. En dat
vinden we ook gewoon, eigenlijk willen we dat ook. Dat blijkt uit allerlei
opmerkingen als het gaat dat we mee willen doen met deze tijd: ‘Je moet
met je tijd meegaan. Dat is niet meer van deze tijd. Die staat buiten de
werkelijkheid. Dat moet tegenwoordig kunnen. Zeg, jij bent toch niet van
gisteren? Doe niet zo ouderwets, we leven nu! Jij bent zeker van voor de
oorlog?
Dat zijn eigenlijk heel domme opmerkingen, zonder inhoud. Wat betekent
nu zo’n zin?: ‘Dat moet tegenwoordig kunnen!’ Wat moet tegenwoordig kunnen?
Als het vroeger niet kon, was daar dikwijls een goede reden voor. Een bushuisje
kapot slaan, met een spuitbus jouw tag op andermans muren spuiten, extacy
en doorfeesten tot vijf uur, op je veertiende met je vriendje naar bed,
dat moet toch kunnen, tegenwoordig. Of je het leuk vind of niet, of je er
aan toe bent of niet, of God het wil of niet, het moet kunnen, want we leven
anno 2000+. Stel je voor dat je niet meedoet, dan hoor je er niet meer bij!
We zijn kinderen van deze tijd. We willen erbij horen, maar waarbij?
Jezus zegt: ‘... Want de kinderen van deze wereld, handelen onderling met
meer overleg dan de kinderen van het licht’. Wij willen kinderen van deze
wereld zijn, we willen erbij horen, dat lijkt soms ons hoogste doel te zijn,
als je er maar bij hoort. Dan is er echter wel een probleempje. Jezus stelt
twee gezinnen, twee groepen kinderen tegenover elkaar en Hij is keihard
in zijn stelling: de kinderen van het licht zijn andere kinderen dan de
kinderen van deze wereld. Kinderen van het licht tegenover de kinderen van
deze wereld. Je kunt niet God en ook het geld dienen. Jezus stelt in feite
de vraag: ‘Bij welke groep wil jij horen?’
Aj Aj.
Maar hoe komt het? Hoe komt het dat we toch zo graag meedoen, en dan gaat
het waarschijnlijk om schijnbaar onopvallende dingen, maar soms ook om heel
wat belangrijke punten waarin we gaandeweg verslappen, gemakkelijk worden,
slordig, ruimdenkend (wat dat ook mag betekenen). Je komt mensen tegen die
uiterst secuur het afval scheiden, energiezuinig leven, bewust ecologisch
inkopen, maar tegelijk vinden dat abortus een recht van de vrouw is en eutanasie
een recht van iedere mens. Je komt mensen tegen die secuur zijn in hun voeding,
bewust eten, streng op bestrijdingsmiddelen, die gezondheid hoog in het
vaandel hebben, maar die niet opletten waar hun kinderen naar kijken, op
TV, video of Internet, ‘
dat hoort er tegenwoordig bij’
.
Kinderen van deze wereld of kinderen van het licht. Het loopt bij ons mensen
door elkaar. Wanneer je bij Jezus hoort, dan straalt iets van die goddelijke
vonk van Hem, dat goddelijk licht, ook door jou heen. Maar hoe meer je van
deze wereld bent, des te minder kan dat licht nog stralen. We zijn uitgenodigd,
geroepen, herboren om kinderen van het Licht te zijn. Dan snappen we wat
Jezus bedoelt als Hij zegt: ‘Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt,
dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten!’
Wij, zijn kinderen van het licht, maar we lopen voortdurend het gevaar
om mee te gaan met de kinderen van deze wereld. Zijn die kinderen van deze
wereld dan slecht? Is deze wereld dan zo slecht? Soms denk ik ja en soms
denk ik nee. Sla de krant open, zet de TV aan en je denkt, wat is dit voor
wereld. Maar zie je hoe mensen in het ziekenhuis voor anderen zorgen, mensen
elkaar helpen, dan denk je, hier gebeurt iets moois, iets goeds.
Kind van het licht. Hoe ben je dan, wat doe je dan, hoe leef je dan? Ben
je dan zo anders? Ja en nee! Je bent heel gewoon, mens, man, vrouw, jongere,
kind, heel gewoon, met je wensen en je dromen, met je sterke en je zwakke
kanten, met je talenten en je handicaps, gewoon... En toch ook anders, toch
ook bijzonder, speciaal, niet van deze wereld en toch midden in de wereld,
radicaal en toch beminnelijk, sterk en toch mild, flexibel en toch principieel,
creatief en toch consequent, zakelijk en toch menslievend, wetenschappelijk
en toch religieus, nuchter en toch gelovig.
Een kind van het licht is eigenlijk een wonder van God. Je zoekt je weg
door deze wereld, en tegelijk weet je door je geloof dat God je leidt. Je
hebt je twijfels, over jezelf, over anderen, maar dieper dan je twijfels zit
je vertrouwen op God. Een kind van het licht is een wonder, jij bent een
wonder. Je bent soms angstig vanwege een onbekende toekomst, maar je durft
het aan, omdat God je helpt. Je kunt over water lopen zoals Petrus, je begint
over je geloof te spreken zoals Paulus, Je durft je met huid en haar in te
zetten zoals Bartholomeus. Je begint aan idealen zoals moeder Teresa, je
houdt vol zoals onze paus. Een kind van het licht is een wonder. Die kan
met geld omgaan, zonder eraan vast te zitten. Die kan geld verdienen en het
ook weer weggeven, die kan sparen voor een goed doel, die weet wat Jezus
hem of haar heeft geleerd: ‘je kunt niet God dienen en de mammon, want je
kunt niet twee heren dienen.’
Wanneer zal de tijd aanbreken dat wij net zo slim, net zo handig en met
overleg te werk gaan als de kinderen van de wereld. Wanneer breekt de tijd
aan dat we net zoveel bezig zijn met onze relatie met God, als met de beurs,
of ons salaris of ons pensioen? Wanneer breekt de tijd aan dat we overdag
lopen na te denken: ‘Wat zou ik voor een ander kunnen betekenen? Bij wie zou
ik wat licht in het leven kunnen brengen?’
Stel je voor dat je flink wat opties, of aandelen of beleggingen hebt genomen,
dat je op je mobiele telefoon de standen bijhoudt, dat je dagelijks bezig
bent de hoogste notering te volgen. Dan word je gevangene van het geld.
Nee, je kunt niet twee heren dienen. Laten wij het bij die ene houden. Bij
God, door zijn Zoon, Jezus, om te leven in zijn Geest. Amen.