Preek op zeventiende zondag door het jaar C,
serie 2003-2004, C2004DHJ17.html.
Eucharistieviering op zaterdag/zondag 24/25 juli
2004,
om 19.00, 9.30 en 11.00 uur te Monster en ‘s-Gravenzande.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
E.L.: Gen. 18, 20-32
Ev.L.: Lc. 11, 1-13
Homilie
Ik ken iemand, die, als ik iets kwijt ben, antwoordt
met: ‘Lucas, 11 vers 9’. De eerste keer, kijk je hem enigszins vragend aan,
als je niet weet dat daar staat: ‘Zoekt en gij zult vinden’. Vandaag de lezing
waarin we dit woord van Jezus tegenkomen. Zou het werken, zou het echt altijd
werken? ‘Zoekt, en gij zult vinden’? Ik ken ook iemand die, als ik iets kwijt
ben, zegt: ’Ik steek wel een kaarsje bij Antonius aan’. En als ik haar vraag
of dat helpt, zegt ze: ‘Hij heeft me nog nooit teleurgesteld’.
Werkt het bij u? ‘Zoekt en gij zult vinden’?
Bij mij niet. Soms zoek ik iets en hoe langer en stugger ik zoek, des te
minder ik vind. Alsof mijn oog verhinderd wordt om het te vinden. Maar soms
is het ook gewoon weg. Mensen zeggen wel eens: ‘wat het huis zoek maakt,
brengt het huis terug’. Maar dat gebeurt soms pas bij een verhuizing. Een
kast wordt weggehaald en achter een poot ligt een broche die je al tien jaar
mist. ‘Zoek en gij zult vinden’, nou mooi niet. En hoeveel vrijgezellen hebben
het zoeken opgegeven, de juiste partner lijkt niet te bestaan. Ondanks het
succes van d-date.nl op Internet.
Zou Jezus dat nu als een altijd geldende waarheid
hebben bedoeld? Ik denk het niet, het is meer een gewone levenservaring. Wie
een beetje orderlijk werkt, die kan even moeten zoeken, maar na een poosje
heb je het wel gevonden. Jezus had ook kunnen zeggen: ‘Eet en je zult verzadigd
worden, drink en je dorst wordt gelest; want ieder die eet, raakt verzadigd
en ieder die drinkt, lest zijn dorst’. De woorden van het Evangelie worden
soms op een verkeerde manier als absoluut gezien. Soms worden ze ook al te
sterk gerelativeerd, maar soms ook tezeer verabsoluteerd.
‘Vraagt en u zal gegeven worden’. Ik weet
bijna zeker dat er onder u zijn die als vader en moeder wel eens iets geweigerd
hebben aan hun kinderen. Kinderen kunnen van alles vragen. Het kan ook buiten
alle verhoudingen zijn. Een half jaar geleden een nieuwe fiets gekregen, maar
alle vriendjes hebben een ACID-bike. Hij zal het toch met die ‘oude’ fiets
moeten doen. Nee, het is echt niet zo dat je alles krijgt wat je vraagt.
In onze tijd is het maar goed ook dat kinderen ontdekken dat ouders ook ‘nee’
kunnen zeggen. Dan kunnen de kinderen het later misschien ook. Zou het dan
bij God anders zijn? Zou God geen ‘nee’ kunnen zeggen. Kunnen wij met al
onze vragen naar God toe en krijgen we verhoring?
God, ik wil een nieuwe baan, waarbij ik minder
hoef te werken, meer verdien, dichterbij woon, nooit in de file sta, met goede
carrière mogelijkheden, fijne collega’s en natuurlijk heel leuk werk.
--- God ik wil een lieve man, die altijd voor me klaar staat, die mij accepteert
zoals ik ben, die hartelijk en lief is, maar ook flink en sterk, die intelligent
is en wijs, trouw en eerlijk, die een goede vader is voor de kinderen, die
tijd voor me maakt en naar me luistert, die me liefheeft en die ook een goede
boterham verdient, zodat we geen geldzorgen hebben. --- God ik wil graag
altijd gezond blijven, zodat ik oud word en van het leven kan genieten, maar
het liefst ook geen lang ziekbed, en dat ik helder van verstand blijf, dus
geen Alzheimer, ook wil ik graag met mijn vrouw tot op hoge leeftijd samen
zijn en ook dat het goed gaat met de kinderen.
Het klinkt misschien overdreven, maar gaan
de meeste van onze gebeden toch niet die kant op? --- God ik bid om vrede,
wereldwijd, dat muren worden afgebroken, dat terreur verdwijnt. --- God, ik
bid om liefde in de harten, dat niemand een ander meer naar het leven staat.
--- We zijn zo gewend aan dit soort gebeden. Het lijkt te passen in wat Jezus
Zelf zegt: ‘Vraagt en gij zult verkrijgen’. Maar dan vergeten we het eerste
deel van dit Evangelie. ‘Wanneer gij bidt, zegt dan: Vader, uw Naam worde
geheiligd, uw Rijk kome’. Valt het u op!? Jezus vraagt niet iets voor zichzelf.
Als Hij ons leert bidden, leert Hij ons te beginnen bij God de Vader.
Straks bidden we de voorbeden, dat is uw gebed,
het gebed van Gods Volk, waarbij de lector of de lectrice alle kerkgangers
vertegenwoordigt. Ik bid straks het Eucharistisch gebed, dat het grote hogepriesterlijk
gebed is, waarbij ik als priester Christus vertegenwoordig. En daarna bidden
we samen het ‘Onze Vader’.
Hoe vaak bidt u dat door de week? Dagelijks
een paar keer, rond de maaltijd ..., bij het avondgebed of morgengebed ...,
of hier in de kerk. We bidden het soms zo vaak dat velen er niet meer bij
stilstaan. Dit gebed dat Jezus ons heeft geleerd is een voorbeeld en heeft
daarom twee kanten. Het is een voorbeeld om na te volgen; we bidden het zoals
Jezus het ons heeft geleerd - en het is een voorbeeld, zodat we zelf gebeden
kunnen maken die dezelfde opbouw hebben en dezelfde Geest ademen.
Misschien viel het u op dat er een paar regels
ontbreken in het Onze Vader in deze lezing, regels die we gebruikelijk wel
bidden. Dat komt omdat Matteüs een langere versie heeft doorgegeven en
we vandaag uit Lucas lezen, die een kortere versie kende. Maar de opbouw is
hetzelfde. Jezus begint niet bij zichzelf, ook niet bij de nood en de zorgen
van de mensen. Jezus begint bij de nood en de zorgen van God. Heeft God dan
nood? Heeft God wensen? Die kan Hij toch met een knip van zijn vingers vervullen?
Heeft God verlangens? Is dat niet vreemd?
Jezus begint: ‘Uw Naam worde geheiligd ...’
Dat is een wens. Hij zegt niet: ‘Uw Naam wordt geheiligd’, maar ‘Uw Naam
worde geheiligd’. Je hoeft maar op straat te luisteren, op radio en TV en
je hoort dat Gods Naam niet geheiligd wordt. Velen, ook gerenommeerde gelovigen
gebruiken Gods Naam met weinig eerbied. Jezus bidt en wenst zijn Vader toe
dat zijn Naam geheiligd wordt, heilig wordt gebruikt, met eerbied en vooral
met liefde. ‘Uw Rijk kome’. Ook dat is een wensvorm. Is Gods Rijk dan nog
niet gekomen? Waar blijft het dan? Waarom zorgt God daar dan niet voor? “Uw
Rijk kome’. Zo leert Jezus ons bidden, want inderdaad, het Rijk God is wel
nabij, maar ... (daar zien we ook een geheim), het is dichtbij, God reikt
het ons aan, het is binnen handbereik, het ligt als het ware op je tong,
het komt terug in je geheugen, hoe heet Hij ook alweer? Je staat op de drempel,
maar je bent er nog niet. ‘Uw Rijk kome’. Jezus bidt het zijn Vader toe,
wenst het zijn Vader, dat Gods hartewens in vervulling gaat, dat Gods Rijk
kome.
Eerst Gods wensen en dan onze wensen: ‘geef
ons dagelijks brood, en vergeef ons, en beproef ons niet, maar verlos ons’.
Jezus leert ons eerst bidden. Daarna kun je pas verstaan wat Hij bedoelt als
Hij zegt: ‘Vraagt en gij zult verkrijgen’. De clou zit in de laatste regel.
‘Als jullie aan je kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal
dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen’.
Je mag alles vragen, want alles ..., dat is God Zelf ..., dat is de heilige
Geest. Als je de heilige Geest ontvangt, kun je echt bidden, weet je wat
God wil, weet je wat echt nodig is en weet je ook wat God je het liefst zal
geven. Laten we daarom dikwijls vragen - om de heilige Geest - want, dit
mag ik verklappen: God kan geen ‘nee’ zeggen, als we vragen om de heilige
Geest. Amen.