Preek op de dertiende zondag door het jaar C, 
serie 2003-2004
 

ARCHIEF PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week


KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)


Reacties? klik hier en stuur een e-mail.


Preek op twaalfde zondag door het jaar C, serie 2003-2004, C2004DHJ13.html.
Eucharistieviering op zondag 27 juni 2004, om 9.30 en 11.00 uur te Poeldijk en Monster. 
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.

E.L.:   1 Kon. 19, 16b-21 
Ev.L.:  Lc. 9, 51-62

Homilie
Wat is het eerste gebod? ....... Het eerste Gebod!?
Als je die vraag zou stellen aan mensen die niets met geloof en Kerk hebben. Wat zullen ze dan antwoorden? 

Een gebod? Wie gebiedt mij iets? Niemand hoeft mij iets te gebieden. Ik maak zelf wel uit wat ik doe. 

Een ander zal misschien zeggen: ‘Het eerste gebod is dat je doet waarvoor je betaald wordt. Een panalty goed nemen en Nederland in de halve finale zetten. 

Of: Het eerste gebod is dat je geniet van het leven. 
Of: Het eerste gebod is dat je loon krijgt naar werken. 

Waar draait het in het leven om? Dat we het samen goed kunnen vinden hier op deze aardbol? Wat is het belangrijkste in je leven? Voetbal of gezondheid, plezier, welvaart, geluk, vrede, winst, genieten, aanzien, status en invloed? 

Wat maakt een gelovige Christen nu anders dan anderen? 

Er zijn in het verleden allerlei onderzoeken gehouden over de verschillen tussen Katholieken en niet gelovigen. De verschillen waren minimaal. Katholieke huwelijken gingen ook uit elkaar, criminaliteit in katholieke milieus was niet minder enzovoort. 

De laatste jaren komt daar verandering in. Gelovigen doen meer vrijwilligerswerk, gelovigen geven meer aan goede doelen, gelovigen kiezen minder snel voor abortus en euthanasie, maar misschien valt het op. Het ene onderzoek gaat over mensen die zich katholiek noemen. Het andere onderzoek gaat over gelovigen. 

Vandaag komen een aantal mensen bij Jezus. Drie voorbeelden hoe mensen in het leven staan. Drie voorbeelden om eens te kijken waar jezelf staat. 

Er komt iemand naar Jezus toe en zegt: ‘Ik zal U volgen U ook heen gaat’. Waar ken ik die uitspraak van. ‘Heer, ik ben bereid met U zelfs gevangenis en dood in te gaan’. Dat zei Petrus ooit. En binnen vierentwintig uur zei hij driemaal dat hij Jezus niet kende. 

Iemand is enthousiast om Jezus te volgen. Maar voor Jezus kan je van alles invullen. Iemand is enthousiast voor de voetbal. Waar Oranje ook heen gaat, ik ga mee. Of ze verliezen of winnen. Ik ben erbij. Wat betekent het als iemand zegt: ‘Ik volg Oranje overal?’ Misschien betekent het dat hij Nederland beter vindt en dat hij patriottistische of nationalistische trekjes heeft, misschien is het gewoon een voetbalgek die overal achteraanholt, of dat hij dol is op uitstapjes en het massale gedoe? Wat betekent het? 

Niet anders is het als iemand tegen Jezus zegt: ‘Ik zal U volgen, waar U ook gaat’. Wat betekent dat? Vindt hij Jezus een superster, past Jezus in zijn eigen plannen, heeft hij hoge verwachtingen van Jezus? Is hij geïnteresseert in de leer van Jezus, in zijn sociale aanpak, in zijn houding tegenovert de politiek? 

Daarom is dat antwoord van Jezus ook belangrijk. Jezus ontnuchtert, confronteert, ontmoedigt zelfs, door met namen de problemen heel concreet te schetsen. ‘De vossen hebben holen, de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten’. Jezus heeft niets aan meelopers, Hij zoekt geen massa die meedeint en vervolgens bij het eerste de beste tegenslag de trainer voor vanalles uitmaakt. Jezus heeft apostelen nodig, medewerkers, die Hem volgen, die Hem beminnen, die Hij op den duur zelfstandig er op uit kan zenden. 

Zo geldt het ook voor de andere twee. De een woont nog thuis. Zijn vader is weduwnaar en heeft geen enkele interesse in de weg van Jezus. Zijn broers en zussen evenmin. Hij is de enige thuis die begrijpt wie Jezus is en wat er gedaan moet worden. Hij wil wachten met zijn roeping tot zijn vader overleden is. Dan is hij vrij om te gaan. Jezus maakt duidelijk dat Gods Koninkrijk geen uitstel duldt. Zijn broers en zussen hebben net zoveel verantwoordelijkheid voor hun vader. Maar hij heeft door zijn roeping een nog grotere verantwoordelijkheid, namelijk naar Gods Koninkrijk. 

Laat me nog afscheid nemen, zegt een derde tegen Jezus, laat me de erfenis nog regelen, en een afscheidsfeestje vieren, de spullen opruimen en verdelen. Ik heb nog een maandje nodig, dan ben ik wel klaar, dan ga ik met U mee. Hij zit nog vast, en wil langzaamaan loskomen. Maar dat werkt niet. Als je daarmee bezig blijft, besef je niet hoe groot het belang is waarvoor Ik je roep. 

Wat is het eerste gebod? Een goed sociaal stelsel, een goed verzekeringsstelsel, vrede in huis, waarbij ieder doet wat hij wil, als er maar geen ruzie is? Jezus confronteert, stelt zware eisen, ontwijkt de problemen niet, sust de gemoederen niet. Jezus weet wat het eerste gebod is: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen, met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand en al uw vermogens. En u zult uw naaste beminnen, uzelve gelijk’. 

Gisteravond hadden we de derde Relitainment gehouden. Het ging over onze kerk en over de vraag wat en wie nu eigenlijk Kerk is en hoe je samen Kerk bent. Hier in dit gebouw gaat het steeds opnieuw over God en Jezus. Maar veel mensen horen liever over mensen, over mensenzorgen, mensenverhalen, mensenlief en mensenleed. Zodra je God noemt, voelt het voor hen te zweverig, te abstract, wordt het ongrijpbaar en moeilijk. Dat is dus niet alleen een probleem van deze tijd. Dat was toen ook al zo. 

Het eerste Gebod: ‘God beminnen’, dat is Jezus eerste keus. Dat vraagt Hij ook aan ons: Als God bij jou niet op de eerste plaats staat, heb ik niets aan jou als volgeling. Als Gods Koninkrijk niet jouw hoogste doel is, dan heb ik niets aan jou als apostel. 

Hoever staan wij daarvanaf. We onderscheiden ons niet erg van hen die niet geloven, we twijfelen net zo hard, we mopperen net zo hard en hollen net zo hard achter van alles aan. Misschien mogen we Jezus vragen dat Hij met zijn vuur ook onze harten raakt, dat onze ogen opengaan en we gaan begrijpen: dat alleen als God, als Jezus bij ons op de eerste plaats komt, ons leven zijn echte diepte krijgt. Dat we niet bang zijn zweverig te lijken, alleen omdat we over God praten. Maar dat we gaan geloven, echt geloven. Amen. 


Reacties? Stuur een e-mail

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage



 
 
 
 
 
 

Counter