Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek
op het feest van de doop van de Heer, serie 2003-2004, C2004ADVKERST09.html.
Eucharistieviering te Poeldijk, op 10 januari 2004, 19.00 uur
en te Heenweg en Hoek van Holland 11 januari 2004, om 09.30 en 11.00 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
Homilie
Vandaag zouden we het laatste vers van het Rorate kunnen zingen. Consolamini,
consolamini. De woorden die Jesaja van God te horen krijgt: ‘Biedt troost,
spreek Jeruzalem moed in. God heeft de straftijd ingekort, haar schuld vergeven’.
Een woord van troost voor Gods volk. Even lijkt de Advent terug te zijn, als
we horen: ‘Uw God is op komst’.
Zoiets is het ook, want de doop van Jezus is de eerste gebeurtenis waarin
Hij echt naar voren treedt. Daarom een lezing die vol verwachting, vol hoop
uitziet naar Gods troost en ontferming: ‘Hij zal als een herder zijn schapen
weiden, ze in zijn armen samenbrengen, de lammeren dragen aan zijn boezem,
de schapen leiden met zachte hand’.
Met die verwachting begint ook het Evangelie: Het volk was vol verwachting.
Het volk ziet uit naar het aanbreken van een nieuwe tijd? Welke tijd? De tijd
van de Messias. Zodra er iemand opstaat die echt boven de middelmaat uitkomt,
gonst het van de geruchten. Zou het de Messias zijn? Zou Johannes de Doper
de Messias zijn?
Niemand weet het. Logisch, want niemand weet hoe de Messias eruit ziet.
Maar het optreden van Johannes, zijn ruwe kleding, geen enkele luxe, hard
voor zichzelf, geen blad voor de mond. Recht door zee, het water in, je zonden
belijden, geen medelijden met jezelf, geen valse schaamte, roep je zonden
uit en laat het water je wassen. Het water van de Jordaan, waar eens de priesters
in stonden met de Ark van het verbond. Toen week het water uiteen en Gods
volk stak de jordaan over om het beloofde land binnen te gaan. In dat water
maken mensen een nieuw begin. Dat is waar Johannes toe oproept.
En tussen al die mensen, heel gewoon, op zijn beurt wachten, zich voorbereiden
in gebed, meedoen met de boetebeweging van Johannes, als een van zijn volgelingen,
een gewone parochiaan, zo komt ook Jezus naar het water. Hij daalt erin af.
Hij komt er weer uit en Hij neemt even de tijd om tot zijn hemelse Vader te
bidden. En dan gebeurt het.
Lang geleden week het water van de Jordaan uiteen om de doortocht naar het
beloofde land te openen. Nu opent zich het definitieve Beloofde Land. We lezen
het: ‘Terwijl Jezus na zijn doop in gebed is, gebeurt het: ‘De hemel opent
zich en de heilige Geest daalt over Hem neer in de gedaante van een duif,
en een stem uit de hemel zegt: ‘Jij bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in
Jou heb Ik mijn behagen gesteld’.
Vader, Zoon en heilige Geest. De Hemel gaat open en even wordt zichtbaar
dat in Jezus hemel en aarde met elkaar verbonden zijn. Een drievoudig Verbond,
waarvan de Ark van het Verbond slechts een voorafbeelding was, een houten
kist, met goudbeslag, met engelenbeelden erop, met de stenen tafelen erin,
die ark was een voorafbeelding, net als de tempel, de wet, het priesterschap,
koningschap en profetie, net als de eredienst, net als het manna, alles was
voorafbeelding van dat wat zou gaan komen. Jezus is in gebed. Hier zie je
de volmaakte eenheid van Vader, Zoon en heilige Geest. De Vader getuigt, de
H. Geest verschijnt en de mens Jezus is de Zoon van God.
De heilige Geest wordt vandaag in het Evangelie twee keer genoemd. Eerst
spreekt Johannes de Doper over de heilige Geest. Dat is niet vreemd, want
bij hem thuis is de heilige Geest zeer vertrouwd. Zijn moeder Elisabet is
vervuld van de heilige Geest, als zij Maria begroet. Hetzelfde gebeurt met
zijn vader Zacharias. Ook hij wordt vervuld met de heilige Geest, als hij
Johannes zijn naam geeft. Die Geest heeft Johannes naar de Jordaan gestuurd,
die heilige Geest heeft hem gezegd dat niet hijzelf de Messias is, maar dat
de Messias sterker is dan hij. De Messias zal dopen met de heilige Geest en
met vuur.
Je kunt op dit gebeuren doordenken en in de geschiedenis hebben grote denkers
dat ook gedaan. Maar ik zou graag met u willen nadenken over het doopsel van
Jezus en uw eigen doopsel. We zijn begonnen met de besprenkeling met het
doopwater. Een herinnering aan uw doopsel. Eens zijn wij, net als het Volk
van God door het water gegaan om gered te worden van Farao en los te komen
van Egypte. Wij zijn als het Volk van God de Jordaan overgestoken. Wij zijn
net als Jezus door het water gegaan, kopje onder, en toen heeft God de Vader
ook tegen ieder van ons gezegd: ‘Jij bent mijn kind, mijn veelgeliefd kind,
ook in jou schep Ik behagen’.
Hoe is het om te leven als een kind van God? Zou dat niet een mooie vraag
zijn om onder elkaar te bediscussiëren? Hoe is het om te leven als een
kind van God? Laatst had ik het daar met iemand over, zomaar in een telefoongesprek.
Iemand die zich een tijd geleden heeft laten dopen. Dan blijkt het iets heel
moois te zijn om met al die andere mensen die willen leven als kind van God,
het geloof te mogen delen, je in te zetten voor Gods Koninkrijk, gewoon als
vrijwilliger, thuis en in je werk. Kind van God zijn, door de gewone dingen
anders te doen, met de liefde van God in je hart, in zijn liefde geborgen;
‘Jij bent mijn veelgeliefd kind’. Weten dat God blij is met je, blij is met
wat je voor Hem probeert te doen, al zijn het zwakke pogingen, bij al je falen
en je tekorten, blij omdat je het probeert: ‘In jou schep Ik behagen’.
Hoe is het om als kind van God te leven? Zo goed als God te zijn? Je vijanden
te beminnen? Want God is goed voor goeden en voor slechten. Hoe is het om
je andere wang toe te keren? Je gelukkig te prijzen in armoede en bij tegenslag?
Want je weet dat Gods liefde alles dubbel en dwars zal goedmaken. Hoe is het
om zó te leven, als kind van God? ... Het valt niet mee, ....... maar
het is het mooiste wat er is.
Feest van de doop van de Heer. We moeten nog iets meer zeggen over Johannes
de Doper. Hij is een perfect voorbeeld voor ons, om naar te kijken en te zien
hoe onze verhouding met Jezus moet zijn. Zo bescheiden en onopgemerkt als
Jezus in de massa op gaat, zo hoog geeft Johannes van Hem op: ‘Ik ben het
niet waard de riem van zijn sandalen los te maken’. Zoals wij voor de Communie
zeggen: ‘Heer, ik ben het niet waard dat U tot mij komt’. Of zoals de jongste
zoon die terugkeert zegt: ‘Vader, ik ben het niet waard uw kind te zijn!’
Dan is het doopsel het omgekeerde, dan zegt de Vader: Doe hem een nieuw kleed
om en doe een ring aan zijn vinger, want jij leeft en bent mijn kind, je
leeft.
Johannes zegt: Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. Die twee,
de heilige Geest en dat vuur, hebben alle met elkaar te maken, denk maar aan
pinksteren. Die hebben ook alles met Jezus te maken en dus ook met ons, kinderen
van God, brandend van liefde voor God en de naaste, vol vuur ijverend voor
Gods koninkrijk, vol troost, die de heilige Geest schenkt en die wij doorgeven.
Wij zijn gedoopt met de heilige Geest en met vuur. Vuur van Gods liefde,
die sterker is dan de dood, Gods liefde die eeuwig leven geeft. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail. Terug
naar top van deze pagina Terug naar homepage