Preek tijdens de gezinsviering Preek tijdens de zondagsviering
Preek
op het feest van Driekoningen, serie 2003-2004, C2004ADVKERST08.html.
Hoogfeest van de Openbaring des
Heren, Eucharistieviering te Poeldijk, op 3 januari 2004, 19.00 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
- Drie kinderen doen als koning verkleed mee.
In de dialoog met de kinderen op het priesterkoor is de volgende overweging
de rode draad.
Hier zien jullie de drie koningen.
Wie ben jij .... etc.
Drie koningen. Drie wijze koningen. Het zijn drie vrienden, die alles wisten
over de sterren en de natuur. Drie vrienden die alledrie ook hun eigen speciale
talenten hadden en die alledrie op zoek waren.
Caspar is de wijze koning van Tarsus. Hij brengt goud mee. Hij heeft een
wat lichte huid.
Melchior is de wijze Koning uit Arabië. Hij brengt wierook mee. Zijn
huid is donkerder.
Baltasar is de wijze koning uit Ethiopië. Hij brengt mirre mee. Zijn
huid is heel donker.
Koning Caspar is heel zijn leven op zoek naar een wijze koning. Welke koning
is zo wijs dat hij zijn land kan besturen in vrede? Welke koning is zo wijs,
dat hij recht kan spreken tussen arm en rijk? Welke koning is zo wijs dat
hij waarheid van leugen kan onderscheiden? Wie wijst mij de weg naar de wijsheid?
Koning Melchior is heel zijn leven op zoek naar een wijze priester, die hem
alles kan vertellen over God. Wie is zo wijs dat Hij mij kan zeggen wie God
is en hoe God is. Wie kan mij leren hoe ik God kan eren op de goede manier?
Wie kan mij de weg wijzen tot eeuwig leven. Wie leert mij de waarheid?
Koning Baltasar is heel zijn leven op zoek naar iemand die de vraag kan beantwoorden
over het lijden. Waarom is er verdriet? Waarom gaan we allemaal dood? Waarom
is er zoveel lijden in de wereld. Wie kan mij zeggen waarom de mens moet
sterven? Wie kan mij leren het lijden te overwinnen. Wie schenkt mij eeuwig
leven?
Onderweg krijgen de drie koningen ruzie. Caspar zegt. Ik heb gedroomd over
de ster. De ster zei: volg mij. De koning die jij zal vinden is de Weg die
jij zoekt.
Maar Melchior zegt. Dat zal wel niet, want ik heb ook gedroomd. En de ster
zei tegen mij: Volg mij, want de koning die je zult vinden is de Waarheid
die jij zoekt.
Dan zegt Baltasar. Vergeet het maar. Want in mijn droom zei de ster: Volg
mij. De koning die je zult vinden is het Leven zelf.
Ze zwijgen even. Want het zijn wijze mensen. Dan zegt Caspar: De koning die
wij gaan bezoeken wil vast niet dat we ruzie maken. Hij is de koning van
de vrede. Laten we dus eerst goed luisteren naar elkaar.
Ja zegt Melchior. Deze koning leert ons ruzie te overwinnen en samen God
te eren.
En Baltasar zegt: Jullie hebben gelijk. Ik begrijp nu dat we alledrie de
waarheid spreken. De koning die wij zullen vinden is de Weg, Hij is de Waarheid
en Hij is het Leven. De ster spreekt tot ieder van ons, in onze taal. Maar
die koning is meer dan wij afzonderlijk ons kunnen indenken.
En inderdaad. Als Jezus groot is, zal Hij het later zelf zeggen: ‘Ik ben
de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie Mij volgt, zal niet verdwalen in de
duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.
Wij willen nu onze gaven naar het kind in de kribbe brengen. Goud, wierook
en mirre. En we willen onze koning vragen, dat Hij ons leert om in vrede
met elkaar te leven. Dat Hij ons leert God te eren en te dienen. En dat Hij
ons leert te geloven in het eeuwige leven. Amen.
Terug naar het begin
Preek op het feest van Driekoningen, serie 2003-2004, C2004ADVKERST08.html.
Eucharistieviering te Poeldijk, op 3 januari 2004, 19.00 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
Hoogfeest van de Openbaring des Heren
E.L.: Jes. 60, 1-6
T.L.: Ef. 3, 2-3a. 5-6
Ev.L.: Mat. 2, 1-12
Homilie
Epiphanie. Dat is de officiële benaming voor het feest van vandaag.
Een titel die mooi aansluit bij de openingswoorden van de eerste lezing:
‘Laat het licht u beschijnen’. We hebben Kerstmis gevierd; het mysterie van
God die in ons leven komt. Wat is eigenlijk Kerstmis? Met al de vieringen
die achter ons liggen is het goed om daar nog even apart over na te denken.
Waarom is Jezus geboren? Waarom hebben wij een Messias nodig? Waarom stuurt
God zijn eigen Zoon? Waarom ‘God uit God, Licht uit Licht, Ware God uit de
Ware God?’ Paulus tipt het aan in de tweede lezing: ‘Nooit is het onder vroegere
geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu is geopenbaard’.
Je moet terug naar de eerste verhalen in de Bijbel. De mens leeft in harmonie
met God. Dat is zijn bestaan. De aarde is een paradijs, het leven is volmaakt.
Daar zit de kern, de mens leeft in harmonie met God. Wat is dat? Daar past
slechts één woord bij: ‘Gehoorzaamheid’. Maar let op, dat is
niet een soort robot-gedrag, het domweg opvolgen van instructies, maar innerlijk
weten wat goed is met hart en verstand, en daarnaar handelen. De mens wist
uit zijn relatie met God wat goed was. Hij wist ook wat niet goed was. Alleen
wist hij dat niet zozeer met zijn verstand, maar met zijn hart. De mens wist
wat niet goed was omdat God dit tegen hem zei, niet uit eigen ondervinding.
De mens wist wat niet goed was. Wanneer de mens er dan voor kiest om toch
iets te doen dat niet goed is, wordt de mens voor het eerst ontrouw aan zijn
diepste eenheid, zijn eenheid met God. Alles wat daarna volgt is gevolg van
dat ene.
Één keer ontrouw aan je diepste eenheid, en die ontrouw, die
ongehoorzaamheid, eigenwijsheid, halsstarrigheid zet zich door. Wat is Jezus
komen doen? Juist dat herstellen. De mens terugbrengen in die staat van eenheid
met God. Trouw worden en trouw blijven aan je diepste innerlijke wijsheid,
je diepste innerlijke liefde, je diepste innerlijke eenheid met God. De mens
genezen en onderwijzen en zo de mens volledig herstellen.
Dit is voor ieder van ons te begrijpen. Want het gebeurt in onszelf. Bij
kleine kinderen zie je het al. Ze barsten van de slaap, maar verzetten zich
ertegen, beginnen te huilen als ze naar bed moeten, tot ze al huilend in
slaap vallen. Dat waarvan moeder zegt, niet aankomen, wordt juist aantrekkelijk.
Hoe vaak zijn wijzelf niet dom, doen we dingen, kopen we dingen, zeggen we
dingen, waarvan we soms op dat moment al weten: dit had ik niet moeten doen,
niet moeten kopen, niet moeten zeggen. In ons diepste innerlijk weten we
het, maar de invloeden van buiten zijn net zo sterk als het gefluister van
een slang in je oor, zo sterk dat je feitelijk doet wat je niet wilt doen,
en niet doet wat je diep van binnen weet dat je wel moet doen. Je mag dat
een verbond noemen. Het verbond in het innerlijk van de mensen zelf. Jouw
innerlijk verbond met God, die innerlijke harmonie.
Nu zijn er mensen die zeggen. Ja dat herken ik wel, ik voel wel eens iets,
een spontane impuls, maar ik doe het niet omdat anderen vinden dat het niet
kan. Maar nu, sinds kort, doe ik het wel. Ik doe nu wat er in mijn hart opkomt.
Je ziet ze dan soms opbloeien, maar na een tijdje, worden het meer en meer
egoïstische types, die alleen nog leven voor wat ze zelf voelen en denken
en na een poosje hollen ze weer achter allerlei andere dingen na. Eenheid
tussen hart en verstand, vraagt ook een zuivering. Je verstand gaat weer
luisteren naar je gevoel, maar je gevoel moet ook luisteren naar de wijsheid
van het verstand. En als dat dan lukt, is dat is nog niet hetzelfde als luisteren
naar God zoals we dat in Jezus zien.
Waarom is Jezus mens geworden? Omdat door die breuk in ons diepste innerlijk,
wij de draad kwijt zijn. En als je die breuk geneest, ben je er nog niet.
Je moet als het ware opnieuw leren lopen op Gods paden, je moet leren luisteren
naar Gods woord, je moet leren zien wat God je laat zien, je moet Gods woorden
leren spreken. Anders gezegd. Je moet leerling worden. En misschien is dat
wel de grootste handicap van de moderne mens, dat we geen leerling meer willen
zijn en te weinig leraren hebben. Dat geldt voor alle mensen van alle culturen,
alle tijden, landen en situaties.
Vandaag vieren we dat enkele vreemdelingen, magiërs, wetenschappers
uit hun tijd, sterrenkundigen en wijsheidsleraars op bezoek komen bij een
klein kind. Alle tekenen die zij zien, wijzen erop dat in dit kind waar wordt
wat heel de mensheid nodig heeft. In dit kind wordt de eenheid tussen God
en de mens hersteld. Niet omdat Jezus zo’n gave mens is, dat is Hij wel,
maar omdat Hij God Zelf is, die Mens geworden is. Deze wijzen aanbidden God,
knielen voor God neer, bieden God geschenken aan in dit Kind. Zij maken de
woorden van de profeet Jesaja waar. ‘Bewoners uit Sjeba komen naar U toe,
ze voeren goud en wierook aan’. En de woorden uit de psalm 71: ‘Vorsten van
Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken. Arabische heersers en Ethiopen
betalen Hem accijns’.
Zo heeft de legendevorming deze onbekende wijzen omgevormd tot drie koningen.
Zo werden ze steeds verder ingevuld. Caspar is de wijze koning geworden uit
Tarsus. Hij brengt goud mee. Hij heeft een wat lichte huid. Melchior is de
wijze Koning geworden uit Arabië. Hij brengt wierook mee. Zijn huid
is donkerder. Baltasar is de wijze koning geworden uit Ethiopië. Hij
brengt mirre mee. Zijn huid is heel donker. Ze zijn op zoek naar de ware
wijsheid. Wijsheid die in zoveel dingen zichtbaar wordt. Laten we het nog
wat verder invullen:
Koning Caspar is heel zijn leven op zoek naar een wijze koning. Welke koning
is zo wijs dat hij zijn land kan besturen in vrede? Welke koning is zo wijs,
dat hij recht kan spreken tussen arm en rijk? Welke koning is zo wijs dat
hij waarheid van leugen kan onderscheiden? Wie wijst mij de weg naar de wijsheid?
Wie hem dat kan leren, zal hij eren met goud.
Koning Melchior is heel zijn leven op zoek naar een wijze priester, die hem
alles kan vertellen over God. Wie is zo wijs dat Hij mij kan zeggen wie God
is en hoe God is. Wie kan mij leren hoe ik God kan eren en dienen op de goede
manier? Wie kan mij de weg wijzen tot eeuwig leven. Wie leert mij de waarheid?
Wie hem dat kan leren zal hij eren met wierook.
Koning Baltasar is heel zijn leven op zoek naar iemand die de vraag kan beantwoorden
over het lijden. Waarom is er verdriet? Waarom gaan we allemaal dood? Waarom
is er zoveel lijden in de wereld? Wie kan mij zeggen waarom de mens moet
sterven? Wie kan mij leren het lijden te overwinnen? Wie schenkt mij eeuwig
leven? Wie hem dat kan leren zal hij eren met mirre.
Jezus zal later zeggen: ‘Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Ik ben
de weg, de waarheid en het leven. Wie mij volgt zal het licht van het leven
bezitten. Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt en
Ik zal u rust en verkwikking schenken en leert van Mij, Ik ben zachtmoedig
en nederig van hart. En gij zult rust vinden voor uw zielen’. Jezus herstelt
de eenheid met God. Hij schenkt een Nieuw Verbond. Dat herstel van het Verbond
vindt diep in ons hart plaats en het betekent dat we weer kunnen luisteren
naar de diepste waarheid die God in ons hart legt. Het betekent een nieuwe
gehoorzaamheid en trouw. De wijzen hebben het gevonden. Nu wij nog. Amen.