Preek op Nieuwjaar, serie 2003-2004, C2004ADVKERST07.html.
Eucharistieviering te Poeldijk, op 1 januari 2004, 09.30 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
Hoogfeest van de H. Maagd Maria, Moeder van God
E.L.: Num. 6, 22-27
T.L.: Gal. 4, 4-7
Ev.L.: Luc. 2, 16-21
Homilie
Een goed begin is het halve werk. De morgenstond heeft goud in de mond. De
eerste klap is een daalder waard. Dit jaar horen we bij de vroege vogels,
alhoewel, half tien is natuurlijk nog geen dauwtrappen, het zijn geen tijden
uit het verleden, waarbij je met je vader en moeder voor zevenen door de
sneeuw naar de kerk liep. Half tien is natuurlijk eigenlijk nog een soort
uitslaaptijd, zeker voor een gebied als het Westland.
Verleden jaar keken we op deze dag uit naar de samenwerking. We waren al
een beetje begonnen met rouleren en in januari hebben we toen de samenwerkingsovereenkomst
feestelijk ondertekend. Nu is er weer een nieuwe samenwerking, één
Gemeente Westland. Die nieuwe gemeente zal sommige dingen vergemakkelijken,
het wordt meer één geheel, maar het zal andere dingen bemoeilijken.
Daar hoef je niet helderziend voor te zijn.
Een nieuw jaar, een goed begin is het halve werk. Maar wat is een goed begin?
Dat is wat we nu hier doen. Gisteravond dankzegging en terugblik. Vandaag
ook dankzegging met daarbij een bede om zegen en vooruitkijken. Een goed
begin betekent dat je met het belangrijkste begint. Daarover zei Jezus ooit
het volgende: ‘Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid en al het
overige wordt u toegeworpen’. Een paar jaar geleden had ik bij dit Woord
een kleine maar duidelijke ervaring. Deze zin probeer ik zelf ook als lijfspreuk
te houden. Ik was met vrienden op vakantie in Duitsland en Polen. We zochten
een hotel voor de nacht en we wilden ook ergens de volgende dag de Eucharistie
kunnen vieren. Je kunt dan kiezen. Zoek je eerst het hotel of zoek je eerst
de kerk. Op dat moment komt deze zin van Jezus naar voren. We rijden eerst
door het dorp en zoeken de kerk. Daar loopt een mevrouw, de kosteres. We
vragen of we daar de volgende dag de Eucharistie kunnen vieren. Dat was geen
enkel probleem. Zij zorgt voor de sleutel op de tijd die we vroegen. Daarna
vragen we of ze ook een goed en niet te duur hotel wist. Jazeker, en ze wees
ons waar we moesten zijn. Een prima hotel, dat we zelf zeker niet hadden
gevonden. Kleine gebeurtenissen, die je soms nodig hebt om even bevestigd
te worden dat die volgorde in je keuze belangrijk is.
Deze morgen liggen veel mensen wat langer op één oor. Maar
u bent hier en de titel van de orde van dienst luidt: ‘Gezegend ben je’.
Dat woord heeft ooit geklonken tot een meisje uit Nazaret: ‘Gij zijt de gezegende
onder alle vrouwen’. Ze is gezegend omdat ze heeft geluisterd naar Gods Woord
en daaraan de absolute voorrang gaf; Gods Woord dat zij diep in haar hart
ontving, dat voor haar volkomen werkelijkheid was geworden, Gods Woord dat
in haar leven krachtig was en doorwerkte, dat haar op weg zette en inzicht
gaf, Gods Woord dat zij in haar hart bewaarde en overwoog. Zó werkelijk
was Gods Woord in haar hoofd en hart aanwezig dat Gods Woord vlees werd in
haar lichaam.
We sluiten het Kerstfeest af op deze achtste dag met het hoogfeest van Maria,
moeder van God. Zij is moeder van God geworden omdat God op de eerste plaats
kwam. Die keuze was leidraad voor heel haar leven. Hoe jong dat al bij haar
aan het licht kwam is niet duidelijk in het Evangelie, maar de Apostelen
en de eerste Christenen hebben al ervaren dat het bij Maria nooit anders
is geweest. Altijd aan God toegewijd en daarom gezegend onder alle vrouwen
en geschikt om moeder van Gods Zoon te worden. We eindigen dit kerstfeest
van acht dagen niet zozeer met een nieuwjaarsviering bij het begin van het
nieuwe kalenderjaar, maar als afsluiting van de kersttijd met die vrouw die
door haar jawoord deze tijd mogelijk heeft gemaakt. Vandaag willen we bidden
dat ook wijzelf deel mogen krijgen aan haar zegen. Het woord dat wij bidden
in het Wees Gegroet, is een uitspraak van Elisabet: ‘Gij zijt de gezegende
onder de vrouwen. En een andere keer zegt zij: ‘Jij bent gezegend omdat je
hebt geloofd wat jou namens de Heer is gezegd’.
Wij willen aan God vragen dat dit jaar een gezegend jaar wordt. Daarom ging
de eerste lezing over de zegen die God aan de priesters van Israël gaf.
Een zegen met een belofte, God verbindt zich aan Aäron en zijn priestergeslacht:
‘Als gij zo mijn Naam over de Israëlieten uitspreekt, zal Ik hen zegenen’.
God belooft te zegenen als zij zo zegenen. God verbindt zich aan deze priesterlijke
dienst. Maar het zijn de mensen die gezegend worden. En willen zij gezegend
worden? Komen zij naar de priesters om die zegen te ontvangen? Het zijn de
twee kanten, twee partners van het Verbond. God wil zegenen, belooft zijn
zegen, maar willen wij gezegend worden en steeds opnieuw om die zegen vragen.
Het valt en staat met de keuze. Kies je eerst voor God? Zoals ook het gebod
luidt dat Jezus ons na heeft gelaten; ‘Bemin God en bemin je naaste als jezelf’. Wat is de eerste keuze die
dit jaar mag gelden? Is dat een keuze waarin wij om Gods zegen vragen? Een
keuze voor zijn koninkrijk, met rechtvaardigheid, eerlijke verdeling, God
en de naaste vooraan, geloof en gebed eerst veilig stellen. Krijgt Gods gemeenschap,
Gods gezin, Gods Kerk voorrang op de economie, op het werk in onze welvaartmaatschappij?
Wat worden onze keuzes dit jaar? Krijgt ‘aandacht voor de naaste’ voorrang op nieuwe uitdagingen voor jezelf? Of weet je
het te combineren? Kun je je hobby inpassen in die keuze voor God? Kun je
zelfontplooiing vinden in de dienst aan God en de naaste? Kun je het Kerk-zijn
ontdekken als een diepere ontplooiing en grotere winst dan alles wat de economie
en de welvaart ons kan bieden?
Vandaag worden we uitgenodigd net als Maria de keuzes te maken die God kan
zegenen. Want als God ze kan zegenen en wij kiezen voor Hem, dan zal Hij
ze zegenen en dan zal het hele jaar 2004 een werkelijk gezegend jaar zijn.
Amen.