Preek op de vijftiende zondag door het jaar B, 
serie 2002-2003

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie 
klik hier en zoek de juiste week 

KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio) 
KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)


Reacties? klik hier en stuur een e-mail. 

Preek op de vijftiende zondag door het jaar B, B2003DHJ15.html.
Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
za. 12/7/2003, zo. H. Machutus te Monster en 11.00 uur H. Bartholomeus te Poeldijk.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.
   
E.L.:      Amos 7, 12-15   
Ev.:       Mc. 6, 7-13

Homilie

Vertrouwen, dat zou je als kernwoord in deze lezingen kunnen zien. Waarom vertrouwen? Het staat toch nergens letterlijk? Nee het is meer de houding die hier wordt verondersteld. Kijken we eerst naar de profeet Amos. Ik ben een veehoeder en een vijgenkweker. Eigenlijk had hij een soort gemengd bedrijf zoals we dat hier in het Westland in het verleden ook wel tegenkwamen. Een tuinder met bovendien een flink koppel dieren. We hebben in de pastorietuin van Poeldijk ook een vijgenboom staan, en je komt ze meer tegen in het Westland, het is een geliefde vrucht in Israël, omdat je deze kan drogen en in veel producten verwerken.

Wat heeft Amos, een boer en kweker bewogen om zijn werk in de steek te laten en als profeet op te treden. Dat was niet gemakkelijk. Er waren in die tijd profetengildes, zoiets als nu een titel van de universiteit. Amos had geen doctor of doctorandus voor zijn naam staan. Profeet was een eerbaar beroep, met een gezond inkomen, je had status, er was een soort beroepsvereniging en de gebieden waren verdeeld, elke regio had zo zijn eigen gilde of afdeling.

Amos doorbreekt dit alles, zoals hij ook de ingeslapen moraal doorbreekt. Amos ziet hoe onrecht wordt goedgepraat. Profeten die voor een goed salaris zeggen wat de betaler horen wil. Er is onlangs een boek verschenen over journalisten in de autobranche, waarin allerlei kleine en grote omkooppraktijken aan het licht worden gebracht. Een autojournalist moet natuurlijk iets goeds over die nieuwe auto schrijven. Dus nodigt de autofabrikant hem uit voor een leuk weekend, dan gaat hij naar huis met een nieuw horloge, een aardig koffertje, een kleinigheid voor zijn vrouw en iets leuks voor zijn kinderen, absoluut niet bedoeld om hem te paaien.

Alle beroepen lopen het risico daarin te verzanden. Maar als dat met journalisten gebeurt, of nog erger met de politie of de rechterlijke macht, of ook met priesters en pastores, dan zit de rot in de wortel van de samenleving en plukt de bevolking de wrange vruchten. Amos wordt geroepen en gezonden om alle onrecht aan te klagen. Ja hij is profeet, maar dan opnieuw zoals een profeet bedoeld is. En eenmaal achter zijn dieren vandaan moet hij er maar op vertrouwen dat God hem een helpende hand biedt.

Datzelfde vertrouwen zien we nog duidelijker bij de uitzending van de leerlingen van Jezus. We horen in onze dagen over de uitzending van Nederlandse mariniers naar Irak. Discussies na het debacle in Srebrenica. Zijn de risico’s niet te groot? Worden we zo geen handlangers van de VS? Maar als we het niet doen, laten we dan de goedwillenden in Irak niet aan hun lot over? Geef je dan niet aan Saddam Hoessein opnieuw de vrije hand? De soldaten krijgen lichte bewapening, ze krijgen militaire ondersteuning van de Engelsen, ze gaan gepakt en gezakt, met goed en modern materieel, ze moeten temperaturen van 50 graden Celcius verduren en moeten hun militaire macht uitoefenen om daar orde op zaken te stellen.
En dan die leerlingen van Jezus. Geen voedsel, geen reiszak, geen waardevast geld. Ze hoeven nog net niet op blote voeten, ze mogen sandalen dragen, geen dubbele kleding. Dus helemaal geen reserve. Ze moeten maar vertrouwen dat ze alles krijgen wat ze nodig hebben. Ze moeten maar vertrouwen dat ze aardige mensen tegenkomen. Ze moeten maar vertrouwen dat ze hun werk kunnen doen. En geen macht van wapens, geen macht van de overheid, zoals politie of rechterlijke macht. Nee, de macht die zij krijgen is de macht om goed te doen, om boze geesten te verdrijven, zodat de Goede Geest de ruimte krijgt. Ofwel, ze brengen de Goede Geest, waardoor de kwade geest geen kans meer krijgt.

Waar lijkt dit op? Denk eens aan het Joodse volk in de woestijn. Zij hebben geen vertrouwen, ze schelden op God, op Mozes, op alles wat hen overkomt. Liever terug en als slaaf een stukje vlees, dan vrij in de woestijn met amper brood om te eten. Dan besluit God dat de volgende generatie niet eerder in het beloofde land komt, dan dat ze hebben leren vertrouwen. Je kunt geen band met God opbouwen, als je niet leert vertrouwen. En hoe leer je vertrouwen? Door in moeilijke omstandigheden te ontdekken dat Hij voor je zorgt. Veertig jaar trekt het volk door de woestijn. Ze hebben voldoende te eten, ze hebben voldoende te drinken, de kleren die ze dragen lijken niet ouder te worden, geld hebben ze niet meer, het laatste is opgegaan aan het gouden kalf. Maar ze hebben ook geen geld nodig. Het wordt veertig jaar levensschool in vertrouwen.

Ook de leerlingen moeten leren vertrouwen. Hun macht is goedheid, goed doen aan mensen. Ze mogen geen winst maken, wat ze zomaar gekregen hebben, zullen ze net zo moeten geven. Maar ze mogen aannemen wat ze nodig hebben om van te leven. We hoorden in deze dagen dat de Congregatie van de zusters van Moeder Teresa probeert om de rechten op haar naam vast te leggen. Het is hun een doorn in het oog, dat allerlei bedrijven en bedrijfjes, dingen maken en verkopen met haar naam erop. Geldinzamelingen met haar naam erbij, waarvan de helft of meer aan de strijkstok blijft hangen. Vanaf het begin is Moeder Teresa daar fel tegen geweest. Geen geldinzamelingsacties in haar naam. Voor je het weet wordt jouw naam een dekmantel voor geldklopperij. Dat heeft Moeder Teresa geleerd uit het Evangelie. Gaven en giften zijn goed, je mag ze ook aannemen als ze maar daar komen waar ze moeten komen.

Is dat niet een schril contrast met de wereld waarin we leven en waar we zelf bewust of onbewust toch ook aan meedoen? Onze hoop steunt al te vaak op een goed draaiende economie. De angst slaat toe als er een recessie inzet. Ons vertrouwen is gericht op onze levensverzekering, ons huis en ons pensioen, pas op dat er geen gat in zit. Onze toekomst ligt in onze kinderen die een goede opleiding, een mooie baan en een aardige wederhelft hebben. Ons uitzicht ligt in een onbezorgde oude dag en, maar dat komt dikwijls niet zo uit. Onze eer ligt in de mening van onze omgeving, wat zij van ons denken. Onze status ligt in ons bezit en onze relaties. Onze eigenwaarde ligt in onze gezondheid en onafhankelijkheid. Onze vreugde ligt in de uitjes en de gezellige bijeenkomsten.

Maar de echte onafhankelijkheid, toekomst en vreugde zien we bij Amos, nog meer bij Jezus en daarna bij zijn leerlingen. Zij zijn helemaal vrij om goed te doen. Onbelemmerd goed doen, niet afgemeten, met dubbeltjes en kwartjes, maar mateloos, door je hele leven en al je tijd, dat is het Rijk van God. Door niets gehinderd worden om goed te doen met alles wat je hebt en wat je bent. Meer is niet nodig. Vertrouw erop dat God daarbij aan jouw kant staat en jou alles geeft wat je nodig hebt om die boodschap uit te dragen. Dan zie je mensen beter worden en herstellen, dan zie je Gods koninkrijk doorbreken. Zij zijn erin voorgegaan. Nu wij nog Amen.

Reacties? Stuur een e-mail


Terug naar top van deze pagina 

Terug naar homepage 

NedStat