Preek op de derde zondag van de Advent jaar B,
serie
2002-2003
ANDERE PREKEN VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik
hier en
zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET
LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties?
klik
hier en stuur een e-mail.
Adventslied gedurende de vier zondagen
van de Advent
Preek op de derde zondag van de Advent jaar
B, serie 2002-2003, Boeteviering
B2003ADV02.html. Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus
te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 14/15-12-2002, 19.00 /10.00 uur, A.M.D.G.
E.L: Tess. 5, 16-24
EV: Joh. 1,6-8. 19-28
Homilie
Deze week stond onze paus in de krant in Italie
(zie link KN).
Hij had het woord van de profeet Jeremia geciteerd en naar het heden vertaald.
Bekeken vanuit de profeet Jeremia lijkt het erop alsof God zich heeft terugetrokken
uit deze wereld. En die zin is met koppen in de krant gekomen. De Volkskrant
van vrijdag concludeerde: 'Wat de paus betreft is kennelijk alle hoop verloren.'
Maar de conclusie van de paus luidde: 'Verkondig dus de getrouwheid van
God, die ons uit de afgrond van de zonde wil leiden naar de verlossing.'
Dit ter intro. Misschien hebt u ook de Westlandse Courant gelezen, met mijn
interview over de Advent. Toen ik het er later met iemand over had, begreep
ik uit zijn reactie dat je het op verschillende manieren kunt lezen; je zou
het kunnen lezen als kritiek op oudere mensen, of als kritiek op de jeugd.
Misschien hebt u het nog niet gelezen, leest u het eens, maar lees het dan
in het kader van mijn bedoeling. Advent is een kans om te komen tot de kern
van Kerstmis. Het is jammer als mensen die kans zou laten schieten. En natuurlijk
heb ik ook kritiek, maar dat is vooral kritiek op onze huidige maatschappij,
die wereld waar we allemaal deel van uitmaken. Niet speciaal kritiek op
jongeren of ouderen apart. Het is eerder andersom, in mijn visie zijn de
jongeren in onze tijd grotendeelsdeels slachtoffer van onze moderne maatschappij.
Dit als inleiding op ons gewetensonderzoek. Want in die maatschappij staan
wij en we houden hem deels ook zelf in stand. Het was een jonge journaliste
die mij interviewde en die zelf ook schreef voor de daklozenkrant. Zij ergerde
zich aan de mentaliteit waarin het bij Kerstmis dikwijls vooral om eten
draait. Jonge mensen kunnen ons soms een harde spiegel voorhouden. Hoe bereiden
wij kerstmis voor? Gebruiken we de Advent als voorbereiding op Kerstmis.
Het zijn de eerste vragen voor het gewetensonderzoek in deze boetevieringen.
Aan de hand van Johannes de Doper willen we naar onszelf kijken.
Johannes komt om te getuigen van het licht. Dat betekent dat er in deze
wereld duisternis is. Johannes zegt: ‘Maak de weg recht voor de Heer’. Het
roept deze vraag in ons op. Waar is mijn levensweg krom? Waar volg ik niet
de rechte weg? Ben ik niet rechtvaardig, maak ik wart recht is krom? En vragen
we ons dat eerst af in onze relatie met God. God beminnen en de naaste als
jezelf. Staat God centraal in mijn leven? Hoeveel tijd maak ik voor God, in
gebed, in de viering? Of is God de sluitpost van mijn tijdplanning, van mijn
weekrooster? Hoe belangrijk is God voor mij? Mag Hij er zijn als ik problemen
heb, of ben ik er ook voor Hem, om te bouwen aan zijn koninkrijk? Die radicaliteit
in keuze voor God, zoals Johannes de Doper dat doet en Jezus Zelf met Name,
dat totale vertrouwen in God, schrikt me dat af of trekt me dat aan? Is God
de Allerhoogste in mijn leven, is Hij begin en einde, kern en doel? Maken
we het even stil.
Acclamatie:
Johannes houdt ons ook een spiegel voor over hoe we omgaan met de ander.
Johannes spant zich in voor het welzijn van de mensen. Het diepste welzijn
van mensen heeft te maken met hun relatie met God en de naaste. Genieten
op zich maakt niet gelukkig. Het gaat om iets anders, iets diepers dat echt
gelukkig maakt. Johannes geeft zich helemaal voor het echte geluk van anderen,
hij brengt mensen bij God, heel zijn leven staat in dat teken. Om mensen
verder te kunnen helpen, ontzegt hij zich alles. Een leven in de woestijn
heeft hij over om zo mensen tot bekering te brengen, opdat zij hun leven
opnieuw richten op God, om ook zelf dienstbaar te zijn. Zijn dienstbaarheid
is een spiegel voor ons. Wat mag het ons kosten om anderen gelukkig te zien
en span ik me in voor hun echte geluk. Durf ik ook positief over geloof te
spreken en tegelijk erop te wijzen welke dingen een hindernis vormen? Kan
ik zelf naar de achtergrond treden, opdat God en de naaste meer aan bod kan
komen? Johannes gaat heel ver daarin, hij noemt zich de stem. Meer hoeft
van hem niet, een stem die verkondigt wat God te zeggen heeft. Zo klein maakt
hij zich. Bevragen we ons op bescheidenheid, op eenvoud, hoe oprecht ben
ik, kan ik anderen ruimte geven? Maken we het stil om als er hierin punten
zijn die mij aangaan, ik dat in Gods hand kan leggen.
Acclamatie:
Maar ook onze visie op onszelf komt bij Johannes helder aan bod. De oudsten
vragen hem: ‘Wie ben jij?’ Een vraag die we ook aan onszelf kunnen stellen:
‘Wie ben jij?’ Hoe denk ik over mijzelf? Dat kan soms extreem zijn en van
te klein tot te groot gaan. Heb ik een minder waardigheidscompex, zie ik
me zelf als niets waard, een wegwerpmens die niet meetelt. Of is het nog
ingewikkelder, stel ik te hoge eisen aan mezelf en kan ik daar logischerwijs
nooit aan beantwoorden? Dan is het goed te beseffen dat we daarmee de liefde
van God ver onderschatten. God bemint ons niet omdat we zo goed of knap zijn,
maar omdat we zijn kinderen zijn, met onze beperkingen. Maar ook de andere
kant. Overschatten we onszelf, vinden we onszelf en onze mening de belangrijkste?
Vind ik dat eigenlijk iedereen naar mij moet luisteren? Of is het nog ingewikkelder,
heb ik eigenlijk een miderwaardigheidscomplex, maar overschreeuw ik dat door
me groter voor te doen dan ik ben? Johannes durft te zeggen wie hij is. Hij
heeft zichzelf geaccepteerd. Hij ziet zichzelf in het licht van God. Zijn
relatie met God is bepalend voor zijn diepste innerlijk. Hij is niet iemand
anders, wil ook niet iemand anders zijn, hij is dankbaar voor zijn roeping,
dat hij stem mag zijn. Zijn wij dankbaar voor onze roeping, in het huwelijk,
in ons vrijwilligerswerk. Zien we het als een uitnodiging van God en als
een vorm om tot ontplooiing te komen naar Gods bedoeling. Wie ben ik in Gods
ogen? Maken we het stil, opdat we open worden voor Gods liefde.
Acclamatie.
Hebben we ook oog voor heel de schepping, hoe gaan we daarmee om? Hoe staan
we tegenover deze maatschappij waarin we worden bedolven onder de mogelijkheden
tot uitgaan, kopen, eten, ontspanning, een mega aanbod om van alles te kunnen
genieten? Kan ik ook nee zeggen? Begrijp ik dat genieten op zich niet gelukkig
maakt. Mag het genieten een toegift zijn in plaats van een doel? Kan ik
tegelijk tevreden zijn en kan ik iets missen? Mag goed iets kosten of moet
het vanzelf gaan? Maken we het stil om in de stilte Gods woord in ons te
laten binnendringen. Gods Woord dat ons vrijmaakt, dat ons redt.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar
top van deze pagina
Terug naar homepage
|
|