Homilie op de tweede zondag van de veertigdagentijd 
in het jaar A (reeks 2001-2002)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Preek 1 jongerenviering zie onder
Preek 2 Zondagsviering


Preek op de tweede zondag van de veertigdagentijd in het jaar A, serie 2001-2002, 
A2002QDR02.html in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 23/24 febr. 2002, 19.00/10.00 uur.  A.M.D.G.  

Thema:  Jongerenviering, Vertrouwen
E.L:   Gen. 12, 1-4a
EV:   Mat. 17, 1-9

Homilie 

Wie de afgelopen weken het carnavalsblad heeft gelezen, die weet de naam van onze Prins nog. Prins Abram. Daarin heb ik een artikeltje geschreven over zijn naam, hoe hij van Abram tot Abraham werd. Vandaag het allereerste begin, hoe het met Abram begon. 

Je wilt gaan emigreren. Je bent pas getrouwd, je houdt van het avontuur, de kinderen zijn klein, en daar is ruimte en een heel goede boterham te verdienen. Hier lijkt het te benauwd te worden, te klein. Dus je gaat. Spannend, maar je hebt alle kans van slagen. 

Was het zoiets met Abram? Was hij een avonturier die geloofde in zijn eigen kunnen, die zich sterk wist door een goede vrouw aan zijn zijde? Was hij er een die geloofde in moed en vastberadenheid, in doorzettingsvermogen en vasthoudendheid, een die geloofde in een positieve levenshouding en die eens andere wegen wilde gaan? 

Wat was Abram voor type? Misschien had hij dit allemaal, en toch is dat niet het geloof, het vertrouwen, waar het nu om gaat. Abram; het belangrijkste staat in de eerste zin: ‘In die dagen zei de Heer tot Abram: ...’ Abram hoort een stem, diep in zijn hart of vanuit de hoge hemel, een stem liefdevol of krachtig, hoe die stem ook was, één ding is hem zeker, het is niet zijn eigen idee, niet zijn eigen verlangen, niet zijn droom of fantasie, niet zijn wil tot zelfontplooiing, niet zijn geloof in eigen kunnen of wat dan ook; het is Gods stem, en die zegt: Trek weg uit je land en ga naar het land dat Ik je wijzen zal. 

Is dat niet heel bijzonder? Met name dat Abram die stem verstaat, maar ook dat hij gaat. Abram is een bijzonder mens. Een van de moeilijkste dingen voor ons mensen is luisteren, echt luisteren, horen wat de ander wil zeggen, in plaats van te horen wat ik denk dat de ander wil zeggen. Luisteren, dat vraagt bescheidenheid, zodat jouw mening niet alles overheerst. Luisteren vraagt geduld, zodat je de ander laat uitspreken. Luisteren vraagt een ruim hart, waardoor je de ander laat zijn wie hij of zij is. Luisteren betekent: jij mag er zijn. Luisteren betekent: niet bij voorbaat oordelen, geen vooroordelen, want die verhinderen het luisteren. Het is horen wat er achter de woorden schuil gaat. Echt luisteren is een kunst op zich. 

Abram is iemand die echt luistert, want hij verstaat de meest bijzondere stem, Gods stem. Wil je die verstaan, dan moet je eigen innerlijke stem tot rust komen, het roepen en soms schreeuwen van je eigen verstand, je eigen idee, je eigen wil, je eigen verlangens, jouw behoeften en dromen. Pas als zij stilvallen, kan die stem van God klinken in je hart. Zo bijzonder is Abram. Hij luistert en verstaat wat God wil. 

Nu terug naar het begin. Het gaat over vertrouwen. Op wie vertrouwt Abram? Hij vertrouwt op die stem en zo durft hij het onmogelijke aan, God maakt de onmogelijke belofte mogelijk: Ik maak van jou een volk, talrijk als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand. 

Vertrouwen. We hebben vanavond nog een tweede voorbeeld gekregen. De drie leerlingen die met Jezus naar boven mogen, op de berg, de plek waar je dichter bij God bent, waar je iets van de hemel kunt ervaren. Het lijkt lang geleden, tweeduizend jaar, en ver weg, maar het gaat over ons. Wij zijn degenen die vandaag met Jezus de berg opgaan, het gaat over ons. Wat is hun probleem en wat is ons probleem? 

Hun probleem is dat ze geloven in Jezus, maar eigenlijk niet goed weten wie Hij is. Gerard Kemkers heeft geloofd in Jochem Uytdehagen. Gerard Kemkers heeft zijn mogelijkheden gezien en heeft hem begeleid, en zo is er tweemaal goud uit gekomen. Jochem moest het doen, maar er was iemand die het in hem zag. Gerard gelooft in Jochem, en Jochem in Gerard en het onmogelijke werd mogelijk. 

Bij de leerlingen is het nog niet zover, zij weten nog niet wat ze van Jezus moeten denken. Hij is niet een van de oude profeten, dat weten ze, Hij is ook niet Johannes de Doper, Hij is echt een zoon van God, maar wat betekent dat? Zullen we maar drie tenten bouwen, een voor Jezus, een voor Mozes en een voor Elia? Die anderen zijn toch ook belangrijk? Zullen we ze allemaal een eigen kerk geven, alledrie met evenveel aanzien? Die vraag is actueel in een multiculturele samenleving. Je bent Christen, je bent gedoopt, je bent gevormd, je gaat geregeld naar de Kerk, maar wie is Jezus nu eigenlijk voor jou? Als je zo in je geloof staat, dan ben je net als deze drie leerlingen. 

Maar wat gebeurt er dan. Net zo iets als bij Abram. God spreekt, de hemel gaat open, en vanuit een donkere wolk klinkt een stem. Nu gaat het komen, de definitieve beslissing, het laatste woord vanuit de hemel, hier moet je het mee doen: Nooit meer zal de hemel zo opengaan en nooit meer zal God zo tot ons spreken als op dat moment, als Hij zegt: ’Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ met name die laatste woorden: ‘Luistert naar hem’, dat is een vervolg op de eerste lezing van Abram. Wil je weten wat God tot je zegt? Luister naar Jezus. Wil je weten wat echt waar is? Luister naar Jezus. Wil je de weg vinden naar het beloofde land, het Rijk van God dat Hij ons wil geven? Luister naar Jezus. 

Nu opnieuw terug naar het begin. De leerlingen moeten leren vertrouwen, vertrouwen dat wat Jezus hen leert de volle waarheid is. Ze moeten leren vertrouwen, dat ook als ze de berg af gaan en de problemen beginnen, als er tegenslag is, als Jezus verraden wordt, als Jezus gekruisigd wordt en sterft, dat ze zelfs dan moeten blijven vertrouwen. Ze hebben Hem toch gezien, een stralend gezicht, wit stralende kleding als weerspiegeling van zijn innerlijke zuiverheid. Hemelse glans, als teken dat Hij een kind van de hemel is. Daarom, als je de echte hemel op aarde wilt; ‘Luistert naar hem’. 

Vertrouwen. Echt gelovig vertrouwen, begint met luisteren. Horen wat God tegen je zegt. En omdat dat moeilijk is, verdiep je dan in de woorden van Jezus, dan kom je gemakkelijker op het spoor wat God van je wilt. 

Vertrouw op je kwaliteiten, vertrouw op je vrienden en je ouders, je leerkrachten, de Kerk, de regering, vertrouw op de goede afloop, maar vertrouw eerst op God, vertrouw eerst op Jezus, en daarna pas op al die anderen. Dan ga je de weg van Abram, van Petrus, van Jacobus en Johannes, dan ga je de weg van Moeder Teresa, van Franciscus en al die anderen die eerst hebben geluisterd, en toen vol vertrouwen hebben gedaan wat God in hun hart sprak. Zij zijn op weg gegaan en hebben Gods Koninkrijk bereikt. Nu wij nog. We gaan op weg, luisterend en vol vertrouwen. Amen. 


Preek op de tweede zondag van de veertigdagentijd in het jaar A, serie 2001-2002, 
A2002QDR02.html in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 23/24 febr. 2002, 19.00/10.00 uur.  A.M.D.G.  

Thema:  Geroepen om te luisteren
E.L:   Gen. 12, 1-4a
EV:   Mat. 17, 1-9

Homilie 

Afgelopen vrijdag vierde onze Kerk wereldwijd het feest van de Cathedra van de heilige Petrus. Dat is de zetel van Petrus. Dat feest is niet zo bekend, maar je kan het zien als een soort voorloper op vandaag. Vrijdag hoorden we Jezus aan zijn leerlingen vragen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Daarop volgen verschillende antwoorden. De een zegt dat Jezus eigenlijk Johannes de Doper is die uit de dood is opgestaan. Anderen zeggen dat Hij Elia is of `Jeremia of een van de oude profeten. Die vraag kan je ook nu herhalen en in de wereld allerlei meningen horen. We kennen de politieke Jezus als de revolutionair uit de bevrijdingstheologie. We kennen de New Age Jezus als een van de verschijningsvormen in de geschiedenis, net als Chrisna en Boeddha. We kennen de Jezus uit de historische analyse, als de magiër, een die net als andere magiërs geneest, of de Jezus als wijsheidsleraar. Zo zijn er boeken die Jezus beschrijven als een Oosterse wijsgeer, boeken die een theorie opstellen dat Jezus getrouwd was met Maria Magdalena, en van het een komt het ander, er zijn filmen over Jezus met sexuele fantasiën. Zo is er nu weer een film over Jezus, waarin hij wordt geschetst als homo tussen een kring van homo vrienden. In de wereld maakt men van Jezus wat men wil, men misbruikt Hem en men misbruikt zijn ideeën. Zoals Hij tweeduizend jaar geleden door de wereld werd gekruisigd, zo doet men dat in feite nog steeds. 

Op die vraag van Jezus: ‘Wat zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’, volgde een tweede vraag van Hem; ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Eerst stelde Hij de vraag aan de wereld. Maar daar heeft Jezus niets van te verwachten. Daarna stelde Hij die vraag aan zijn leerlingen, zijn volgelingen, zijn Kerk, aan ons: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Op dat moment nam Petrus het woord, namens de andere leerlingen. Petrus sprak namens de Kerk. Petrus als woordvoerder voor alle gelovigen. Daar kwam Petrus met zijn geloofsbelijdenis naar voren: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ 

Als u dat nu in gedachten houdt. Eerst die wirwar van ideeën over Jezus. Wie zegt nu wie er gelijk heeft. De ene journalist weet het nog aannemelijker te maken dan de ander, de een nog mooier dan de ander. De verwarring in de wereld over Jezus die steeds groter wordt, Jezus als passepartout waar iedereen mee kan doen wat hij of zij wil. Want voor hen is er maar één waarheid, of het goed verkoopt. Dat alles tegenover die ene uitspraak van Petrus: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ 

Dat was vrijdag, op het feest van Petrus’ stoel, omdat we nog steeds een opvolger hebben die deze geloofsbelijdenis namens de hele Kerk uitspreekt. 

Nu is het zondag, de tweede zondag in de veertigdagentijd, met de lezing van de verheerlijking op de berg. Mocht u tijd hebben om deze tekst in de Bijbel op te zoeken, dan zult u zien dat die twee teksten vlak achter elkaar staan, die vraag van Jezus, en daarna dat ze met zijn vieren de berg opgaan waar Jezus plotseling in een geheel nieuwe gedaante aan het licht komt. 

Dat is niet toevallig. Mocht u denken; ‘Interessant, die geloofsbelijdenis van Petrus, ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ Maar hoe weet ik of Petrus gelijk heeft. Zelfs hoe weet ik dat wat Jezus zegt en verkondigt echt de waarheid is. Misschien is Hij maar gewoon een uit het rijtje, misschien zijn al die vreemde boeken en beweringen en aanstootgevende films wel een beetje waar. Misschien zit er twijfel in uw hart, daarin gezaaid door diezelfde wereld die er niets aan heeft dat wij de waarheid over Jezus kennen en verkondigen. Misschien zit er twijfel in uw hart of Jezus echt Gods Zoon is, of Jezus uniek is. Of Jezus anders is dan al die anderen. Misschien zit er twijfel in uw hart wie je nu moet geloven; Petrus of al die anderen. Naar wie moet je luisteren? 

Het is alsof Jezus dat al wist. Hij weet ook dat als Hij over zichzelf zou zeggen: Ik ben het, Ik ben de lang verwachte, Ik ben de Messias, Ik ben Gods Zoon, dan zouden velen zeggen: ja dat kan je wel zeggen, maar dat zeggen er zoveel. Er is er maar Één die ons kan zeggen wie Gods Zoon is en dat is de Vader. 

We zijn boven op de berg. Petrus wil drie tenten bouwen. Daarmee laat hij Jezus nog in het rijtje van de groten staan. Iedereen krijgt een tent, iedereen zijn eigen kerk, iedereen zijn eigen religie, ook Petrus kan nog niet de consequentie trekken van wat hijzelf gezegd heeft: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ Ook Petrus kan nog niet kiezen. 

Daarom volgde toen een stem uit de wolk:’Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ Wil je weten wie betrouwbaar is, Luistert naar Hem. Wil je de waarheid horen; Luistert naar Hem. Wil je een vast baken in al die verwarring; Luistert naar Hem, want: ’Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ 

Het thema aan de voorkant van de orde van dienst luidt: ‘Geroepen om te luisteren.’ Dat komt uit dit gedeelte. Luisteren; ik signaleer twee problemen. Luisteren zelf is al zo moeilijk, echt luisteren, horen wat de ander wil zeggen, in plaats van te horen wat ik denk dat de ander wil zeggen. Luisteren, dat vraagt bescheidenheid, zodat jouw mening niet alles overheerst, dat vraagt geduld, zodat je de ander laat uitspreken. Luisteren, dat vraagt een ruim hart, waardoor je de ander laat zijn wie hij of zij is, dat is, jij mag er zijn. Dat betekent niet bij voorbaat oordelen, geen vooroordelen, want die verhinderen het luisteren. Echt luisteren is al een probleem op zich. 

Maar dan, probleem twee: naar wie moet je luisteren? Allemaal klinken ze aannemelijk, allemaal zeggen ze dat ze gelijk hebben. Daarom is er dat woord van de Vader: ’Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ 

Vrijdag hoorden we Petrus met zijn geloofsbelijdenis: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ Vandaag horen we de Vader zelf: ‘Dit is mijn Zoon, luistert naar Hem’. Dan zijn nu wij aan de beurt. Maken wij ons die uitspraak van Petrus eigen? Nemen wij dat woord van de Vader aan? Of slaan we toch onze eigen tent op, om in de veertigdagentocht van ons leven, ons eigen stekje te hebben, ons eigen idee over God en Jezus en de Kerk. Of zijn we bereid te luisteren, als goede leerlingen, als kinderen van de ene Vader. Willen we de waarheid op het spoor te komen, de waarheid over de wereld, de waarheid over de hemel, de waarheid over onszelf. Laten we dit woord in ons doordringen: ’Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ Ik wens u goede oren, om te horen en te doen wat gedaan moet worden. Amen. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage