Preek op de drieëndertigste zondag
door het jaar A, (reeks 2001-2002)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Reacties? klik hier en stuur een e-mail.


Beluister een meditatie van een half uur over dit Evangelie: Matteüs 25, 1-13 Real Audio
Beluister ook oudere preken Real Audio

Preek op de drieëndertigste zondag door het jaar A, serie 2001-2002, A2002DHJ32.html.
Eucharistieviering in de parochiekerk van O.L.V. Tenhemelopneming te ‘s-Gravenzande,
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 16/17 november 2002, 19.00/10.00 uur, A.M.D.G. 
    
E.L:         Spr. 31, 10-13. 19-20. 30-31    
EV:         Mt. 25, 14-30

Homilie

Drie weken lang lezen we uit het 25e hoofdstuk van Matteus. Verleden week over de wijze en domme meisjes. De verstandige meisjes waren met hun hart bij de bruidegom en hielden rekening met de mogelijkheid dat het ook weleens tegen kan zitten, dat hij wat later kon komen. De domme meisjes keken niet verder dan hier en nu, en op het laatste moment willen ze nog snel even het tekort goed maken. Maar dan blijkt dat het te laat is.

Deze week lezen we over de talenten en volgende week de gelijkenis over de bokken en de schapen, met daarin de historische woorden van Jezus: ‘Al wat je voor een van deze geringsten hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.’ Drie weekendlezingen die verwijzen naar de voltooiing van ons leven en de voltooiing van de geschiedenis.

Vandaag dus de gelijkenis van de talenten. Hebt u niet spontaan een beetje medelijden met die derde man? Vind u Jezus hier eigenlijk niet een beetje hard? Die zin aan het einde, lijkt dat niet juist de omgekeerde wereld van wat we in het Evangelie gewoonlijk horen: ‘Wie heeft zal gegeven worden!’ terwijl wij denken: ‘Zalig de armen van geest.’

Het is niet vreemd als u dat zo voelt. Misschien is het wel de bedoeling dat we onszelf in die man herkennen en denken, stel dat ik in zijn plaats zou staan? Misschien denkt u; die arme man kan er toch ook niets aan doen.

Er zitten een paar valkuilen in dit verhaal. De eerste valkuil is dat u denkt: God is toch barmhartig, waarom geeft Hij hem geen tweede kans? Dat heeft te maken met dit 25e hoofdstuk van Matteus. Het gaat over de eenmaligheid van ons leven. In je leven krijg je velerlei kansen. Maar als je leven eenmaal geëindigd is, dan is je laatste kans voorbij. En deze gelijkenissen gaan over de eenmaligheid van ons leven. Bij Jezus geen reïncarnatie, geen eindeloze herhalingen van levens om het nog een keer en dan wat beter te doen. Hier en nu, dit leven is je kans, daarna is het over.

De tweede valkuil is dat we denken dat die derde man het gewoon slecht getroffen had, en dat die heer hem een te zware last heeft opgelegd. Maar als je goed leest, dan blijkt dat nergens uit. Hij verwijt niet aan zijn heer dat hij hem dat talent had gegeven, dat het teveel of te weinig was, niets van dat alles. Zijn verwijten steken heel anders in elkaar.

Het blijkt ook uit wat die heer hem verwijt: ‘Je bent slecht en lui’ zegt hij. Het is goed om nog wat verder over die derde knecht na te denken, want misschien kunnen we van hem het een en ander leren.

Waarom noemt zijn meester hem slecht? Waarom? Omdat er bij de knecht geen liefde is voor zijn heer. Daar zit de grote boosdoener. Die heer gaat naar het buitenland en geeft zijn talenten aan hen om te beheren. Het is een kans en een test tegelijk. Ja, lekker, denkt die knecht, hij naar het buitenland en ik voor hem werken!? Hij bekijkt het maar. Er is geen liefde. Hij gunt zijn heer niets, niet de reis naar het buitenland en evenmin de winst op die talenten. Een talent is een geldbedrag, in onze tijd een paar duizend Euro waard.

Weet u waar het ook op lijkt. Op het verhaal van Adam na de zondeval. Daar staat dat Adam zich verborg toen Hij God in de tuin hoorde. Toen werd hij bang. Deze man heeft hetzelfde: ‘Ik was bang en daarom ben ik uw talent in de grond gaan verbergen.’ Wat doet Adam daarna: ‘de vrouw die U mij gegeven hebt, die heeft mij verleid,’ zegt hij. Wat doet deze man hier? Hij zegt: ‘Ik heb ervaren dat u een hard mens zijt die van anderen profiteert.’ Hij legt net als Adam de schuld bij zijn heer.

Het is wel menselijk, in ons idee, die reactie van die man, maar het is niet goed. Het is ook interessant wat die heer zegt. Hij zegt niet: ‘Waarom vind jij mij hard?’ Die heer staat daarboven. Als die knecht terecht staat voor zijn wanprestatie en het oordeel over hem wordt uitgesproken, dan wordt hij veroordeeld met zijn eigen woorden. Zijn eigen gedrag doet hem de das om.

Toch moeten we in gedachten houden dat het in wezen mis gaat door zijn gebrek aan liefde. Hij heeft zijn heer niet lief en gunt hem niets. Zijn argumenten zijn dan ook niet waar, het zijn leugens, en hij verzint ze omdat hij zo’n hekel aan zijn heer heeft. Daarom wordt hij tenslotte veroordeeld met zijn eigen woorden. ‘O, maar als jij weet dat ik van anderen profiteer, dan had je op zijn minst als knecht, dit talent bij de bank moeten deponeren.’ Hij is in dienst bij zijn heer, het leven is niet een vrijblijvend spelletje, je hebt verantwoordelijkheden. Dit was wel het minste wat je had kunnen doen.

Maar waarom krijgt hij geen herkansing? In veel andere omstandigheden zoals bij de verloren zoon is er een herkansing. Maar deze gelijkenis gaat over ons leven. In je leven krijg je veel kansen. Hij ook, en dat blijkt. Er staat: ‘Een hele tijd later kwam die heer van de dienaars terug.’ Een hele tijd later! Al die tijd kon hij zijn plannen herzien. Wat heeft hij al die tijd gedaan? Waarschijnlijk heeft hij zijn eigen geld wel belegd, of daarmee gehandeld. Maar het geld van zijn heer heeft hij laten zitten. Al die jaren, terwijl hij aan zijn medeknechten zag wat zij met de talenten klaarspeelden. Of zat daar juist de kneep, kon hij niet verkroppen dat die anderen vijf en twee talenten kregen? Was hij gewoon jaloers?

Er zijn niet alleen valkuilen bij het lezen van dit verhaal. Er zijn ook valkuilen in ons leven. Jaloersheid is zo’n valkuil. Het kan een heel leven vergallen en verknallen. Wat er voor deze man over blijft is duisternis en dat is ook te begrijpen. Wanneer je het licht duisternis noemt. Wanneer je je heer hard noemt en een profiteur. Wanneer je zegt: ‘God is niet goed, want Hij geeft mij niet wat ik wil,’ dan blokkeer je je eigen geluk. Wanneer je zegt dat de beste chirurg een kwakzalver is en je gaat niet naar hem toe, dan blokkeer je je eigen genezing. Wanneer je God hard noemt, dan stel je je buiten het bereik van zijn vergeving.

De valkuilen van het leven! God geeft ons een heel leven de kans. En we weten hoe het gegaan zou zijn als deze man het laatste jaar toch nog dat talent had opgegraven en had geprobeerd er alsnog iets mee te doen. En stel dat het mislukt was. Dan had hij op zijn minst kunnen zeggen. ‘Heer, het was te laat toen ik tot inzicht kwam dat U ook mij een kans hebt willen geven. Ik heb het op het laatst nog geprobeerd, maar het is niet gelukt. het spijt me, doe maar wat u goed dunkt. Ongetwijfeld had zijn heer hem gezegd: Een vermorzeld en vernederd hart wijs ik niet af. Houd dit talent als teken van mijn liefde en ga binnen in de vreugde van je heer. Amen.



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage