Preek op de tweeëndertigste zondag door het jaar A, serie 2001-2002,
A2002DHJ32.html.
Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 9/10 november 2002, 19.00/10.00 uur,
A.M.D.G.
Twee weken geleden hoorden we Jezus zeggen: ‘Ge zult de Heer uw God beminnen,
met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand - en uw naaste als
uzelf’. Dat is nogal wat, dat is met hoofd en lijf, met hart en handen, met
alles wat je bent en alles wat je hebt.
Ik moest daar deze week aan denken in een doordeweekse viering. Toen gaf
ik het voorbeeld van een vrijwilliger die thuis wel eens mopperende huisgenoten
had die vonden dat hij toch wel erg veel tijd aan de Kerk gaf. Ik vroeg toen
voor de neus weg: ‘En hoeveel tijd besteden zij aan de televisie, of aan
sport, of aan kaarten, of aan andere dingen?’ Daar moesten we even om lachen,
maar zo is het in onze werkelijkheid. Het is helemaal geaccepteerd wanneer
je vijf avonden in de week televisie kijkt, dat doet haast iedereen. Het
is helemaal geaccepteerd als je twee of drie keer in de week gaat trainen,
dan scheppen mensen over je op: ‘dat is een echte sporter, die heeft er alles
voor over’. Het is ook geaccepteerd als je twee keer of drie keer in de week
gaat bridgen. Niemand vindt het gek als je twee keer in de week gaat oppassen
bij je kleinkinderen.
In dat licht staat die opmerking van Jezus van twee weken geleden, op
de dertigste zondag: ‘Ge zult de Heer uw God beminnen, met geheel uw hart,
geheel uw ziel en geheel uw verstand - en uw naaste als uzelf’. Jezus roept
ons op om voor het koninkrijk van God helemaal te gaan. Meer nog dan welke
andere bezigheden die we in dit leven tegenkomen.
Vergelijk het met hygiëne. Stel dat je zou zeggen: ‘In het ziekenhuis
moeten ze natuurlijk hygiënisch werken, de dokter in zijn praktijk ook,
maar thuis maakt het niet uit en op school ook niet en bij de sport ook
niet. Hygiëne is er alleen voor het ziekenhuis en de dokter. Dan is
dat op de duur dweilen met de kraan open. Nee, hygiënisch leven is
een houding, die je overal in meeneemt.
Vergelijk het met wetenschappelijk werken. Stel dat je zou zeggen: ‘Op
school en op de Universiteit en in het laboratorium, ja daar moet je systematisch
werken, daar moet je opschrijven wat je doet, controleren en verbeteren.
Maar thuis en op mijn kantoor en in de kunst en de muziek, in de sport en
de hobby, daar hoeft dat allemaal niet. Daar doe je gewoon wat je zelf denkt
of wat je leuk vind en waar je zin in hebt. Het maakt niet uit, vrijheid blijheid,
als je het maar naar je zin hebt.’ Dan wordt het gaandeweg een chaos, in
het verkeer, in de ambtenarij, in transport, treinen, bussen, maar ook de
supermarkt. Als daar niet alles op zijn plek staat. Het is logisch, geordend,
voorspelbaar. Die ordening en systematiek loopt door heel het leven heen,
die zijn gevangen in regels, afspraken, overeenkomsten, normen en waarden.
Dat kun je niet reserveren voor school of universiteit.
Dit is allemaal logisch, vanzelfsprekend, ik hoef het amper te noemen.
Zo logisch en vanzelfsprekend is het voor Jezus dat je God de eerste plaats
in je leven geeft. Niet alleen in de kerk, of vlak voor het slapen gaan of
tijdens een bijbelcursus of een godsdienstig programma op de TV. Nee, altijd;
net als hygiëne, net als geordend werken. Ja maar mag je dan niet creatief
zijn, mag je dan nooit impulsief zijn, mag je dan nooit eens wat losser of
minder precies? U kent het antwoord. Die vraag komt voort uit angst en wantrouwen.
De grootste creatieve geesten wisten in hun creativiteit ordening aan te
brengen. Natuurlijk moet je niet leven als in een steriele kamer, dan wordt
je op de duur nog zieker. Maar dankzij gezonde hygiëne zijn we gezond.
Dus natuurlijk loop je niet de hele dag over God te praten of over Kerk of
over de Bijbel, maar Hij is erbij, als een metgezel, als een bron van inspiratie.
Dit is misschien een wat lange inleiding op de uitleg van het Evangelie
van vandaag. Het is met het Rijk der hemelen als met tien meisjes. Vijf
dom en vijf verstandig. Ge zult de Heer uw God dienen met heel uw verstand.
Hoe ging het met een bruiloftsfeest in Israël ten tijde van Jezus?
De bruidsmeisjes moesten klaar staan met de lamp als de bruidegom kwam.
Dat blijkt uit het voorbeeld dat Jezus geeft. Dat is de regel. De meisjes
begeleiden de bruidegom met brandende lampen naar de bruiloftszaal. Dan
mogen ze met de bruidegom het feest binnen.
Wat is nu dat domme en wat is het verstandige van deze meisjes. De een
houdt er rekening mee dat de bruidegom ook wat langer weg kan blijven. De
ander gaat er helemaal van uit dat de bruidegom wel in de loop van de avond
aankomt en dat dan meteen het feest kan beginnen.
Wat zegt dat nog meer. Het betekent dat de verstandige meisjes met het
hart bij de bruidegom waren. Hij moet van ver komen, er kan onderweg veel
gebeuren, zij leven zich in zijn situatie in. De domme bruidsmeisjes hadden
al de aandacht bij het feest. Zij waren niet zozeer gericht op de bruidegom,
nee ze hadden niet meer dan de minimale verplichting, de brandende lamp.
Het is als de wetsbetrachting op de wijze van de Farizeeën. Je doet
wat er voorgeschreven is, meer niet. Dat is ons verbond met God, zeiden ze.
zo is de afspraak. Daarvan zegt Jezus: Als uw gerechtigheid die van de Farizeeën
niet vér overtreft, zult Gij het Rijk Gods niet binnengaan. En een
andere keer zegt Hij: ‘Als iemand u vraagt één mijl met hem
te gaan, ga er twee. Vraagt iemand uw onderkleed, geef ook uw bovenkleed.
Slaat iemand u op de ene wang, keer ook de andere toe. Alleen met een overdaad
aan gerechtigheid, de dubbele maat van de liefde, wat onze wereld grotelijks
overdreven zal vinden, kom je dat koninkrijk binnen.
Met dat Koninkrijk heeft Jezus het niet in de eerste plaats over de hemel.
Dan heeft Hij het nog over ons leven op aarde, en daarmee, in het verlengde,
het rijk der hemelen. Zo ook deze meisjes. Dat rijk van God laat op zich
wachten. Werken voor het Rijk van God vraagt geduld, volharding, vertrouwen,
waakzaamheid, geloof in Gods belofte, trouw aan zijn Verbond, langdurige
inzet en doorzettingsvermogen.
De domme meisjes wilden op een gemakkelijke manier een feestje hebben.
De verstandige meisjes hadden iets over voor de bruidegom. Wie alleen maar
goed doet om in de hemel te komen, maar niet méér dan gewoon,
die loopt de kans op de duur moe te worden, dan raakt de olie op. Wie werkelijk
gelooft, en bereid is méér te doen dan gewoon, die is als
de weduwe van Sarepta, die een kruik had waarin altijd voldoende olie overbleef
(Luk. 4, 26. 1 Kon. 17, 9), om goed mee te doen en zelf nog van te leven.
'Een verstandige meid is op de toekomst voorbereid', inderdaad letterlijk;
die zorgt voor een volle kruik geloof, hoop en liefde, die investeert dubbel,
niet alleen precies dat wat je nodig denkt te hebben als het allemaal gaat
zoals je zou willen.
De heer uw God beminnen, ook met je verstand, met wijsheid, met dubbele
inzet. Als verstandige bruidsmeisjes die klaar staan met meer dan voldoende
olie, met het hart bij de bruidegom, meer dan bij het feest, die krijgt
het feest erbij; een groter feest dan alles wat de wereld ons kan bieden,
God Zelf. Amen.