Preek op de negenentwintigste
zondag door het jaar A,
(reeks 2001-2002)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Beluister een meditatie van een half uur over dit Evangelie: Matteüs
22, 15-21 Real Audio
Beluister ook oudere preken
Real Audio
Preek op de negenentwintigste zondag door het jaar A, serie 2001-2002,
A2002DHJ29.html, Eucharistieviering in de parochiekerk van de
H. Bartholomeus, te Poeldijk en O.L.V. Tenhemelopneming te ‘s-Gravenzande,
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 19/20 oktober 2002, 19.00/10.00
uur, A.M.D.G.
Thema: Kiezen en delen
E.L: Jes. 45, 1. 4-6
EV: Mt. 22, 15-21
Homilie
Kijkt u wel eens naar debatten, zoals debatten bij lijsttrekkers of
presidenten, kandidaten voor het premierschap. Onlangs hebben we ze kunnen
volgen in Duitsland. We hebben zelf de hype rond Pim Fortuyn meegemaakt.
Dan volgen er polls, wie het hoogste scoort bij de kijkers. Die cijfers
nemen ze dan mee in de prognose voor de einduitslag bij de verkiezingen.
Kijkcijfers en scoren bij het publiek is enorm belangrijk geworden voor
de politieke carrière. De uitstraling: rustgevend, vertrouwenwekkend,
maar ook dynamisch en alert, deskundig en zorgvuldig, menselijk en gewoon,
maar ook net voldoende eigenzinning en apart. Debatten met spitse opmerkingen
afgewisseld met kennis van zaken. In het groot, maar ook in het klein,
thuis, op school, op je werk, in de vriendenclub, aan de bar. Iemand die
rad van tong is, scoort al snel.
En wie ervaart dan niet dat licht triomfantelijke gevoel dat in je opkomt
wanneer je je tegenstanders te slim af bent. ‘Zo die heb ik even een raak
antwoord gegeven’. Op een zelfde manier kun je vandaag bewonderend kijken
naar Jezus die hier met een goed gevonden opmerking zijn opponenten van
repliek dient. Hij doorziet meteen hun dubbelhartigheid, ondanks hun mooie
woorden aan het begin. En zijn antwoord is de geschiedenis ingegaan: ‘Geef
aan de keizer wat de keizer toekomt en geef aan God wat God toekomt.’
Hoe zullen de leerlingen daarna hebben gereageerd? ‘Meester dat hebt
u hen goed gezegd.’ ‘Geweldig Rabbi, daar hebben ze niet van terug.’ ‘Heer
Jezus, waar haalt U het vandaan?’ Zou Jezus nog een dagje hebben lopen
nagenieten over zijn eigen opmerking? Ik denk het niet. Dat zijn onze menselijke
en vaak kleinmenselijke verlangens en ideeën, waardoor wij ook kleinmenselijk
genieten.
Het begon al zo gespannen. De Farizeeën gingen beraadslagen hoe
ze Jezus in zijn eigen woorden konden vangen. Het was dus geen leuk begin.
Het is bijna ondenkbaar dat Jezus plezier heeft gehad in een soort overwinning
door zijn woordenspel. Nee, Hij was veel eerder bedroefd vanwege hun negatieve
houding, hun ongeloof, hun kwade bedoeling om Hem uit te schakelen. Het
begint met deze poginmg Hem in zijn eigen woorden te vangen en Hem zo uit
te schakelen, het zal eindigen in verraad en moord.
Het antwoord van Jezus is dan ook niet zomaar een slim woordenspel.
Heel zijn wezen staat erachter, heel zijn manier van leven en zijn diepste
overtuiging. Door de liefde in Jezus’ hart is het leven één
grote optelsom van goede dingen. Maar voor hen die de liefde niet in het
hart hebben is het altijd dit of dat, maar nooit allebei. Dat is in het
klein al herkenbaar. Ik droog af of ik doe de afwas, maar niet allebei.
Ik stofzuig of ik ruim op, maar niet allebei. Ik help even bij oma of ik
ga naar de kerk, maar niet allebei.
Dit óf dat, niet omdat het echt zo wezenlijk is, maar omdat de
ruimte in ons hart te klein is voor allebei. Jezus zegt in een andere omstandigheid:
‘Als iemand je vraagt één mijl met hem te gaan, ga er twee.’
‘Vraagt iemand je bovenkleed, geef hem ook je onderkleed.’ Slaat iemand
je op de ene wang, keer ook de andere toe.
Uit een overvloed van liefde kun je meer geven. Maar wanneer je berekent,
je inzet afmeet, nagaat of je er wel voldoende voordeel uit haalt. Dan
is het dit of dat. U kent natuurlijk het gezegde kiezen of delen. Soms
moet je kiezen. Kiezen tussen twee kwaden, kiezen tussen twee goeden, kiezen
tussen goed en kwaad, kiezen tussen korte termijn voordeel of lange termijn
winst, kiezen tussen belangrijk of acuut, kiezen tussen eigen voordeel
of andermans belang.
Daartegenover staat de synergie, de win-win situatie. Het geheel is
meer dan de som van de afzonderlijke delen. Als je Jezus zou vragen, wat
is beter, naar de kerk gaan of je naaste helpen. Dan zou Hij antwoorden,
allebei, je moet het een doen en het ander niet laten. Als je zou vragen
moet ik mijn eigen geweten volgen, en mijn eigen verantwoordelijkheid dragen
of naar de Kerk luisteren en doen wat het geloof vraagt; dan zou Hij antwoorden
het een én het ander.
Maar moet je dan nooit kiezen. Het is toch heel dikwijls kiezen of delen.
Je kunt je geld maar één keer uitgeven. Je hebt maar vierentwintig
uur per dag. Je hebt maar één lijf en je hebt maar één
leven. Toch staat er op de orde van dienst een andere slogan: Niet kiezen
of delen, maar kiezen én delen. Ook Jezus kiest, maar Hij kiest
ervoor om van de overvloed aan liefde in zijn hart uit te delen aan anderen.
Vandaag kiest Jezus ook, maar Hij kiest ervoor ieder zijn deel te geven.
Het bijzondere van zijn opmerking is echter dat er een veel diepere dymensie
in ligt. Wat geef je aan de keizer. Datgene wat aan de keizer toebehoort.
Dat is geld, belasting, werk, datgene wat de keizer vraagt in ruil voor
een veilig bestaan, wegen, handel en andere voorzieningen. Aan de keizer
geef je iets van je bezit. Maar wat geef je aan God? Jezus vraagt van wie
is die beltenis op die munt? Die is van de keizer. De keizer heeft deze
munt laten slaan. En zonder het te vragen zegt Hij zo ook: “Maar van wie
draag jij de beeltenis?” Jij mensenkind, wiens evenbeeld ben jij? Jij bent
geschapen naar God beeld en gelijkenis. God heeft zijn beeld in jou gedrukt,
jij bent een levende munt, een levende gelijkenis, jijzelf draagt Gods
levende Woord. Als jij aan God geeft wat aan God toebehoort, dan geef jij
jezelf.
Het verschil tussen de keizer en God is dat de keizer recht heeft op
iets van ons bezit. Maar dat God recht heeft op onszelf. En als het dan
om kiezen gaat, dan zie je dat Jezus helemaal kiest voor God, zonder de
keizer tekort te doen. Dat is zijn voorbeeld aan ons. Zijn eerste keuze
is God, maar als je voor God kiest, dan hoort het andere erbij.
Zo kan Jezus zeggen: ‘Het eerste gebod is: ‘bemin God, met heel je hart,
met heel je ziel, met heel je verstand en al je vermogens.’ Het tweede
gebod is daaraan gelijk: ‘Bemin je naaste als jezelf.’ Niet God óf
je naaste, niet bidden óf werken, niet wetenschappelijk óf
gelovig maar zoals je het ook in de kerk vindt: Wetenschap én geloof
allebei, bidden én werken, God én je naaste.
Je moet natuurlijk ergens beginnen, je moet eens kiezen waar je hoofddoel
ligt, een uitgangspunt voor heel je leven. Dan zegt Jezus: Kies voor God.
Zoek eerst Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid en al het andere wordt
je erbij gegeven als iets extra’s.
Kiezen én delen, God én de keizer, goed zijn én
naar de kerk gaan. Met Jezus hebben we in iedere geval een perfect voorbeeld
hoe het kán. Nu zijn wij aan de beurt. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|