Homilie op de achttiende zondag
door het jaar A,
(reeks 2001-2002)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek op de achttiende zondag door het jaar A,
serie 2001-2002, A2002DHJ18.html,
Eucharistieviering in de parochiekerk van de
H. Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, zaterdag/zondag 3/4
augustus 2002, 19.00/10.00 uur, A.M.D.G.
Thema: Meer dan genoeg
E.L: Jes. 55, 1-3
EV: Mt. 14, 13-21
Homilie
Even alleen zijn, wie kent dat gevoel niet? Maar
als je dikwijls alleen bent, kan juist het tegenovergestelde gevoel opkomen,
heerlijk om zoveel mensen om je heen te zien. Het Evangelie van vandaag
geeft ons aanleiding om naar beide kanten te kijken.
Als je op woensdagmiddag even de kerk in loopt,
dan is het heerlijk dat er maar twee of drie mensen zijn, je kunt dan in
alle rust even bidden, een kaarsje bij Maria opsteken, tot jezelf komen
en dat wat in je hart leeft tegen God te zeggen. Als ik over een week,
op dertien augustus aan mijn retraite begin, dan is het ook heerlijk als
je ergens bent waar het niet te druk is, waar de stilte wordt bewaard,
zodat je niet wordt afgeleid en in het gebed alles eens op een rijtje kunt
zetten.
Maar andersom is het ook waar. Als ik jonge mensen
spreek, dan is een van de redenen waarom het naar de Kerk gaan niet zo
aantrekkelijk is, dat er weinig jonge mensen zijn. Of dat een reden zou
mogen zijn is een andere vraag, maar jonge mensen voelen het wel zo.
Is dat niet een beetje de reden waarom de wereldjongerendagen
zo’n ingrijpend gebeuren zijn. Jongeren ontmoeten jongeren van over de
hele wereld. Kerkelijke leiders met de paus op de eerste plaats, zijn er
voor hen. Zij mogen hun vragen, hun twijfels, hun ideeën, idealen
en verlangens naar voren brengen, geloof en ongeloof, het is niet gek,
zowel het een niet als het ander. Enthousiast zijn over je geloof, in Nederland
heerst er bijna een taboe op, maar daar kun je gewoon zingen over Jezus,
of voor de paus: ‘John Paul Two, we love you’.
Samen zijn. Het Nederlandse gezegde beaamt het:
‘Samen sta je sterk’. Deze dagen zien we het ook weer rond het bloemencorso.
Het Westland loopt uit, samen rond onze kanalen en andere waterwegen om
de kunstwerken te bewonderen waarin het mooiste van de natuur en de creativiteit
van de mens bij elkaar komen. Hoeveel komen er kijken, het zijn er weer
duizenden.
Zo, en dan nog iets massaler ging het ook in Toronto,
eerst 250.000, dan 500.000 jongeren, en tijdens de slotmis meer dan 800.000
mensen. Toen ze twee jaar geleden met de voorbereidingen bezig waren, zal
toen niet dezelfde vraag uit het Evangelie hebben geklonken: ‘Hoe moeten
wij hen te eten geven?’ Want zelfs in een miljoenenstad als Toronto, is
een half miljoen extra monden voeden in een paar dagen, toch een hele klus.
En zo klonk het ook ongeveer in het Evangelie: ‘Regelen jullie dat maar.’
In ieder geval niet wegsturen naar de dorpen. Ze krijgen hier en nu te
eten.
Wat dat aangaat is er toch wel een aardige groei
geweest, van de vijfduizend bij Jezus, en met vrouwen en kinderen erbij
waarschijnlijk zo’n 15- of 20.000, dat is al heel wat, tot de 800.000 in
Toronto en de acht miljoen die in Mexico gedurende een aantal dagen op
de been waren.
Wat vreemd dan dat er in ons land vaak een tegengesteld
gevoel heerst, lege kerken, kerksluitingen, weinig roepingen. Jongeren
in Toronto ervaarden ook die spanning. Dat speelde het duidelijks in de
eerste dagen, toen heerste het Nederlandse klimaat nog het sterkste. Kritiek
is meer geaccepteerd dan instemming met de Kerk, twijfel is vanzelfsprekender
dan geloof. Verwijten aan de Kerk met haar ouderwetse opvattingen liggen
voor op de tong. Maar gaandeweg de dagen veranderde dat, tussen positieve
jongeren ga je positiever denken. Tussen zingende jongeren ga je meezingen,
tussen lachende jongeren ga je meelachen. Het positieve neemt je mee. Het
is toch een fantastisch geloof, Jezus is hot, inclusief de Kerk en de paus.
Natuurlijk weten ze hoe de kerk over allerlei dingen denkt, maar dat verdwijnt
allemaal naar de achtergrond. Gewoon blij zijn met je geloof en bezig zijn
met alle mooie dingen van je geloof. Want er is zoveel moois en goeds dat
in Nederland niet meer gezien wordt.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Geeft gij hen
maar te eten’. Dat slaat niet alleen op pizza en pasta, dat slaat ook op
ander voedsel, het voedsel voor de ziel. Een blij gezich eet beter dan
een gezicht dat op onweer staat. Samen eet je gezelliger en meer dan alleen.
Zware kost moet je afwisselen met een luchtige hap. Tijdens de wereldjongerendagen
is dat de manier. Ook dan kom je de Nederlandse anorexia tegen, want als
je niet oppast dan zijn wij Nederlanders zo voldaan van onszelf, dat we
alleen nog eten wat we zelf hebben klaargemaakt.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Geeft gij hen
maar te eten’. En dan komen we tot de ontdekking dat we niet weten
wat we hen zullen geven, we hebben nog zo weinig over. Ons eigen geloof
is aan het wankelen, onze geloofs-zekerheden verdwenen, onze geloofskennis
niet bijgehouden, onze geloofservaring vervlakt en onze geloofsuitingen
verschraald. Wat moeten we hen nog te eten geven. We hebben niet meer dan
vijf broden en twee vissen, we hebben niet meer dan Jezus en de paus en
de geloofsbelijdenis en de heiligen en een paar priesters en religieuzen.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Geeft gij hen maar te eten’.
Wat goed dat onze paus dat heeft begrepen in de
tachtiger jaren, toen hij de jongeren voor het eerst uitnodigde. Hij heeft
begrepen dat hij ze moest voeden met dat wat hij wel had, dat is Jezus,
het geloof van alle eeuwen. Dat is het voedsel waarmee vijfduizend of twintigduizend
of vijfhonderdduizend of vijf miljoen worden gevoed.
Als u zich afvraagt, wat moet ik aan mijn kinderen
doorgeven, geef dan gewoon het geloof door en leer van onze paus: De vorm
kan veranderen, de stijl, de muziek, de aankleding, maar de inhoud blijft
hetzelfde, want Christus Zelf is ons voedsel. Hij blijkt ieders honger
te kunnen stillen, zo volledig dat er over blijft voor iedereen. We gaan
op naar de volgende wereldjongerendagen, 2005, in Keulen. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|