Homilie op de derde zondag
door het jaar A,
(reeks 2001-2002)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Reacties? klik
hier en stuur een e-mail.
Preek op de derde zondag door het jaar A, serie
2001-2002,
A2002DHJ03.html in de parochie van de H. Bartholomeus
te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, za/zo 19/20 jan. 2002,
19.00/10.00 uur. A.M.D.G.
Thema: Zie, een groot licht
E.L: Jes. 49, 3. 5-6
EV: Joh. 1, 29-34
Homilie
Een roepingverhaal. Deze lezing zouden we ook
op roepingenzondag kunnen lezen. Een succesverhaal bovendien: Jezus roept
leerlingen en ze volgen Hem. Een goede aanleiding om eens met u na te denken
over roeping.
Er wordt al vaker gesproken over een roepingencrisis.
De cijfers liegen er niet om. De oudste generatie komt te overlijden. De
middengeneratie is mager bezet en de jongste generatie krijgt nog amper
aanwas. Het aantal priesterroepingen per jaar komt misschien amper aan
de 25 of 30 voor heel Nederland. De roepingen voor pastorale werkers, man
of vrouw begint ook af te nemen. Bovendien zie je bij hen een sterke stroom
naar de zielzorg in de instellingen, waar de arbeidsvoorwaarden beter geregeld
zijn.
Waar zit dat nu in? Je hoort daarover allerlei
veronderstellingen. Ze worden bepaald door de media, waar ze keer op keer
hard roepen over sommige items, maar steevast de kern missen. Wanneer we
niet oppassen gaan we nog geloven wat de media roepen.
Sommigen zeggen: ‘Het gebrek aan priesterroepingen
komt door het celibaat.’ De gedachte is dan dat als het celibaat wordt
opgeheven, meer jonge mannen daartoe bereid zijn. Dan wordt de werkdruk
lichter, waardoor het werk aantrekkelijker wordt, en dat heeft ook weer
een positief effect.
Een volgende veronderstelling is: De Kerk moet
het priesterschap openstellen voor vrouwen. Juist vrouwen zie je meer in
de kerk dan mannen, daar zullen zeker een aantal roepingen uit voortkomen.
Nog een veronderstelling is: De Kerk is te ouderwets
rondom sexualiteit. Dan verlies je de jongere generatie. Het is dan ook
niet aantrekkelijk om in de Kerk te werken. Je moet dan een achterhaalde
leer verkondigen.
Weer een andere veronderstelling is: ‘De liturgie
is te star en te behoudend. Muziek van deze tijd kom je amper in de kerk
tegen. Ook dat houdt jonge mensen weg, en dan is werken in zo’n Kerk niet
aantrekkelijk.’
Het zijn de argumenten van krant, radio en televisie.
Het zijn de populaire en steeds weer herhaalde argumenten en we gaan het
bijna geloven, als we niet iets verder kijken. Hoe komt het dat in landen
als Polen, maar ook in Indonesië en in andere gebieden op de wereld
er geen roepingencrisis is? Ook daar geldt het celibaat, voorbehouden aan
mannen, met de liturgie van de Kerk. En toch moeten ze daar mensen afwijzen
omdat er op sommige seminaries teveel aanmeldingen zijn.
Wat is dan het verschil tussen die landen en de
onze? De opvallendste verschillen zijn het geloof, ofwel de geloofsbeleving
en de welvaart. Al de hiervoor genoemde argumenten houden geen steek. Ook
in de protestante kerken is een afname van de roepingen. Kleine groepen
uitgezonderd. Terwijl juist in die kleine groepen blijkt, dat het groepen
zijn met een heel levendige geloofsbeleving en bovendien dikwijls vrij
strenge morele opvattingen. Je kunt een vaste verhouding zien tussen geloofsbeleving
en roeping.
Je kunt dan ook duidelijk stellen dat de roepingencrisis
in de eerste plaats een geloofscrisis is. Het geloof is in West Europa
en in Noord en Midden America in een grote crisis. En we zouden onszelf
iets wijs maken als we niet het verband zien met de welvaart en met de
moderne samenleving waarin andere stromingen het in de media en de commercie
voor het zeggen hebben. Niet alleen de welvaart is bepalend, maar ook wie
in die welvaart de sfeermakers zijn, de meningvormers.
Hoe komt het dat Jezus in het Evangelie succes
heeft. Hij leeft celibatair, hij leeft uiterst sober, hij is trouw aan
de gewone Joodse voorschriften in het leven van alledag, ook voor de sabbat
en het bezoek aan de synagoge. Hij vraagt veel aan zijn leerlingen, zij
verlaten huis en haard, lopen risico voor gevangenschap, en na Jezus dood
en verrijzenis trekken ze de hele wereld rond. Hoe komt het dat zij daar
ja op zeggen?
De sleutel vinden we in Jezus Zelf. Hij zegt twee
dingen: ‘Kom, volg Mij.’ En daarna: ‘Ik zal jullie tot mensenvissers maken.’
Dit zijn twee belangrijke woorden. Beginnen we met het eerste: ‘Kom, volg
Mij.’ Roeping veronderstelt een echte en hechte band met Jezus. Bereidheid
om naar zijn voorbeeld te leven, om alles prijs te geven voor Hem. Een
echt verlangen om Gods wil te doen, net als Hij. ‘Kom, volg Mij.’ Betekent
in zijn voetsporen treden. Innerlijk vrij zijn van alle banden die je aan
woning, familie, huis en haard binden, om helemaal gebonden aan Hem te
gaan waarheen de Geest je drijft.
Het tweede: ‘Ik zal jullie tot mensenvissers
maken,’ betekent dat Hij met je aan de slag gaat. Hij gaat je vormen, boetseren,
je menselijke talenten komen opnieuw tot ontplooiing op een heel ander
terrein. Het is nogal een verschil; vissen op zee, naar vis, of vissen
naar mensen in een mensenzee. Jezus gaat met jou aan de slag, je hebt niet
meer het laatste woord over de invulling van je leven.
Waarom zeiden zij toen wel ja tegen Jezus en jongeren
in onze tijd niet meer? Terwijl priester of diaken of pastoraal werker
in deze tijd minder radicaal is dan toen, minder ingrijpend, met minder
risico’s en met redelijke arbeidsvoorwaarden, of is dat juist het punt?
Ik denk dat een aantal oorzaken te noemen zijn, maar het belangrijkste
is dat de jongeren Jezus niet kennen, niet echt, niet persoonlijk, levend.
Bovendien is er een chronisch gebrek aan echte religieuze ervaringen. De
leerlingen hadden bij Jezus een echte religieuze ervaring. Door Hem ervaarden
ze God dichterbij dan ooit. Door Hem kregen ze een nieuw zicht op het leven,
kreeg alles nieuwe betekenis.
Wanneer wij jongeren de kans op roeping willen
bieden, zullen we hen moeten helpen om echte religieuze ervaringen op te
doen. Hen helpen om Jezus met het hart te ontmoeten. Dan kan zijn roepstem
tot hen klinken. Als het hart geraakt wordt, groeit de edelmoedigheid.
Als zij helder krijgen wat God van hen vraagt, groeit de bereidheid om
daar iets voor over te hebben. Dan verliest de wereld zijn grip op hen,
dan kan zelfs in deze welvaart de geloofscrisis en de roepingencrisis worden
overwonnen. We bidden ervoor en denken na over mogelijkheden in onze tijd.
God staat ons terzijde. Wat zouden we nog te vrezen hebben. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|