Homilie op de tweede zondag door het jaar A,
(reeks 2001-2002)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Preek op de tweede zondag door het jaar A, serie 2001-2002, 
A2002DHJ02.html in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 
door pastoor Michel Hagen, za/zo 19/20 jan. 2002, 19.00/10.00 uur.  A.M.D.G.  

Zaterdagavond, jongerenviering met PJK. 
Thema:   Verder kijken dan je neus lang is
E.L:       Jes. 49, 3. 5-6 
EV:        Joh. 1, 29-34

Homilie 

Zomaar een zondag. Een lezing die de meesten van u al heel wat keer gehoord hebben. Het heeft iets heel gewoons, van lang geleden. Waarom lezen we het nog? Zijn er geen interessantere dingen? Iets actueels, iets onbekends en nieuws? 

Het is als de straat waar je dagelijks doorheen komt. De klas waar je zit. Het werk dat je doet. De radio die aanstaat, maar die je niet meer hoort, de TV als levend behang waar je bij in slaap valt. De sportvereniging, de hobby, het kaarten, alles wordt op de duur sleur. Zo gaat het met het gezin, maar ook met de Kerk, met de lezingen, met de preek. 

Dus zoeken we geregeld iets dat wel even spannend is, of nieuw, of onverwacht, of prikkelend. Een nacht doorzakken, een weekend weg, een trektocht maken, een heftig feest, een spannende film, nieuwe relaties, vuurwerk; grensverleggende ervaringen.

Aan de ene kant is het heerlijk dat er zoiets als routine en zelfs sleur bestaat. Stel je voor dat je elke minuut op de toppen van je gevoel, van je aandacht en je energie zou leven. Mensen in oorlogssituaties maken dat aan de ene kant door. Jonge, hevig verliefde stellen maken dat aan de andere kant door. Maar geen van beide situaties zijn in alle hevigheid vol te houden. Gewoonte, routine, ja zelfs sleur zijn nodig. Maar impulsen die dat doorbreken zijn ook nodig. 

Waar komen die impulsen vandaan? Of, maak je die impulsen, waar vind je ze? Vind je ze in het wereldse of in het goddelijke? Vind je ze in het lichamelijke of het geestelijke, in de dingen voor jezelf, zelfontplooiing, of voor anderen, dienstbaarheid?

Vandaag zo’n bekende lezing. Je kunt na de eerste woorden afhaken, indutten, wachten tot we tien minuten verder zijn, wegdromen of met je eigen gedachten verder gaan. Maar je kunt ook iets anders. Op de zaterdagochtend proberen we dat samen te doen om 9.30 uur, bij de inleiding op het Evangelie. 

Je kunt een bijbellezing beluisteren alsof je hem voor de eerste keer hoort. Lezen als nieuw, openstaan voor een andere betekenis. Nagaan of hij jou zelf misschien iets te zeggen heeft en verder kijken dan je neus lang is. Dat kan door jezelf in die persoon van Johannes of van Jezus te verplaatsen. Laten we dat eens doen. 

Jij bent Johannes. Waarom sta je daar aan het water, om mensen te dopen? Hoe kom je op het idee? Wat wil je bereiken? Wat is er gebeurd? God heeft je geroepen. Hij heeft in je hart gesproken. Je hebt het gehoord. Hoe is dat mogelijk, God heeft mij geroepen? God bemoeit zich met mij? God heeft mij nodig voor zijn werk, vraagt mijn dienstbaarheid! Wat wil Hij dan met mij? Hij wil door jou iets nieuws openbaren. Door mij? Ja, iets volkomen nieuws, het is eigenlijk niet iets, maar iemand. God wil zijn Zoon openbaren. 

Daar sta je dan, Johannes. Het enige dat hij weet is dat hij moet gaan dopen. Kan jij geloven dat jij door dat wat je doet, iets mee mag doen in Gods plan met de wereld? Johannes weet echt niet zoveel over Jezus. Johannes moet gaan dopen, dat weet hij en hij weet dat God daardoor zijn plan duidelijk zal maken. 

Als je nu Johannes terugplaats in je eigen leven; jijzelf, hier en nu. Wat moet je doen? Eerst gewoon je werk, je school, je gezin, vrijwilligerswerk, de vereniging, de zorg voor oudere of zieke mensen. Daar moet jij nu staan, net zo dienstbaar als Johannes aan het water. Gewoon doen wat je moet doen. Maar verder kijken dan je neus lang is. Johannes staat daar niet uit zichzelf. En dat is misschien wel het grote verschil tussen hem en ons. 

Wie in onze tijd keuzes maakt, kijkt meestal naar zichzelf. Hoe kan ik mij ontplooien, wat vind ik leuk. Waar heb ik plezier in? Maar Johannes niet. Hij vraagt zich af: ‘wat wil God van mij? Waar kan ik meedoen in Gods plan?’ Misschien is die vraag wel het eerste wat we van Johannes mogen leren. Je afvragen: ‘wat wil God met mij?’ Johannes laat alle carrière-ideeën of idealen achter zich. Wat wil God van mij? En dan weet hij dit ene: ‘doop de mensen, dompel hen in het water onder.’ En Johannes doet het. 

Verder kijken dan je neus lang is, dat is ook verder kijken dan je eigen wensen en verlangens, verder kijken dan wat aangenaam is voor het lichaam of het gevoel. Het is verder kijken dan deze maatschappij, niet opgesloten raken in de ideeën en aanbiedingen van deze wereld, maar daarbuiten denken, ruimer denken en verder kijken. Kijken naar Gods bedoelingen, luisteren naar Gods stem. 

En wat gebeurt er dan. Dan lees je zo’n lezing met nieuwe ogen. Johannes de Doper maakt de carrière van zijn leven. Hij die afziet van alle carrièremogelijkheden, maakt de grootste carrière die er voor een mens mogelijk is. Hij wordt degene die Jezus aanwijst, die anderen bij Jezus brengt en hem aan de wereld openbaart. 

Dat is de wonderlijke wereld met God. God opent zijn ogen. Johannes ziet talloze mensen, mensen met goede bedoelingen, zondaars, heiligen, alles door elkaar. Maar Hij ziet ook Jezus, onbekend, onopvallend. Johannes is anders gaan zien, doordat hij zijn leven niet meer richt op deze wereld. Johannes heeft leren kijken met de ogen van de andere wereld, Gods wereld. Hij ziet de Geest op Jezus neerdalen en op Hem blijven rusten. Onzichtbaar voor de ogen van de wereld, zichtbaar voor het gelovige oog van Johannes. 

Verder kijken dan je neus lang is. God wil veel meer met jou dan jezelf denkt. Maar het gebeurt onopvallend, in bescheidenheid, dienstbaarheid, door gewoon te doen wat Hij vraagt. Het vraagt dat jij zelf de sleur doorbreekt, de sleur van deze wereld, waarin we meehollen, meedoen, meepraten, meedenken en meewegzakken in de grijze massa. Hier in de Kerk is het nooit sleur, al lijkt het zo. Sleur wordt het als je niet meer luistert, als je denkt, ‘ik weet het al, ik ken het al, heb ik al gehoord.’ De sleur wordt doorbroken als je denkt: ‘God wil mij iets zeggen, in de lezingen en de liederen, in de woorden van de overweging en in deze persoon naast me. God heeft me iets te zeggen, laat ik opletten.’ 

Verder kijken dan je neus lang is, of meer horen dan je oor groot is en dieper geloven dan de wereld te geloven geeft. Dan mag jij ook mensen bij God brengen. Dan wordt jij openbaring van Gods liefde. Dan breekt deze wereld open voor Gods wereld. Dan breekt Gods Koninkrijk door. Met dank aan Johannes de Doper, door Jezus, de Zoon van God. Amen. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage