Homilie op Hemelvaartsdag,
door het jaar C (reeks 2000-2001)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND/FEEST TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Preek op Hemelvaartsdag, door het jaar C, serie
2000-2001.
C2001TSP06HE.html in de parochiekerk van de H.
Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, 23/24 mei 2001, 19.00/10.00
uur. A.M.D.G.
Thema: Gedaan en Geleerd
E.L: Hand. 15, 1-2. 22-29
EV.: Joh. 14, 23-29
Homilie
Vind u dit geen vreemde titel, gedaan en geleerd?
In het gewone leven is het toch andersom, dat je eerst leert en dan doet?
Stel je voor dat een arts eerst gaat opereren en daarna pas een studie
gaat volgen. Stel je voor dat je eerst auto gaat rijden en daarna pas rijlessen
neemt, toch een vreemde volgorde: Gedaan en Geleerd.
Toch schrijft Lucas dit. U hoorde en las het in
de eerste lezing. Mijn eerste boek, Teofilus, heb ik geschreven over alles
wat Jezus gedaan en geleerd heeft, tot de dag waarop Hij zijn opdracht
gaf aan de apostelen. Gedaan en geleerd.
Het gaat dus over de daad en het woord, het doen
en de kennis, eigenlijk sluit het perfect aan bij een bekend Nederlands
gezegde: ‘Al doende leert men’. Het vorige weekend spraken we over kennis,
we leven in een kennistijdperk. Jezus leert ons dus allerlei dingen, maar
het gaat over een leren door doen.
In de tijd van de eerste Christenen, kreeg je
een periode van grote toeloop. Wat moet je doen met mensen die Christen
willen worden? Wat moeten zij leren?
Wij hebben daar in onze tijd meestal een cursus
voor, een aantal gesprekken met een priester, een catecheet of iemand die
daarvoor speciaal geschoold is. In de eerste eeuwen had men die ook, maar
daarnaast had men deze gewoonte: Eerst ga je meedoen met de andere Christenen.
Je gaat Christelijk leven. Je stemt je gedrag af op Christus en al doende
ontdek je waar je gemakkelijk tekort schiet, de fout ingaat. Dat bespreek
je en daar werk je aan. Tot het moment dat je toe bent aan de doop.
Zo iemand heette een catechumeen. Iemand die in
een periode van catechese is, daarvoor was en is een speciale zalving en
is er ook een traject dat ze kunnen afleggen. Ze kwamen dus mee naar de
Eucharistie op de zondag, maar na de preek vertrokken ze. Ze leerden thuis
te bidden en tijd voor gebed te maken. Ze leerden hun bezit te delen en
ruim te geven van wat ze zelf in overvloed hadden. Of ze leerden tevreden
te zijn met het weinige dat ze bezaten, en er nog van uit te delen aan
hen die het nog minder hadden. Ze leerden het innerlijke leven kennen,
het leven met God. Ze mochten nog niet met woorden getuigen, dat begon
pas na het doopsel. Maar dat getuigen hoorde er wel bij. Wie niet getuigde
was geen echte Christen. Wat dat aangaat mogen we onszelf in deze tijd
wel weer eens een spiegel voorhouden.
Het Christendom is een ‘doe-godsdienst’. Door
te doen wat Jezus heeft voorgedaan, ga je leren wat Hij ons heeft geleerd.
Navolging van Christus, dat waartoe Jezus zijn leerlingen steeds opriep;
‘Kom en volg Mij’, is een volgen metterdaad. Al doende leert men. Zoals
een kind leert lopen door te gaan lopen, met vallen en opstaan, zoals je
leert schaatsen door te gaan schaatsen, zoals je leert schrijven door te
gaan schrijven, zo leer je te leven als een Christen door te gaan leven
als een Christen.
Maar dan. Leven als een Christen, getuigen van
de hoop die in je leeft, getuigen zijn van de verrezene, het griekse woord
voor getuigen is marturein, daar komt het woord ‘martelaar’ vandaan. Bloedgetuigen
zijn, omdat jouw getuigenis met jouw bloed bezegeld wordt, hoe sterk moet
het geloof zijn, dat je durft te sterven voor jouw band met God?
Zo is Jezus onze eerste getuige, onze eerste martelaar.
Hij offert Zichzelf aan God, geeft Zichzelf aan de Vader uit handen. Hij
voegt zijn wil in die van de Vader en is bereid alles te verduren wat mensen
Hem aandoen, draagt het zoals de Vader dat van Hem vraagt, draagt en verdraagt.
Dat is zijn offer, zijn leven geven. De Vader neemt dat offer aan, en zo
is Jezus martelaar en tegelijk de eerste Hogepriester geworden in de nieuwe
orde. Alle priesters die in zijn priesterschap gewijd worden, dragen niets
anders op dan datzelfde offer.
Maar op een soortgelijke manier dragen alle Christenen,
alle gedoopten, datzelfde offer op. Niet door voor te gaan in de liturgie,
maar door Jezus te volgen in de praktijk van alledag. Elk offer, elk kruis
dat wij dragen omwille van Christus, omwille van de gerechtigheid, omwille
van Gods gebod, omwille van de liefde tot God en de naaste, elk offer aan
God opgedragen, maakt ons meer en meer tot een priesterlijk geslacht, een
koninkrijk van Priesters. Wij worden dat door de ene hogepriester, Christus,
die zichzelf als een volmaakt offer aan de Vader heeft gegeven.
Wat doen wij als de gewijde priesters daarin.
Wij treden in de persoon van Jezus als hogepriester en dragen in dat ene
offer, al die offers die u aandraagt, op aan de Vader. En elk offer dat
past in het offer van Jezus, wordt zo een werkelijke offergave aan God.
Elke getuigenis, elke poging iets goeds over God,
over Christus, over de heilige Geest, over de Kerk te zeggen, of juist
daarom de pijn te dragen omdat men niet luistert, niets wil horen, zich
hoofdschuddend afwendt, ook die pijn is een offer, net als de pijn die
Jezus voelt aan zijn schouder, de pijn in zijn armen, zijn hoofd, zijn
verdriet, alles wat Hij draagt als gevolg van de afwijzing door de mensen,
wordt een groot offer.
Hemelvaartsdag. Wat Jezus gedaan en geleerd heeft.
Dit heeft Hij gedaan en geleerd. Dat leren wij door te doen. Met hemelvaartsdag
vieren wij dat de Vader het offer van Jezus heeft aanvaard en Hem de voltooiing
heeft geschonken. Jezus zetelt aan de rechterhand van de Vader, als hogepriester.
Hij die alles heeft verduurd uit liefde tot de Vader en uit liefde tot
ons. Hij is onze priester, onze voorspreker, kunnen wij een betere hebben?
Op hemelvaartsdag gedenken wij dat Jezus voorgoed
zetelt aan de rechterhand van de Vader. Dat is zijn definitieve plek. Wij
hebben dus een definitieve voorspreker aan Gods rechterhand, een priester
die weet wat lijden is en die alle heeft verduurd uit liefde voor ons.
We vieren ook al een beetje onze toekomst, want
als wij vasthouden aan zijn getuigenis, door te doen en te leren wat Hij
heeft voorgedaan en geleerd, dan wordt die plek aan zijn rechterhand ook
de onze.
Laten wij doen wat de leerlingen deden. De negen
dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren benutten, om God te vragen om zijn
Geest. De heilige Geest, die Jezus beloofd heeft. En Hij die de belofte
deed is betrouwbaar. Misschien dat u iedere dag een enkel gebed kan bidden
om de heilige Geest, of tussen 17.00 uur en 18.00 uur hier in de kerk erbij
zijn. Dat Hij ons zijn Geest geeft, die ons al doende leert te leven zoals
Jezus. Zo breekt Gods Koninkrijk zich baan. Amen.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|