Homilie op de vijfde zondag
van de veertigdagentijd,
door het jaar C (reeks 2000-2001)
ANDERE PREKEN
VAN DE WEEK
Voor de tekst van de Evangelie-lezing
van deze dag en een meditatie
klik hier
en zoek de juiste week
KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS
DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)
KLIK HIER OM DEZE
VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)
Preek op de vijfde zondag van
de veertigdagentijd, door het jaar C, serie 2000-2001.
C2001QDR05.html in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, 31 maart en 1 April 2001, 19.00/10.00 uur.
A.M.D.G.
Thema: Sterk in vergeving
Zang: Catrix / Gemengd koor
E.L: Fill. 3, 8-14
EV.: Joh. 8, 1-11
Homilie
Een overweging tijdens de boeteviering, dat is zoals altijd een gewetensonderzoek.
Vandaag natuurlijk een gewetensonderzoek dat aansluit bij het Evangelie.
Een spannend Evangelie trouwens, uit het leven gegrepen, zeker in deze
tijd, met de wereldwijde aidsproblematiek, voor mannen en vrouwen, jong
en oud. Ook wanneer je in je huwelijk altijd trouw bent gebleven, en we
hopen en bidden dat dit voor ons allen zo mag zijn, dan heeft dit Evangelie
ons veel te zeggen. Een kleine uitleg bij dit Evangelie is nog wel passend.
Bij de profeet Jeremia, hoofdstuk 17, vers 13, lezen we in de oorspronkelijke
tekst, dat allen die God verlaten in de aarde worden geschreven, zo begrijpen
we wat Jezus deed, toen hij met zijn vinger op de vloer van de tempel schreef.
‘Allen die God verlaten worden in de aarde geschreven’; wie zondigt, staat
zelf onder het oordeel, ‘Wie zonder zonde is gooie de eerste steen.’
Zoals elk jaar zullen we in vier fasen door dit gewetensonderzoek heen
lopen, onderbroken met het gezongen Heer, ontferm U. Daarna bidden we de
schuldbelijdenis. Vervolgens nodigen wij u uit om met het doopwater een
kruisteken te maken. Voelt u zich vrij om daar wel of niet aan mee te doen.
Niets is verplicht, het is een herinnering aan de doop, het definitieve
begin van uw nieuwe relatie met God. Vervolgens bid ik het gebed om vergeving.
De geloofsbelijdenis daarna is tegelijk een soort hernieuwing van onze
doopbelofte, eens als kind ontvangen, nu als volwassene gesproken.
Over onze relatie met God. Aan het eind van het Evangelie zegt Jezus:
‘Zondig van nu af niet meer.’ Er zijn meer momenten waarop Jezus zo nadrukkelijk
over de zonde spreekt. Een man was 38 jaar ziek. Wanneer Jezus hem na zijn
genezing in de tempel toespreekt, zegt Hij: ‘Zondig niet meer opdat je
niets ergers overkomt’. Kunnen wij ons iets ergers voorstellen dan 38 jaar
ziek zijn? Jezus wel, zondigen is erger, de zonde waardoor je rechtstreeks
tegen Gods wil ingaat, vervreemdt ons van God en van onszelf, dat verscheurt
onze relaties. Dit zegt Hij ook tot ons: ‘Zondig van nu af niet meer.’
Hoe kijken wij naar de zonde? Bezien we het vanuit de tien geboden:
Nog boven echtbreuk staat het eerste gebod:
Ik ben de Heer, uw God. Ge zult geen afgoden vereren, maar
Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
Staat God en staat Gods wil echt in alles bij ons op de eerste plaats?
Of moet God toch al heel snel wijken voor allerlei andere belangen? Waar
blijkt het uit dat God bij ons de eerste plaats krijgt. Heeft het gebed
in de ochtend, of de avond, of het kerkbezoek, de plaats die het verdient
in onze relatie met God? Het volgende gebod luidt:
Ge zult de naam van de Heer uw God, niet zonder eerbied
gebruiken.
Hoe gemakkelijk vloeken we, zeggen we ‘God’, of ‘Jezus.’ Kun je de naam
van iemand die je bemint, die je respecteert, die je bewondert, als krachtterm
gebruiken? Of zoals Jezus ons leert bidden: Uw Naam worde geheiligd. Is
die Naam heilig, in ons gevoel, in onze mond, in onze houding naar God.
En als derde van de tien geboden, in onze relatie met God:
Wees gedachtig, dat gij de dag des Heren heiligt.
Hoe heilig is onze zondag, de dag van Christus, de nieuwe dag, de wekelijkse
paasmorgen, de dag van de verrijzenis, waarin we ons hart op God richten,
een dag van geestelijke en lichamelijke rust, rust in God. Hoe heilig is
die dag die God ons daarvoor geeft.
We zingen het Heer ontferm U / het Kyrie Eleison.
Dan onze onderlinge relaties. Ik noem enkele van de volgende geboden.
Eert uw vader en uw moeder.
Hoe dichterbij, hoe harder soms de woorden. Hoe ouder, hoe eenzamer, lijkt
het in onze tijd. Zijn we dankbaar wanneer we onze ouders nog hebben? Wanneer
die relaties moeizaam zijn, willen we ze dan herstellen of volhouden vanuit
onze relatie met God, omdat God het ons vraagt?
Gij zult niet doden.
Dat is niet alleen de lichamelijke moord. Gunnen wij anderen het leven,
ook in de handel, ook in de sport. Hoe kijken we naar het beginnende leven,
steunen wij pro life acties, mensen die opkomen voor dit gebod van God,
‘Niet doden’, hoe klein ook, hoe geschonden ook, hoe ongewenst ook, niet
doden maar beantwoorden met de liefde. Denken we aan Jezus bij de overspelige
vrouw: ‘Niet doden’.
Gij zult niet stelen.
Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat een ander toebehoort.
Ook dat komt op vele manieren voor. Niet alleen in de software of bij de
kopietjes van de baas of de illegale CD’s, bij de belastingfraude, of de
zwarte werkers. Maar stelen wij ook niet van de derde wereld, van lage
lonen landen, kijken we echt kritisch naar onszelf, hoe eerlijk we in dat
opzicht zijn.
We zingen het Christus ontferm U / het Christe Eleison.
Hoe staan we tegenover onszelf en onze directe naaste, bijzonder in
het huwelijk. Gods gebod luidt:
Gij zult geen echtbreuk plegen. Of zoals Jezus het zegt:
‘Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden’.
Beleven we het huwelijk als van God gegeven, zien we onze wederhelft, onze
levensgezel als een gave voor wie ik er mag zijn? Of meer als een bezit,
iemand die er voor mij moet zijn? Hoeveel tijd investeren we in een goed
relatie in het huwelijk? Of is het ook daarin dat de commercie, de economie,
de zaak, de sport, de hobby, de vriendenclub, de TV of wat dan ook vóórgaat?
En hoe gaan we om met gescheiden mensen. Kunnen we ons vinden in de houding
van Jezus bij de overspelige vrouw? ‘Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig
van nu af niet meer?’ Komen wij gehuwden te hulp, hen van wie het huwelijk
dreigt vast te lopen. Durven we een hand uit te steken, een bemoedigend
woord te spreken, vooraf te waarschuwen wanneer we problemen voorzien,
of zijn we moedeloos bij voorbaat? Bidden we voor hen, vooral wanneer de
situatie onze mogelijkheden overstijgt? Hoe gaan we om met gedachten aan
overspel, pornografie, erotiek. Doen we het niet, maar denken we er wel
over, koesteren we allerlei gedachten, of houden we ook die ver van ons,
zoals Jezus ons voorhoudt, wie een ander aanziet om te begeren, heeft in
zijn hart al overspel gepleegd? Zien we sexualiteit als iets moois, iets
heiligs, door God gegeven?
We zingen het Heer ontferm U / het Kyrie Eleison.
In deze dagen van de Mond- en klauwzeerproblemen willen we nóg
nadrukkelijker stilstaan bij de natuur. Mopperen we op de overheden, op
de politiek in Brussel, op de Amerikaanse handelsprincipes, maar doen we
zelf mee, omdat we nu eenmaal niet anders kunnen? Hoezeer spannen we ons
in om tot een andere economie te komen? Hoezeer mogen wij de natuur naar
onze hand zetten, genetische manipulatie, klonen, moet een tegenbeweging
niet uit onszelf komen? Hoe gemakkelijk laten we ons weer in slaap sussen
als alles achter de rug is. Tot de volgende varkenspest, salmonella besmetting,
gekke koeienziekte, of visverbod. Zie we ook de natuur als door God aan
ons toevertrouwd? Een schat, een kostbaarheid waarmee we zuinig moeten
zijn.
Niet alles heeft op iedereen betrekking. Haal eruit wat op u van toepassing
is. Leg het in stilte in Gods hand, in zijn Vaderhand. Geven we het aan
onze rechter Jezus, op deze dag, met deze lezing. En vragen we zijn vergeving,
zijn liefde.
We spreken onze schuldbelijdenis en worden genodigd een kruisteken met
het doopwater te maken.
Reacties? Stuur
een e-mail.
Terug naar top
van deze pagina
Terug
naar homepage
|
|