Homilie op de zevende zondag door het jaar C
(reeks 2000-2001)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Preek op de zevende zondag door het jaar C, serie 2000-2001. 
C2001DHJ07.html in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 
door pastoor Michel Hagen, za/zo. 17/18 februari 2001, 19.00/10.00 uur.  A.M.D.G.

Thema:  Hart tegen hard
Zang:    Jongerenkoor / Dames en Herenkoor met C en hoger
E.L:      1 Sam. 26, 2. 7-9. 12-13. 22-23. 
EV.:     Lc. 6, 17. 27-38

Homilie 

Je kunt me wat, mij zie je niet meer; jij dwars, ik nog dwarser, jij boos, ik nog bozer. Je denkt toch niet dat ik over me laat lopen. 

Oog om oog, tand om tand. Jij luistert niet naar mij, ik luister niet naar jou. Lik op stuk. Met gelijke munt betalen. Woorden uit het leven gegrepen. 

Jaren geleden zag ik een plaatje, een cartoon. Een mini stripverhaal. Een vader staat bedremmeld met zijn pet in zijn hand bij de directeur. Hij wordt uitgefoeterd: ‘Jansen je bent ontslagen.’ Jansen komt thuis en scheldt zijn vrouw overhoop, alsof het haar schuld is. Moeder moppert op haar zoontje en die krijgt de volle laag. Het zoontje ziet de kat en geeft hem een harde schop. 

De kettingreactie van het kwaad. Het ene kwaad roept het andere kwaad op. De kans is groot als dat jongetje later directeur wordt, hij weer hetzelfde doet naar zijn personeel. Een ander voorbeeld heeft hij niet. 

Dit zien we op allerlei momenten. Kijk naar Israël en Palestina. Er is een bomaanslag. Meteen worden alle Palestijnen geboycot. De grenzen gaan dicht, vliegveld gaat dicht. Er is geen handel meer, geen werk, geen transport. Wanneer is er sprake van een terechte straf en veiligheidsmaatregel en wanneer wordt het een buitensporige reactie waarmee je meer goede mensen treft dan kwade. 

Hoe anders klinkt het in de mond van Jezus: ‘... dan zult gij kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbare en slechten.’ God is goed. God is altijd goed, voor iedereen, ook voor slechte mensen. Wij zouden dat wel anders willen. Maar voorspoed en tegenslag bereikt iedereen, ongesorteerd. De een meer van dit, de ander meer van dat. De een vroeg, de ander laat. De een veel, de ander weinig. Het is nooit mooi verdeeld. Maar over de hele wereld gerekend komt goed en kwaad bij iedereen. 

Wij zouden het waarschijnlijk graag anders willen organiseren. Dat het goede alleen bij goede mensen komt en het slechte alleen bij slechte mensen. Dat noemen wij rechtvaardig. Uit Jezus’ opmerking blijkt dat God de voorrang geeft aan goedheid boven rechtvaardigheid. Hij wil goed zijn. God is goed. Zelfs voor slechte mensen. 

Dus is Jezus ook goed, net als zijn Vader, zelfs voor slechte mensen. Dat is op zich niet zo ingewikkeld te begrijpen; Jezus is niet anders dan zijn Vader. Maar wat daarna volgt is lastiger, heel lastig zelfs. 

Jezus plaatst een oproep in zijn Evangelie. Doe net als Ik. Doe net als God. Wees zo goed als God. Hoe? 

Bemin je vijanden. Doe goed aan wie je haten, zegent degenen die je vervloeken, bid voor wie je mishandelen. De omgekeerde wereld, zoals steeds bij Jezus. 

Slaat iemand je, keer ook je andere wang toe. Doet u dat? Deed Jezus dat zelf? Niet letterlijk. Wanneer Hij voor de hogepriester staat en een van de knechten slaat Hem met de vuist in het gezicht, zegt Jezus: ‘Waarom slaat gij Mij?’ De andere wang toekeren is dus een gezegde, een spreekwoord, is figuurlijk bedoeld. Het betekent dat je kwetsbaar blijft, dat je niet hard tegen hard reageert. Waarom slaat gij Mij? Er zijn mensen die elke reactie benutten om dan nog harder te slaan. ‘Wat waarom? Ik zal je laten voelen waarom! Daarom! Pak aan!’ Op een goed moment zwijgt Jezus. Maar ook dan kunnen mensen in een mateloze aggressie en ongebreidelde wreedheid reageren: ‘Ben je je tong kwijt, o, ik zal je wel laten praten!’ 

Soms hoor je over zinloos geweld. Soms zie je het op de TV in een voetbalstadion. Soms in oorlogsgebieden, drie soldaten die een burger in elkaar rammen. Geweld, kwaad, aggressie. Waar komt het vandaan? 

Waar komt het vandaan? Daar geeft Jezus nu geen atwoord op. Op andere plaatsen spreekt hij over de tegenstander, de Boze, die ook in ons hart zijn onkruid zaait. En voor je er erg in hebt groeit het op. Onkruid in je gevoel, in je gedachten, in je relatie, in je gezin. Angst is zo’n onkruid en jaloerheid, drift en egoïsme, luiheid en gemakzucht; allemaal onkruid in ons mensenbestaan. 

Maar Jezus gaat er nu niet op in hoe dit kwaad is ontstaan, waar het vandaan komt. Zijn Boodschap is vandaag: ‘wat kun je er aan doen?’ Dan geeft Hij maar één antwoord: Doe goed! Doe mateloos goed! Doe goed aan goede mensen en doe goed aan slechte mensen. Probeer op God de Vader te lijken die ook goed is, die altijd goed is, die liever goed is dan rechtvaardig. Probeer op Jezus te lijken. het mooiste voorbeeld geeft Hij op het kruis, als Hij daar steft. Dan bid Hij: vader, vergeeft het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ Hij vergoeilijkt zijn eigen moordenaars. vergeef het hun. 

In het leven zie je soms wat mensen elkaar aandoen. Kleine dingen, treiterende dingen, niet toegeven, herhalen, je niet laten kennen. het begint al op school. Er moet overal een anti pest beleid komen. Maar pesten kom je ook in de bedrijven tegen. Sexuele intimidatie, diefstal, zwart maken, leugens, meepraten met de rest. Er zijn zelfmoorden door gepleegd. 

Wanneer zoiets ter sprake komt, blijkt dat mensen moeilijk voor die anderen kunnen bidden. Het is heel moeilijk te bidden voor degene die je iets heeft aangedaan. Toch zegt Jezus het: ‘Bemin je vijanden en doe goed aan wie je haten!’ Mensen die niet kunnen bidden voor hen die hen kwaad hebben gedaan, die mensen genezen innerlijk ook slechts moeizaam. Maar wie voor zijn tegenstanders bidt, die overwint ook de pijn en de verwondingen in het eigen hart. Jouw levende hart tegenover de harde kop, goedheid tegen koppigheid, liefde tegen haat. 

Wat Jezus ons leert is: ‘Wil je op God lijken, durf dan sterk te zijn in de zwakke krachten. Zoek je kracht in goedheid. De mensen zullen het je niet meteen belonen, God wel. Een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal God voor jou gebruiken. Amen. 


Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage