Thema: Durven verliezen
Zang: Gemengd koor
E.L.: Jes. 50, 5-9a
EV.: Mc. 8, 27-35
Homilie
De olympische spelen zijn begonnen. Ik heb er nog niets van gezien, alleen op de radio wat over gehoord. Een waterval over de tribune en een groot vuur, ontstoken door de eerste Aboriginal die eerder een gouden plak had gewonnen. Alles gericht op het sportieve hoogtepunt bij uitstek. Onder al deze atleten zijn er heel wat die maar één doel hebben. Winnen. Letterlijk gaan voor goud. Zij zijn niet tevreden met minder dan goud. Ze willen winnen.
En dan krijg je hier dit weekend een thema op de orde van dienst dat luidt: ‘durven verliezen’. Dat is vreemd. ‘Durven verliezen’. Dat is niet hetzelfde als tegen je verlies kunnen. Wie speelt, weet dat hij of zij ook kan verliezen. Het is gewoon een onderdeel van sportiviteit. Wie niet tegen zijn verlies kan, moet niet aan het spelletje meedoen. Durven verliezen is dan ook niet hetzelfde als tegen je verlies kunnen, het gaat verder.
Heel simpel, opa en oma spelen een spelletje met de kleinkinderen. Er zijn spelletjes waarin de kinderen beter zijn, denk aan memory, maar er zijn ook spellen die ouderen beter kunnen. Wanneer je altijd wint, raakt het kind ontmoedigd. Grootouders hebben soms allerlei handigheidjes om zonder dat het opvalt toch te verliezen. Waarom verlies je dan? Omdat verliezen in zo’n geval op een andere manier winst is. Het kind houdt er plezier in en de uitdaging blijft bestaan.
Dit zult u vast wel herkennen. Je kunt soms winnen door te verliezen. Dat geldt niet alleen voor een spelletje met de kleinkinderen, het geldt ook in het groot. Het geldt bij een ruzie tussen man en vrouw. ‘Jij moet altijd gelijk hebben’, zegt zij. ‘Jij moet altijd je zin hebben zegt hij’. Ruzie kan soms om onbenulligheden gaan. Die zijn dan ook meestal niet meer dan de aanleiding. De echte oorzaak zit dan dieper, een stroeve communicatie, lange periode onder stress. Dan kan het gebeuren dat je oppervlakkig gezien verliest, maar dat je op een belangrijker punt wint. De sfeer blijft behouden, de communicatie wordt hersteld en na verloop van tijd komt het hoge woord eruit: ‘ja eigenlijk had je wel gelijk, maar het zat me zo hoog, sorry’.
Durven verliezen. U begrijpt dat dit thema niet voor niets op de orde van dienst staat. Het is ontleend aan de lezingen. Jesaja zegt het in de eerste lezing: “mijn rug bood ik aan wie mij sloegen, mijn wangen aan wie mij de baard uitrukten, ik heb mijn gezicht niet afgewend van wie mij smaadden en bespuwden.” Het is de situatie van de verliezer. De anderen zijn de baas, ze zijn sterker, ze overmeesteren hem.
Wat Jesaja hier beschrijft, is geen ‘eervol ten ondergaan’, ‘hooft omhoog, borst vooruit’, ‘ik zal ze laten zien dat ik waardig kan sterven’. Dat zou gaan lijken op provocatie, je krijgt mij er toch niet onder.
Het is ook niet een flexibel meegeven, meebuigen, meeveren, zodat je de klappen minder voelt, emotioneel afstand houden. Nee, er staat: “mijn rug bood ik aan wie mij sloegen, mijn wangen aan wie mij de baard uitrukten”.
Het komt in het Evangelie op een andere manier terug: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. ‘Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om mijnentwil, zal het redden’.” Eigen woorden van Jezus. Durven verliezen, om te winnen.
Maar het is wel moeilijk. Wij zitten met ons hoofd en ons lijf nog helemaal in de evolutie. De survival of the fittest, de wet van de sterkste. Zo is de mens de kroon op de schepping geworden. Hij had de meeste mogelijkheden en was daardoor de sterkste in de schepping. De mens wil hogerop, ook tussen mensen onderling. Bij kinderen hoor je het al: ‘Ik ben al groot’. En moeder doet vanzelf mee: ‘Wat ben jij al groot’. Wij mensen willen graag groot zijn. Het zit in onze genen, in onze vingers en onze tenen.
En dan zegt Jezus: Durf te verliezen, durf klein te zijn, wanneer je durft te verliezen, dan zal je het redden, maar wanneer je vooral je hachje wilt redden, dan verlies je op de duur alles. Het staat haaks op wat ons in de genen is meegeleverd, het is de spanning tussen een geestelijk mens en een mens die vooral vlees is, tussen een mens van geloof en een mens van de wereld, tussen een kind van God en iemand die God niet nodig heeft.
Het is goed om dit woord van Jezus echt te laten doordringen, want het kan in honderdduizend situaties gevolgen hebben, niet alleen bij ruzie in een gezin of in een gemeenschap, ook in je werk. Soms zelfs bij de verkoop van een tuin. En het gaat nog verder. Wanneer jou een groot verlies treft, je verliest een dierbare, je leven staat op zijn kop, je bent een verliezer, dan zegt Jezus: nu ligt er voor jou een kans die anderen niet hebben. Draag je verlies, draag je lijden en kom naar Mij toe. Overwin je twijfel en zet een stap in je geloof, kom dichterbij, dan zal ik je leren waar de winst te vinden is. Niet de winst van de wereld, niet het aanzien van de groten, de macht van de sterken, de eer van de rijken of het aanzien van de gesettelden, nee, een andere winst; je zult Mij leren kennen op een nieuwe manier, een troost ondervinden die dieper gaat, een vrijheid die je niet hebt gekend. Wat anderen vrijheid noemen zul je zien, dat is geen vrijheid, wat anderen eer noemen, is geen eer, wat anderen winst noemen is geen winst.
De olympische spelen. Goud, roem en eer. Maar de echte winst ligt niet opgesloten in die paar seconden, of tienden of honderden, de echte grootheid is niet weer te geven in een eerste of tweede of derde plaats. De echte grootheid wordt uitgedrukt in liefde tot God en je naaste. Durf jij te verliezen, zodat je de ander wint, zodat je de ander dichter bij God kunt brengen?
Ik was ooit verliefd, maar ik was een stuk ouder, we scheelden teveel
jaar, het was een verloren situatie. Jaren later, toen ik aan mijn priesterstudie
was begonnen, besefte ik pas waar de echte winst lag. In de boosheid dat
God me niet had gegeven wat ik vroeg, had ik niet begrepen dat je beter
dat kunt vragen wat Hij wil geven, een andere roeping, waarin Hij je tot
ontplooiing zal brengen. Wie dat eenmaal verstaat, verliest niet meer,
maar die gaat verder, die geeft, zoals Jezus zich heeft gegeven. En die
wint, zoals Jezus de hele wereld heeft gewonnen voor God zijn Vader. Amen.