Homilie op de zevende zondag door het jaar b
(reeks 1999-2000)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week

Preek op de zevende zondag door het jaar B, serie 1999-2000, B2000ZDJ07.html.
In de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen,
za/zo 19/20 februari 2000, 10.00 uur.  A.M.D.G.

Thema za. / zo.:  Wat krijgen we nou? / Iets nieuws beginnen
Zang  za. / zo:  Jongerenkoor NL / Gemengd koor NL/Latijn

E.L. zo.:  Jes.  43, 18-19. 21-22. 24b-25
EV.:         Mc.  2, 1-412
 

Homilie


We hebben vandaag een vreemd Evangelie. Want, waar gaat het over? Het gaat over van alles. Het gaat over vindingrijkheid, wie denkt er nu aan om het dak open te maken? Het gaat over samenwerking? Alleen samen konden die vier mannen dit bereiken! Het gaat over geloof? Jezus was onder de indruk van hun geloof. Het gaat over een genezing, en het is nogal spectaculair wat Jezus hier doet. Het gaat er ook over dat Jezus de macht heeft zonden te vergeven, want dat zijn z’n eerste woorden. En het gaat erover dat iedereen God prijst, omdat de geschiedenis daarmee eindigt? Zoals vaker is het vandaag weer een Evangelie waarin je, wanneer je het rustig leest, steeds meer dingen ontdekt.

Ik zou me kunnen voorstellen dat die mensen daar, met al dat gedoe op dat dak, hebben geroepen: Hé, wat krijgen we nou, kun je niet gewoon wachten tot je aan de beurt bent? Of dat de leerlingen hadden gezegd,  Zeg, maken jullie het dak ook weer dicht, anders zitten wij morgen hier met natte voeten. Maar nee, de reacties zijn heel anders. Iedereen is enthousiast, want wat hier gebeurt, is meer dan spectaculair.

Stel je voor dat je zelf die lamme bent; je ligt al een paar jaar op dat bed. Niemand krijgt je nog in beweging. Wat is er dan? De dokters komen er niet meer uit. Het is begonnen in dat moeilijke jaar, daarna raakte je in een depressie, vervolgens kwamen er allerlei andere klachten bij, eetproblemen, slaapproblemen, een gedragsstoornis. Een keer heb je alle pillen ingeslikt die je kon vinden, het heeft de boel nog veel erger gemaakt. Je bent vermagerd, je hebt geen kracht meer, je weet waar het fout gegaan is, maar je diepste problemen kun je met niemand delen. “Laat me maar liggen, ik geloof niet dat Jezus hier iets aan kan doen, waarom zou Hij mij helpen, ik ben het toch niet waard dat Hij zich druk om mij maakt”. De verlamming zit dieper dan het lijf, gaat verder dan de spieren in armen of benen, de verlamming is alomvattend. - Stel dat jij die lamme bent.

Of stel je voor dat je een van die vrienden bent. Die dag sta je samen te praten, Jezus is thuis, laten we hem naar Jezus brengen. Je gelooft erin, als er Iemand is die hier iets kan doen, dan is het Jezus. Vier vrienden, ze geloven er alle vier in, ze sjouwen het hele end met de lamme, en als ze aankomen .....  - zien ze die enorme menigte rond het huis; voor de deur, voor het raam, in de tuin, buiten, binnen, alles is vol. Er klinkt geroezemoes rondom het huis en op de achtergrond hoor je de stem van Jezus die vertelt en uitlegt. Wat doe je, terug naar huis? Sta je daar verlamd, net zo hopeloos als de lamme zelf, is er geen beginnen aan? Of geloof je dat je die tocht niet voor niets bent begonnen. Gaat jouw liefde voor die ene verlamde zover dat je zegt, koste wat kost, al moet het door het dak.

Echte vriendschap en liefde voor deze verlamde, gecombineerd met echt geloof in Jezus, dat doet wonderen. Wat krijgen we nou; zie jij er geen gat in? Er moet een mogelijkheid zijn. Als er geen opening is dan maken we er een. Als het niet via de aarde kan dan via de hemel.

Even terug naar die lamme. Ze hebben al die tijd met je gesjouwd, je hebt tegengestribbeld; “laat me maar liggen, je zult zien dat het toch niets wordt. Nee, niet naar het dak, ik ben bang dat ik val”. Maar je vrienden weten van geen ophouden. Touwen uit de tuin van de buurman, tussen de daktegels door, recht voor de voeten van Jezus. Je bent ontsteld, daar lig je nu, je huilt van binnen en je weet niet waarom.

En dan is Jezus zo anders dan anderen. Jezus begint niet over opstaan en lopen. Hij zegt niet; “kom op, je kunt het”. Dan had Hij hetzelfde gedaan als al die anderen, maar Jezus is anders. Hier gebeurt iets unieks tussen Jezus en die verlamde en dat wordt uitgedrukt in die paar eerste woorden: “Jongeman, je zonden zijn je vergeven” dit had nog niemand ooit zo gezegd.

Ik denk dat wij niet meer goed kunnen beseffen wat hier gebeurt. Bij het woord zonde, denken wij snel aan kleinzielige, pietluttige regelovertredingen, aan oude woorden, aan kerkelijke voorschriften. Of we denken misschien aan het andere uiterste, aan moord en geweld. Maar Jezus denkt met dit woord aan iets anders. Met zonde gaat het Hem over jouw band met God, over de zin van jouw bestaan, over de kern van jouw leven, dat is geknakt, dat is verdord, dat is verlamd. Hij peilt de diepste diepte van jouw ziel en Hij zegt: “M’n kind,  je zonden zijn vergeven” . Alsof de Vader tot zijn huilend kind zegt, “Het is goed. Ik hou nog steeds van je, Ik blijf van je houden”.

Hier begint de echte genezing, dieper dan waar een mens kan komen. Hier zien we dat Jezus inderdaad Gods Zoon is, namens de Vader zegt Hij deze woorden, Hij kan het, Hij mag het en Hij wil het. Dit is het doel van zijn leven. Dit is de kern van deze viering en van iedere viering. Hij zegt het tegen ieder van ons: “Ik vergeef je, jouw zonden zijn vergeven”. Wat hier gebeurt, had niemand voor mogelijk gehouden.

Maar dan de keerzijde, de reactie van de schriftgeleerden, de tegenstrevers - Wie praat daar over zonde? Wat denkt die Jezus wel? Mond houden jij; over zonde en vergeving wordt niet gesproken, als je zo over zonde spreekt, beledig je God. - Jezus heeft heel wat weerstanden te overwinnen, er zijn blijkbaar nog veel meer verlammingen.

En dan zijn reactie: Ik zal jullie laten zien hoe serieus dit is, dat het echt hierom gaat, dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonde te vergeven: Dan zegt Hij tot de lamme: “Ik zeg je: sta op, pak je bed op en ga naar huis.” meteen stond hij op, pakte zijn slaapmat op en ging weg. Iedereen zag het, ze stonden versteld en dankten en prezen God.

Een wonderlijk Evangelie. Het ging allemaal anders dan we dachten. Die vier mannen geloofden erin terwijl de lamme er niet in geloofde. Waar niemand er een gat in zag, maakte de vier een nieuwe opening, door de kracht van hun liefde en geloof.

Jezus begon over iets heel anders, over de zonde, en zo begon Hij met de genezing. Een lamme loopt, wie had dat voor mogelijk gehouden, onze diepste verlammingen, onze grootste verwijdering van God en elkaar weet Jezus te doorbreken.

Hoe heeft die lamme zich gevoeld toen hij naar huis ging? Hoe hebben de vier vrienden zich gevoeld toen zij naar huis gingen? Hoe hebben de mensen die erbij waren zich gevoeld? Hoe voelden Jezus en de leerlingen zich. Met zo’n gebeurtenis is het logisch dat iedereen uit zijn dak gaat. Dat wens ik ook u. Amen.


Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage