Preek tijdens de oecumenische viering op Tweede Pinksterdag door het
jaar B, serie 1999-2000,
B2000TZP09TP.html. In de N.H. Kerk aan de Fonteinstraat te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, ma. 12 juni 2000, 10.00 uur. A.M.D.G.
Zang: Samenzang met orgel
Thema: Geest over allen
E.L.: Num. 11, 16-17. 24-27
T.L.: Joël 3, 1-5
EV.: Joh. 14, 15-21
Homilie
Over alle mensen ..... Dat zijn er heel veel. Aan wie zal de profeet Joël gedacht hebben toen hij dat schreef. Ik vermoed toch dat hij niet aan alle mensen over de hele wereld dacht. Aan wie dan wel? Waarschijnlijk het eerst aan alle mensen van Gods Volk, net als Mozes aan het einde van de eerste lezing: “Ik zou willen dat heel het volk van de Heer profeteerde en dat de Heer zijn Geest op hen legde”. Heel het Volk van de Heer.
Toch gaat de profeet Joël een stapje verder: “Zelfs over de slaven en slavinnen stort Ik mijn Geest uit in die dagen”. “Zo zal het gaan: Alwie de Naam van de Heer aanroept, hij wordt gered, ....”. Joël gaat verder, slaven en slavinnen, maar het blijft toch dicht bij Gods Volk.
En dan: dé Profeet: Jezus, de laatste Stap, de Weg, de Deur: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren”.
De laatste stap. Gaandeweg moest geopenbaard worden dat God er is voor iedereen. Dat God geen genoegen neemt met één volk, tenzij de hele wereld dat éne volk is. Het begon al bij Adam en Eva. Als God daarna een Nieuw Verbond sluit zie je de groei al komen. Bij Noach gaat het reeds om een gezin. Daarna, in het Verbond met Abraham klinkt de belofte van een volk. Vervolgens gaat God in Mozes een verbond aan met dat volk van de belofte en maakt het tot zijn Volk. Het groeit en groeit. De belofte hunkert naar zijn vervulling. Maar zou God dan wel tevreden zijn met één volk? Zou daar zijn verlangen stoppen? Ligt het niet voor de hand dat de weg, die Hij begonnen is met zijn Verbond, doorgaat totdat heel de schepping deel uitmaakt van zijn Verbond?
Geest over allen.
Wat dan in onze tijd? Het boeit mij enorm, dat in de afgelopen tweeduizend jaar het monotheïsme zich zo sterk heeft doorgezet. Niet alleen het Jodendom, maar ook de Islam gelooft in de God van Abraham. De Christenen van alle richtingen, geloven in één God, de God van Abraham, Isaak en Jacob, de God die Jezus ons ten volle heeft geopenbaard. In de laatste tweeduizend jaar is God doorgegaan zich aan alle mensen te openbaren.
God gaat door.
Is dat geen troostrijke gedachte? Dat God doorgaat? Dat God voltooit wat Hij eens begonnen is. De Bijbel beschrijft ons die Weg. Daarom kan Jezus Zichzelf ook de Weg noemen. Maar dan.
Jezus zet inderdaad die lijn door. God voor alle mensen, alle mensen Gods kinderen. het klinkt ook door als Hij zijn leerlingen de zending geeft: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping”. Maar dan.
Wij zitten hier als in een soort geregelde uitzondering; een paar keer per jaar. De andere dagen viert ieder in het eigen “huis van God” de liturgie, verkondigt het Woord, bedient de sacramenten. En een ding weten we allemaal zeker; zo heeft Jezus het niet bedoeld, dit is niet Gods wil; “Vader Ik bidt dat zij allen één zijn. Zoals Gij in Mij en Ik in U”.
“Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren”. En daarna gaat ieder van ons er met die Openbaring vandoor. Ik heb de waarheid, nee Ik ben de waarheid. Hoe komen we uit die impasse?
De verdeeldheid begint bij de interpretatie, de uitleg, de idee dat de waarheid een set uitspraken is die je uit het hoofd kunt leren. “Wat is waarheid?”, nee, Wie is waarheid? “de Vader zal u een andere Trooster geven ... , de Geest der waarheid, die de wereld niet ontvangen kan ... ”. “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; ....”
Bij de eerste Christenen was het catechumenaat een tijd van praktijk, een tijd van doen, veel meer dan een tijd van uit het hoofd leren. Niet zozeer om een schat aan verdiensten te verwerven in de zin van een hemelse bankrekening, iets dat jij bezit, alsof de hemel geen gave is, maar wel om een schat te verwerven waar geen mot bij komt en geen roest. Waar uw schat is, zal ook uw hart zijn. Wat zijn de vijf of de twee talenten die we erbij hebben verdiend? Waarop de Heer zegt: “goede en trouwe dienaar over weinig was je trouw over veel zal ik je stellen”.
“Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; ....” “Dit is Mijn gebod, dat Gij elkaar liefhebt”. De waarheid is: zijn geboden onderhouden. Zijn gebod is: de Liefde. Niet slechts door woorden, niet door ideeën, niet door interpretatie of uitleg, niet door uit het hoofd te leren, maar door zijn geboden te volbrengen. “Dit is Mijn gebod, dat Gij elkaar liefhebt”.
God is niet tevreden met één volk ergens in een land. Al is Hij verheugd als een volk zijn volk is. God heeft de gehele wereld geschapen om zijn wereld te zijn. En op het hoogtepunt van de schepping nodigt Hij ons, niet meer door een wet, niet meer door harde hand, door straffen op wat voor manier ook, maar door banden van liefde.
Hij nodigt ons tot eenheid, Geest over allen. Eenheid die begint in het volbrengen van zijn gebod. Wie dat doet is het die Jezus bemint, wie Hem bemint door de waarheid te doen heeft recht om de waarheid te spreken. De waarheid, die voortvloeit uit de liefde tot God en de naaste, is een waarheid die één maakt.
Als u mij zou vragen wat de weg is van de oecumene, dan wijs ik u deze weg. Samen het goede doen, de waarheid doen. Vervolgens samen ontdekken welke kerkelijke en liturgische waarheid daar aan beantwoordt. Vervolgens verder groeien in eenheid.
Moge de heilige Geest, de Parakleet, de Trooster en Helper, ons inspireren en motiveren en bewegen tot daden van liefde, ons doen groeien in de Waarheid en ons één maken, één God, één Christus, één Geest, één Kerk, één mensheid, één schepping waarin God is: “alles in allen”. Amen.