Preek tijdens de zevende zondag van Pasen door het jaar B, serie 1999-2000,
B2000TZP07.html. In de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, za/zo. 3/4 juni 2000, 19.00/10.00 uur.
A.M.D.G.
Zang za/zo: Cantrix/Herenkoor
Thema: In de wereld, niet van de wereld.
E.L.: Hand. 1, 15-17. 20a. 20c-26
EV.: Joh. 17, 11b-19
Homilie
Petrus sprak: “het schriftwoord moest in vervulling gaan dat de heilige Geest door de mond van David tevoren heeft gesproken over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus gevangennamen. Jezus sprak: Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden”.
De laatste tweehonderd jaar is er een vreemde toegeeflijkheid naar Judas gegroeid, zo in de sfeer van, eigenlijk kon hij er niets aan doen, eigenlijk is Judas ook slachtoffer, lees maar: “het schriftwoord moest vervuld worden”. Dus Judas is eigenlijk een instrument in Gods hand geweest, ja eigenlijk is de Vader de moordenaar van zijn Zoon. Arme Judas die zo misbruikt is.
Voelt u de tegenstelling. Was het in de eerste eeuwen voor velen de meest vanzelfsprekende zaak dat de naam Judas een synoniem werd voor verrader; in onze tijd lijkt het soms niet lang meer te duren of ouders gaan hun kind weer Judas noemen, zo aardig wordt hij soms voorgesteld.
Hoe komt dat toch dat er zo’n wending is ontstaan in onze benadering van Judas? Ik vermoed dat het te maken heeft met ontwikkelingen rond de Reformatie. Niet dat de wortels niet ouder zouden zijn, maar daar wordt het volgens mij het duidelijkst. Sinds die tijd wordt er over predestinatie gesproken, in de zin dat iemand gepredestineerd kan zijn voor de hel, voor de eeuwige straf. Dat is zeker niet de katholieke visie, in de visie van de katholieke Kerk wordt een mens door God alleen voorbestemd voor de hemel, voor het geluk, voor genade en zegening. En het is aan de mens zelf of hij daaraan mee wil werken. God houdt ons twee wegen voor en aan ons is de keuze.
Die negatieve predestinatie, die negatieve voorbestemming heeft het denken mee voorbereid voor de idee dat Judas door God was voorbestemd voor de verradersrol, zoals het in een toneelstuk wordt verdeeld, jij die en jij die rol. Dan zou je Judas dus best kunnen belonen, want hij heeft zijn rol goed gespeeld. U voelt al aan dat als we zo denken de dingen in een vreemde verhouding komen te staan, God speelt dan een dubbelrol als de goede en de kwade tegelijk, wij mensen nemen in dat geval zelf geen besluiten over goed en kwaad, wij zijn ook niet meer verantwoordelijk, onze verantwoordelijkheid gaat dan niet verder dan de rol die we spelen. Het is het denken van de vooruitgestippelde route die je nu eenmaal gaat. Zo zit ons katholieke geloof niet in elkaar. Maar hoe dan wel?
De uitspraak van Jezus van vandaag, kan ons helpen, maar dan moeten we eerst dat andere idee helemaal los laten. God geeft ons een taak, God geeft ons nooit een verraderstaak, God is geen verrader, en dat horen ook wij niet te zijn. Één slechts is ons model, het beeld van ‘de mens naar Gods bedoeling’ en dat is Jezus, niet Judas. Dus is het nodig los te komen van dat denken en met nieuwe ogen te lezen in het Evangelie.
Wat kan Jezus dan wél bedoelen met die opmerking: “Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden.” Vooral dat laatste zinnetje: “want de Schrift moest vervuld worden”.
Het betekent dat het Jezus niet is gelukt om Judas van zijn slechte plannen af te houden, het betekent dat Jezus geen schone Kerk heeft kunnen beginnen, dat Hij niet de eer heeft de twaalf allemaal te bewaren in de waarheid, dat Jezus zich erbij neer moest leggen dat een van zijn gekozen twaalf, de boel zou verraden, Hem zou verraden, een handlanger van de tegenstrever zou worden.
Dat is het eerste. Jezus wil zijn leerlingen bewaren, daar bidt Hij hartstochtelijk voor. Dat heeft Hij ook gedaan, al die jaren. Hij heeft ze onderricht en een voorbeeld gegeven, hen berispt, gecorrigeerd, bemoedigd, hen de volmaakte liefde en wijsheid getoond. En toch lukte het niet om die ene er ook bij te houden. Daarmee gaat Jezus uiteindelijk accoord, want Hij is bereid de Schrift te vervullen, ook als het Hem niet uitkomt, als het betekend dat je verraden wordt door een vriend en je niet de gloriekroon kan ontvangen zonder het lijden. “Want de Schrift moet vervuld worden”; Ik moet daarmee accoord gaan. De Schrift beschrijft het al, hiermee aanvaard Ik de wil van mijn Vader.
Niet Judas heeft in de eerste plaats de Schrift vervuld; Jezus vervult de schriften, God vervult de schriften en wij vervullen de schriften als wij ons voegen naar Gods wil. Judas en andere tegenstrevers vervullen de Schrift slechts in zoverre dat ook het kwaad er al beschreven staat, en wie zich leent voor het kwaad, is weinig origineel, de macht van het kwaad komt steeds op hetzelfde neer, de Schrift beschrijft het helder.
En is het met ons niet precies zo? Al gaat het dan niet zozeer om verraad, om moord en doodslag, om geseling en voor de rechter slepen. In ons dagelijks leven zijn het ook mensen dichtbij die ons teleurstellen, of één in het gezin komt niet meer thuis, één in het bedrijf blijft moeilijk doen, één ........ En soms ben jij zelf die éne.
Toch is het niet de bedoeling dat wij nu denken dat Jezus Judas hiermee veroordeeld heeft. Judas is beklagenswaardig. Iemand die tot zo’n daad komt en zichzelf daarna verhangt, is er erger aan toe dan Job die van zichzelf zegt: “het was beter dat ik niet geboren was”. Maar tegelijk valt Judas onder de vijanden, waarvan Jezus zegt: “hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen”. Ook met betrekking tot Judas geeft Jezus de opdracht: “zeventig maal zeven maal vergeven”. Judas hoort bij hen waarvoor Jezus bidt, stervend aan het kruis: “Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen”. Ook over Judas zegt de Hebreeënbrief (12. 24): “Jezus bloed roept iets beters af dan het bloed van Abel”. Deze Broeder-moord zal door Jezus’ voorspraak en vergevende liefde genade brengen in plaats van vervloeking.
Niet Jezus veroordeelt Judas. Jezus laat het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Dat is ook voor ons een troost, ook wij mogen met onze tekorten bij God aankloppen. Maar laten we de zaken nooit omkeren. Wij hebben de verlossing van de wereld, onze verlossing, niet aan Judas te danken. Als er uit onze fouten en zonden toch nog iets goeds komt, kunnen we alleen in nederigheid God loven om zijn grote genade.
Jezus is in staat het kwaad zo op te vangen dat er iets goeds uit komt. Dat mogen wij van Hem leren. We mogen het met Hem meedoen. Met Hem komen we er wel. Amen.